Plan: | Winkelcentrum Breust-Eijsden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1903.BPLKOM10002WIN-VG01 |
Op 22 september 2006 is het POL 2006 vastgesteld door Provinciale Staten van Limburg. Vervolgens is het POL 2006 op 1 december 2006 gepubliceerd en daarmee in de plaats van het POL 2001 getreden. In de jaren erna hebben meerdere actualisaties plaatsgevonden, waarbij de laatste dateert uit januari 2011. Net als het eerste POL is het POL 2006 een integraal plan dat bestaande, verschillende plannen voor de fysieke omgeving op de beleidsterreinen milieu, water, ruimte, mobiliteit, cultuur, welzijn en economie integreert. Het bevat de provinciale visie op de ontwikkeling van de kwaliteitsregio Limburg en beschrijft voor onderwerpen waar de Provincie een rol heeft de ambities, de context (ontwikkelingen, Europees en nationaal beleid en regelgeving) en de hoofdlijnen van de aanpak. POL 2006 is het beleidskader voor de toekomstige ontwikkeling van Limburg tot een kwaliteitsregio.
De kwaliteitsregio Limburg wordt gedefinieerd als een regio waar het goed en gezond leven, wonen, leren, werken en recreëren is. Een regio die zich bewust is van de unieke kwaliteit van de leefomgeving en de eigen identiteit. En een regio die stevig is ingebed in internationaal verband. Ten behoeve van de kwaliteitsregio Limburg wordt ingezet op duurzame ontwikkeling. Dat is een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen om ook in hún behoeften te voorzien.
POL kaart
Plattelandskern (P6)
Op de kaart “Perspectieven” behorende bij het POL 2006 ligt het plangebied binnen een gebied aangeduid als Plattelandskern (P6). De plattelandskernen zijn overwegend kleinschalig van karakter. De vitaliteit van deze dorpen moet behouden blijven. Het in van winkels en publieksvoorzieningen in plattelandskernen vraagt ook de nodige aandacht, net als de bereikbaarheid per openbaar vervoer zodat sociaal-culturele voorzieningen goed bereikbaar zijn. De uitbreiding Poelveld (met 650 woningen), die aansluit op de kern Eijsden ligt in Perspectief 9, zijnde Stedelijke bebouwing.
Blauwe waarden, Groene waarden en Kristallen waarden
De overige kaarten “Blauwe Waarden”, “Groene Waarden” en “Kristallen Waarden” zijn niet van toepassing op het onderhavige plangebied.
Stadsregio Maastricht/Zuidelijk Maasdal
De kern Eijsden behoort tot de regio “Stadsregio Maastricht/Zuidelijk Maasdal”. Maastricht is hierin het centrum van deze beleidsregio en heeft zich ontwikkeld tot een stad met internationale allure met tal van internationale instituten, een hoogwaardige kennis- en onderwijsinfrastructuur en een zeer belangrijke toeristenstad gericht op cultuur en een aantrekkelijk kernwinkelgebied.
Een inbreidingslocatie als de onderhavige mag gerealiseerd worden binnen deze beleidsregio.
Provinciaal woningbouwbeleid
Het woonbeleid is door de provincie nader vertaald in de op 1 februari 2011 vastgestelde "Provinciale Woonvisie 2010-2015". Vanwege de verwachte demografische ontwikkeling en gelet op de huidige woningvoorraad in Zuid-Limburg, streeft de provincie een behouden woningbouwontwikkeling na. Voor de drie regio's in Zuid-Limburg, namelijk de Westelijke Mijnstreek, Parkstad en Maastricht en Mergelland, geldt in principe een nul-beleid voor nieuwe woningbouwontwikkelingen en hanteert hierdoor het adagium: "één erbij is één eraf". Dit houdt in dat voor iedere aan de woningvoorraad (peildatum 1-1-2010) toe te voegen woning, er een gelijkaantal onttrokken moet worden. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het Maasdal. Daar zou een woningtoename van maximaal 300 woningen tot 2015 verantwoord zijn, gezien de verwachte behoefte. De kern Eijsden, waartoe het plangebied Breust behoort, maakt onderdeel uit van dit gebied. De provinciale woonvisie is vrij concreet voor wat de kwantitatieve woningvoorraad betreft, dit in tegenstelling tot de kwalitatieve invulling. De provincie geeft de regiogemeenten meer vrijheid voor de invulling hiervan.
In de provinciale woonvisie is bepaald dat gemeenten hun woonbeleid vertalen in regionale woonvisies. Het beleid van de regionale woonvisies mag niet in strijd zijn met de uitgangspunten van het provinciale woningbouwbeleid.
Resumé
Aangezien het beschreven perspectief uit gaat van het bieden van ruimte voor de opvang van de woningbehoefte van de eigen bevolking en het plangebied binnen de contour gelegen is, kan gesteld worden dat de bouw van de woningen past binnen het provinciale beleid.
In de loop der tijd zijn de watersystemen in Limburg, net als elders in West-Europa, steeds verder gereguleerd ten behoeve van economische ontwikkelingen en bebouwing. Daardoor is de natuurlijke veerkracht van het watersysteem, het vermogen om piekbelasting op te vangen en periodes van droogte te doorstaan, grotendeels verdwenen. Het is daarom nodig dat het watersysteem meer ruimte krijgt en natuurlijke processen zich kunnen herstellen. Deze opgave ziet de provincie als kans om de ecologische en ruimtelijke kwaliteit in Limburg aanmerkelijk te verbeteren.
De aan de watersystemen gebonden functies dienen meer in balans gebracht te worden met variaties in de beschikbaarheid en kwaliteit van water. Daarbij staat de provincie een duurzame en integrale aanpak voor, die gericht is op het klimaatbestendig maken van de Limburgse watersystemen. Verder geeft de provincie deze vernieuwing in het waterbeheer gestalte door onder andere een (grensoverschrijdende) stroomgebiedbenadering, een integrale en brongerichte aanpak, het meer ruimte geven aan natuurlijke processen in de watersystemen, het in acht nemen van het solidariteitsprincipe (niet afwentelen) en het vooraf betrekken van water bij ruimtelijke ontwikkelingen en afwegingen.