direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen
Plan: Bolsward Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.19000000040703VA01

Artikel 7 Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen

 

1.    Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Verkooppunt van motorbrandstoffen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    een verkooppunt van motorbrandstoffen, exclusief LPG;

b.    detailhandel in bijbehorende accessoires en benodigdheden voor motorvoertuigen en weggebonden artikelen;

 

met daaraan ondergeschikt:

c.    parkeervoorzieningen;

d.    groenvoorzieningen;

e.    wegen, straten en paden;

f.     openbare nutsvoorzieningen;

g.    water;

 

met de daarbijbehorende:

h.    erven en terreinen.

2.    Bouwregels

2. 1. Op en in de gronden als bedoeld in lid 1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

a.    gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals een kiosk, een autowasinrichting en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;

b.    andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, palen en masten.

2. 2. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen;

c.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de in het bouwvlak aangegeven hoogte bedragen.

2. 3. Voor het bouwen van de in lid 2.1. onder b genoemde andere bouwwerken gelden de volgende regels:

a.    de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 m achter de voorbouwgrens ten hoogste 2 m zal bedragen; 

b.    de hoogte van overige andere bouwwerken zal ten hoogste 10 m bedragen.


3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van gebouwen voor bewoning;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, tenzij:

1.    het betreft detailhandel in motorbrandstoffen, bijbehorende accessoires, benodigdheden voor motorvoertuigen en weggebonden artikelen, zodanig dat de gezamenlijke verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 65 m² bedraagt;

2.    het betreft detailhandel in de vorm van weggebonden voedings- en genotmiddelen, kranten, tijdschriften en snijbloemen, zodanig dat deze detailhandelsfunctie ten hoogste 20 m² bedraagt;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken als opslag-, vul- of verkooppunt voor LPG;

d.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag en verkoop van vuurwerk;

e.    het gebruik van gronden en bouwwerken voor bedrijfsdoeleinden, anders dan een verkooppunt van motorbrandstoffen, exclusief LPG.

4.    Wijzigingsbevoegdheid

4. 1. Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

a.    de oppervlakte van een aangegeven bouwvlak wordt vergroot, dan wel de ligging van een aangegeven bouwvlak wordt gewijzigd, mits:

1.    de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen;

2.    de afstand ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens ten minste 3 m zal bedragen;

b.    de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden, dan wel door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer) karakteristiek wordt;

c.    de aanduiding “karakteristiek” geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd, mits:

1.    de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het gebouw kan worden hersteld;

2.    de karakteristieke hoofdvorm in zijn geheel redelijkerwijs niet te handhaven is in relatie tot de functie die het gebouw moet of uitsluitend nog kan vervullen;

3.    vooraf een advies is verkregen van de Commissie Binnenstad.

4. 2. Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 4.1. bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd stadsgezicht, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.