direct naar inhoud van Artikel 8: Bedrijf - Rioolwaterzuivering
Plan: Warns
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1900.BPWARNS2010-onhe

Artikel 8: Bedrijf - Rioolwaterzuivering

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijf - Rioolwaterzuivering’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. terreinen ten behoeve van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, niet zijnde een geluidzoneringsplichtige, risicovolle inrichting en/of vuurwerkbedrijf;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. kleinschalige duurzame energiewinning;

met de daarbijbehorende:

  • c. gebouwen, waaronder overkappingen;
  • d. wegen en paden;
  • e. beplanting en bebossing;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. terreinen;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.2.1. Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw of overkapping zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen en overkappingen zal ten hoogste 1.000 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
8.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 6,00 m bedragen.
8.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de sociale veiligheid;
  • d. de brandveiligheid;
  • e. de verkeersveiligheid; en
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
8.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de brandveiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • het bepaalde in lid 8.2.1 onder b in die zin dat de bouwhoogte van een gebouw of een overkapping wordt vergroot tot ten hoogste 12,00 m.