Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kerk HHG Genemuiden
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1896.BP0020-VS01

4.9 Water

In het kader van het verkrijgen van een duurzaam watersysteem hebben Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen in 2001 de Startovereenkomst waterbeleid 21e eeuw (WB’21) ondertekend. Onderdeel van het nieuwe waterbeleid is de “watertoets”: de check van ruimtelijke plannen aan de gevolgen voor het watersysteem.
Ruimtelijke plannen dienen een waterparagraaf te bevatten. Initiatiefnemers van ruimtelijke plannen moeten in een vroegtijdig stadium van het planvormingsproces de waterbeheerder(s) betrekken. De initiatiefnemer vraagt de waterbeheerder(s) om een wateradvies in de vorm van een watertoets. In de waterparagraaf worden de watertoets en de uitkomsten van het overleg opgenomen. Op basis van de watertoets zal de waterbeheerder een watervergunning verlenen.
 
Beleid
algemeen Waterwet (2009)
Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Centraal in de Waterwet staat een integraal waterbeheer op basis van de 'watersysteembenadering'. Het doel van de waterwet is het integreren van acht bestaande wetten voor waterbeheer. Door middel van één watervergunning regelt de wet het beheer van oppervlaktewater en grondwater en de juridische implementatie van Europese richtlijnen, w.o. de Kaderrichtlijn Water. Een opvallend feit is dat met de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet de Wvo-vergunning voor het lozen vanuit gemeentelijke rioolstelsels op het oppervlaktewater en de heffing op riooloverstorten verdwijnen. Deze worden vervangen door algemene regels die zijn geformuleerd in het Besluit lozen buiten inrichtingen (AMvB).
 
Niet alles is echter onder te brengen in de algemene regels. Daartoe introduceert de Waterwet de integrale watervergunning. In de integrale watervergunning gaan zes vergunningen uit eerdere wetten (inclusief keurvergunning) op in één aparte watervergunning.
 
NBW en KRW
Naast het beleid en beheer van het waterschap voor de betreffende regio zullen het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) de komende jaren richtinggevend worden voor het regionale waterbeheer in Nederland. Het NBW betreft vooral kwantiteitsaspecten van het waterbeheer, zoals de waterberging bij hevige regenval. De KRW richt zich met name op de chemische en ecologische waterkwaliteit.
 
Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland te verbeteren en op orde te houden. Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen gaan dit samen aanpakken. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water.
 
Beleid Waterschap Groot Salland
De Keur en legger
Het bestuur van het Waterschap Groot Salland heeft de Keur vastgesteld. De Keur is sinds 22 december 2009 in werking. De Keur is een verordening van regels voor waterkeringen (dijken en kaden), watergangen (kanalen, rivieren, sloten en beken) en andere waterstaatswerken (duikers, muren, bruggen, stuwen, sluizen en gemalen).
 
Het document is gebaseerd op de Waterschapswet, de Waterwet, het Waterbesluit en de Omgevingsverordening Overijssel 2009. Aanleiding van het opstellen van de nieuwe Keur is de komst van de Waterwet (december 2009).
 
In 1992 is de Waterschapswet in werking getreden. Deze wet geeft aan dat de taken die aan het waterschap zijn of worden opgedragen onder andere betreffen de zorg voor het watersysteem. In het reglement voor het waterschap is deze zorg aan het waterschap toegewezen. Ten behoeve van de tenuitvoerlegging van het reglement is het van belang dat de onderhoudsplichtigen en onderhoudsverplichtingen zijn geregistreerd. Uit de legger is op te maken tot hoever waterstaatwerken en beschermingszones zich uitstrekken en waar het gebods- en verbodsregime van de Keur van toepassing is.
 
Er vindt lozing van water op het oppervlaktewater plaats. Vindt de lozing plaats vanuit een inrichting dan gelden meestal de algemene regels van het Activiteitenbesluit en kan een melding verplicht zijn. Deze kan ingediend worden via www.aim.vrom.nl. Het lozen van water vanuit niet-inrichtingen is in principe vergunningplichtig in het kader van de Waterwet. Voor kleinere, kortdurende lozingen kan in overleg worden afge-zien van de vergunningplicht. Voor het lozen van water kan tevens een Waterwetvergunning op basis van de Keur noodzakelijk zijn.
 
Waterbeheerplan
De Gedeputeerde Staten van Overijssel hebben 15 december 2009 het Waterbeheerplan 2010-2015 goedgekeurd. Het waterschap Groot Salland heeft een nieuw waterbeheerplan opgesteld met hierin het programma van maatregelen en voorzieningen die in de planperiode nodig zijn voor een goed waterbeheer. Hierbij is aangesloten op de landelijke en Europese regelgeving. Hiertoe heeft het waterschap een uitvoeringsprogramma opgenomen. Het waterschap heeft de belangrijkste punten van aandacht benoemd in het plan, te weten:
  • het waarborgen van de (water)veiligheid;
  • het beheer van waterlopen zoals weteringen, kanalen, sloten, meren en vennen;
  • ontwikkeling afvalwaterketen.
 
Beleid Gemeente Zwartewaterland
Waterplan Zwartewaterland
Het waterbeleid voor de gemeente is opgesteld van aantal perspectieven: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterveiligheid en medegebruik van water. Hieronder zijn de kernpunten van het beleid per perspectief beschreven:
  1. Waterkwantiteit: Om wateroverlast te voorkomen is de stedelijke wateropgave voor oppervlaktewater uitgewerkt en zijn voor Genemuiden-Zuid en -Oost maatregelen nodig. Verder zijn knelpunten geïnventariseerd in de zin van hogere grondwaterstanden en water-op-straat. Problemen doen zich vooral voor in lager gelegen gebieden in combinatie met hoge grond- en oppervlaktewaterpeilen. Bij nieuwe ontwikkelingen is water medeordenend. Hemelwater wordt vastgehouden en vervolgens oppervlakkig afgevoerd naar grond- en oppervlaktewater. Tevens wordt er rekening gehouden met klimaatveranderingen.
  2. Waterkwaliteit: Een goede waterkwaliteit is de basis voor aantrekkelijk en functioneel water. In het kader van het verbeteren van de waterkwaliteit wordt ingestoken op inrichting van oevers en wordt het beheer afgestemd op de functies en geldende wetgeving. Hiermee wordt beoogd het natuurlijk zuiverend vermogen van watergangen te versterken waardoor de waterkwaliteit toe neemt. Daarnaast wordt ingestoken op het voorkomen van toekomstige verontreinigingen door toepassing van een brongerichte aanpak.
  3. Waterveiligheid: Inundatie wordt voorkomen door veilige dijken, welke worden getoetst conform de normen die daar voor gelden. De consequenties van klimaatverandering en mogelijke peilopzet van het IJsselmeer worden zoveel mogelijk in regionaal verband opgepakt, zodat er een goede integrale afweging kan plaatsvinden.
  4. Medegebruik van water: Water biedt meerwaarde voor inwoners, middenstand en bezoekers. De beleving van het water, beroepsvaart en recreatie worden gezien als medegebruik, gelet op de prioriteitstelling die gesteld is bij waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterveiligheid. Ook cultuurhistorische elementen worden beleefbaar gemaakt en watergebonden recreatieve mogelijkheden versterkt. Daarnaast worden de transportmogelijkheden van het Zwarte Water door bedrijven benut.
Vanuit het gemeentelijk beleid is vooral het eerste perspectief van belang. Het vasthouden en gereguleerd afvoeren van hemelwater is van belang. Op dit aspect wordt, in het kader van de verplichte watertoets, in onderstaande tekst nader ingegaan. .
 
Water in relatie tot ontwikkeling van de kerk
Huidige situatie
Het projectgebied is gelegen aan de westrand van de kern Genemuiden. Het projectgebied heeft een oppervlakte van 26.843m². In de huidige situatie is het projectgebied een grotendeels onverharde braakliggende kavel. Aan de oostzijde en midden in het plangebied ligt een dijk. De dijk aan de oostzijde heeft zijn functie als waterkering verloren aan degene die dwars door het plangebied loopt en de twee betrokken kavel scheid.
 
Binnen het plangebied ligt dan ook een beschermingszone van een waterkering die op de Legger van het Waterschap Groot Salland is opgenomen. De functie / stabiliteit van deze waterkering moet te allen tijde worden gegarandeerd. Binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland worden eisen gesteld met betrekking tot werkzaamheden binnen de beschermingszone van de waterkering. Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van de waterkering is een Watervergunning op grond van de Keur van het Waterschap Groot Salland noodzakelijk. Indien een ontheffing noodzakelijk is, wordt deze (na eventueel nader overleg) aangevraagd bij het Waterschap Groot Salland. De beschermingszone van de waterkering is op de plankaart opgenomen als dubbelbestemming "Waterstaat-Waterkering".
 
Binnen het plangebied ligt tevens een beschermingszone van watergangen van het Waterschap Groot Salland. De functie van deze watergang(en) moet te allen tijde worden gegarandeerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de beschermingszone van deze watergangen zoals in de Keur van het Waterschap Groot Salland beschreven. Met betrekking tot deze watergangen gelden de binnen de Keur van het Waterschap Groot Salland opgenomen gebods- en verbodsbepalingen.Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van de watergangen is een Watervergunning op grond van de Keur van het Waterschap Groot Salland noodzakelijk. Ten behoeve van het beheer en onderhoud gelden langs de watergangen (vanaf de insteek) een obstakelvrije zone van 5 meter.
 
Toekomstige situatie
De totale oppervlakte van het bouwplan van de kerk bedraagt circa 2.130 m². De overige verharding op de omliggende gronden bestaat uit parkeerplaatsen en toegangswegen en bedraagt circa 970 m². Op de buitendijks gelegen kavel is een parkeerterrein voorzien met ruimte voor 135 tot 145 auto's, de geschatte oppervlakte komt neer op circa 4.445 m². De bestrating van het buitendijks parkeren zal uitgewerkt worden met waterdoorlatende stenen. Hierdoor behoeft het buitendijks parkeren niet meegeteld te worden als verharding. De toename van de hoeveelheid bebouwd oppervlak bedraagt circa 7.545 m2.
 
De aanwezige watergangen zullen in het kader van de beoogde ontwikkeling niet worden aangetast.
 
Kenmerken watersysteem
Vuilwaterafvoer
Uit het waterbeheerplan volgt dat het waterschap inzet op het optimaliseren van de afvalwaterafvoer. De doelstelling van het waterschap voor het inzamelen en het transporteren van afvalwater is: 'Het optimaliseren van het inzamelen en het transport volgens afspraken uit het nationale Bestuursakkoord Waterketen, en het terugdringen van lozingen vanuit het transportsysteem op het oppervlaktewater.
Het waterschap acht het noodzakelijk om meer verhard oppervlak af te koppelen van rioolstelsels. In nieuw stedelijk gebied wordt regenwaterafvoer niet meer aangekoppeld. Deze ontwikkeling is niet enkel een belang van het waterschap maar draagt bij aan bredere maatschappelijke belangen.
In het kader van voorliggend plan zal de nieuwe bebouwing worden aangesloten op het verbeterd gescheiden rioolstelsel. Dit vindt bij voorkeur onder vrij verval plaats.
 
Hemelwaterafvoer
Het hemelwater dat op de kerk, omliggende verharding en het parkeerterrein neerkomt zal afgevoerd worden via het aanwezige verbeterd gescheiden stelsel. Uitloogbare materialen zoals zink en koper worden zo min mogelijk toegepast.
Het hemelwater op het buitendijkse parkeerterrein wordt afgevoerd door middel van een bodempassage in het midden van het parkeerterrein. Zie hiervoor ook het inrichtingsplan, toegevoegd als bijlage van het bestemmingsplan.
 
Watercompensatie
In het plangebied neemt het verhard oppervlak toe. Zoals hiervoor aangegeven zal het hemelwater voor zover mogelijk in het gebied worden opgevangen en verwerkt. De bestrating van het buitendijks parkeren wordt afgevoerd door middel van een bodempassage. Door de genomen maatregelen is er geen compensatie nodig in de vorm van open water.
 
Overstromingsrisicogebied
Een deel van het plangebied ligt buitendijks. Het gaat hier om het grote parkeerterrein.
De kerk zelf is binnendijks gelegen maar in zogenaamd overstromingsrisicogebied. Door de overheid is berekend hoe hoog het water kan komen in gebieden met een overstromingsrisico na een dijkdoorbraak. Deze informatie is opgenomen op de risicokaart Overijssel. Voor onderhavig plan is de overstromingshoogte 2 - 5 meter.
Het gaat in onderhavig bestemmingsplan buitendijks enkel om een parkeerterrein. Er behoeven geen aanvullende ruimtelijke maatregelen getroffen te worden als gevolg van de buitendijkse situering. Voor het binnendijkse deel zal bij de uitwerking van de omgevingsvergunning zo veel mogelijk rekening gehouden worden met de ligging in overstromingsrisicogebied. Het gaat hier bijvoorbeeld om de plaatsing van de stoppenkast.
 
uitsnede risicokaart Overijssel
 
Conclusie
Het plan voor de kerk houdt een wijziging van de bestaande waterhuishoudkundige situatie in. De bestaande watergangen zullen niet wijzigen. Het verhard oppervlak zal echter toenemen, onder andere door de buitendijkse parkeerplaats. Als compenserende maatregelen wordt het hemelwater op de buitendijkse verharding afgekoppeld via een bodempassage geloosd. Hierdoor bestaat er voldoende capaciteit om regenwater vertraagd af te voeren. Het regenwater van de bebouwing zal afgekoppeld worden op omliggende sloten waarbij zoveel mogelijk voorkomen wordt dat uitlogende materialen in het oppervlaktewater terecht komen.