Plan: | Nijverheidscentrum 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpNijverheidscentr-On01 |
Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico's op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico's zoveel mogelijk beperkt.
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico's ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen. Het wettelijk kader voor de risico's ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb).
Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008).
Als 'harde' afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd.
Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als norm voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld.
Ter voorbereiding van onderhavig bestemmingsplan is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn.
Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen. Bij dit onderzoek is de 'Visie Externe Veiligheid' (Visie EV) van de gemeente Zuidplas betrokken, welke in de raadsvergadering van 19 april 2011 is vastgesteld.
Inrichtingen
Ten noorden van het plangebied, aan de Noordelijke Dwarsweg, is op 250 meter afstand een vuurwerkverkoop gelegen (zie figuur 6.4 nr.1). Voor deze vuurwerkopslag geldt een veiligheidsafstand van 8 meter vanaf de opslagvoorziening, waarin het vuurwerk wordt bewaard, ten opzichte van de woningen van derden. Gezien de afstand tot het plangebied vormt dit vuurwerkverkooppunt geen belemmering voor het plangebied.
Ten zuiden van het plangebied is een gasdrukregelstation gelegen (zie figuur 6.4, nr. 2). Dit gasdrukregelstation heeft een PR 10-6 contour van 15 meter en er is geen sprake van een invloedsgebied. Het dichtstbijzijnde kwetsbare object is op 35 meter afstand gelegen (Zuidplasweg 18). Dit gasdrukregelstation levert dus geen beperkingen op voor het plangebied.
Figuur 6.4: Externe Veiligheid op en rond het Nijverheidscentrum
Transport over de weg
Nabij het plangebied zijn de A12 en de N219 gelegen. Over deze wegen worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. Hieronder worden deze wegen nader beschouwd.
Het plangebied ligt op 1.260 meter afstand van de snelweg A12. Over de A12 worden gevaarlijke stoffen getransporteerd. Gezien de afstand zou alleen een toxisch scenario relevant kunnen zijn. Uit de gegevens van het Basisnet weg (okt. 2009) blijkt dat over het weggedeelte ter hoogte van het plangebied toxische vloeistoffen worden getransporteerd. Het invloedsgebied van deze stofcategorie bedraagt 880 meter vanaf de snelweg. Transport van gevaarlijke stoffen over de A12 is dus niet relevant voor het plangebied.
Ten zuiden van het plangebied is op 480 meter afstand de (verlegde) N219 gelegen. Voor ruimtelijke plannen op meer dan 200 meter afstand van de N219 is het plaatsgebonden risico en groepsrisico geen item. Op een dergelijke afstand speelt alleen het toxisch scenario. Bij nieuwbouw binnen het plangebied wordt geadviseerd om deze uit te voeren met afschakelbare ventilatie, zodat toxisch gas niet naar binnen kan worden gezogen.
Transport over het spoor
In de nabijheid van het plangebied zijn geen spoorlijnen gelegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor vormt dus geen belemmering voor het plangebied.
Transport per buisleiding
Ten zuidwesten van het plangebied, parallel aan de Zuidplasweg, is een hogedruk aardgasleiding gelegen, leiding W 521-25 (zie figuur 6.4). Deze leiding eindigt bij een gasdrukregelstation ter hoogte van Nijverheidscentrum. Deze leiding is op ongeveer 25 meter afstand van het plangebied gelegen. Ten oosten van het plangebied, op 1.090 meter is de gasleiding A 553 gelegen. Ten westen van het plangebied, op 1.020 meter is de gasleiding A 518 gelegen. De specificaties van deze gasleidingen zijn in tabel 6.5 opgenomen.
Leiding | Diameter (inch) |
Druk (bar) | Belemmeringen-trook | PR 10-6 | Invloedsgebied GR |
W 521-25 | 4 | 40 | 4 | 0 | 45 |
A 553 | 36 | 66,2 | 5 | 0 | 430 |
A 518 | 30 | 66,2 | 5 | 0 | 380 |
Tabel 6.5: Hogedruk aardgasleiding
In verband met deze gasleidingen moet getoetst worden aan het Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (Bevb). In het kader van dit besluit moet getoetst worden aan het plaatsgebonden risico en groepsrisico. Gezien de afstanden van de gasleidingen A 553 en de A 518 tot het plangebied, leveren deze leidingen geen belemmeringen op voor het plangebied.
Uit gegevens van de Gasunie blijkt dat het plaatsgebonden risico, PR 10-6 contour, voor deze leiding in ieder geval binnen de belemmeringenstrook is gelegen. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmering voor het plangebied. De belemmeringenstrook van 4 meter overlapt niet met het plangebied.
In het kader van het bestemmingsplan Zuidplas West is het groepsrisico voor deze leiding berekend voor de huidige situatie als de toekomstige situatie. Gezien het minimale aantal personen binnen het invloedsgebied is er geen sprake van een groepsrisico voor zowel de huidige als toekomstige situatie.
Het invloedsgebied overlapt minimaal met onderhavig plangebied (zie figuur 6.4). Voor deze zone is de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' opgenomen. In de regels is opgenomen dat (beperkt) kwetsbare objecten slechts gerealiseerd mogen worden binnen deze zone nadat het groepsrisico is verantwoord. Gezien de minimale overlap van het invloedsgebied met het plangebied zal de toename van het groepsrisico nihil zijn. Mochten er binnen het plangebied, binnen het invloedsgebied, ontwikkelingen plaatsvinden dan moet het groepsrisico nader worden beschouwd.
Ten noordoosten van het plangebied is, parallel aan de huidige gasleiding A 553, een nieuw tracé van een gasleiding beoogd. Volgens het beoogde tracé zal de leiding op ongeveer 1.100 meter afstand van het plangebied komen te liggen. Het invloedsgebied van deze nieuwe leiding bedraagt 580 meter. Hiermee vormt deze nieuwe gasleiding dus geen belemmering voor het plangebied.
Transport over het water
In de nabijheid van het plangebied is geen vaarwater gelegen waarover gevaarlijke stoffen worden getransporteerd.
Hoogspanningslijnen
Ten westen van het plangebied is op 730 meter afstand een hoogspanningslijn gelegen (380 kV Krimpen – Bleiswijk). De indicatieve magneetveldzone voor deze hoogspanningslijn bedraagt 215 meter. Deze zone overlapt niet met het plangebied en vormt dus geen belemmering voor het plangebied.
Rotterdam - The Hague Airport
Het vliegverkeer van en naar de luchthaven Rotterdam – The Hague Airport (RtHA) levert veiligheidsrisico's op voor mensen die nabij de luchthaven wonen, werken of recreëren. Hoewel dit niet direct met gevaarlijke stoffen te maken heeft, vallen de risico's in verband met het neerstorten van vliegtuigen rond vliegvelden onder externe veiligheid.
De Provincie Zuid-Holland is momenteel bezig met een nieuw beleidskader: 'Externe veiligheid: Beleidslijn groepsrisico in de omgeving van Rotterdam – The Hague Airport' (concept 17 oktober 2011).
In de Beleidslijn geeft de Provincie aan hoe met het groepsrisico moet worden omgegaan bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen nabij de luchthaven RtHA. Onder andere bij het vaststellen van bestemmingsplannen binnen het verantwoordingsgebied is de Beleidslijn van toepassing. Het plangebied is slechts voor een minimaal gedeelte binnen het beoogde verantwoordingsgebied gelegen (zie figuur 6.5). Binnen het verantwoordingsgebied vinden geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Er hoeft geen verdere verantwoording van het groepsrisico te worden opgesteld.
Figuur 6.5: Ligging invloedsgebied RtH Airport t.o.v. plangebied
Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen inrichtingen, spoor(wegen) of vaarwegen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen voor het plangebied. Ook zijn er geen hoogspanningslijnen nabij het plangebied die een beperking vormen.
Als er ontwikkelingen plaatsvinden binnen het invloedsgebied van de gasleiding W 521-25, dan moet het groepsrisico nader worden beschouwd. Hiertoe is de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' met bijbehorende regels opgenomen.