Plan: | Nijverheidscentrum 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpNijverheidscentr-On01 |
Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit ter plaatse. Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in onderstaande tabel 6.2. Sinds 2011 moest reeds aan de grenswaarden (jaargemiddelde en 24-uursgemiddelde concentratie) voor PM10 worden voldaan. Voor NO2 geldt dat vanaf 2015 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en uurgemiddelde) grenswaarden. Tot deze grenswaarden gelden zijn minder strenge grenswaarden van kracht.
stof | jaargem. | uurgem. | 24-uursgem. | opmerkingen |
NO2 | 40 µg/m3 | 200 µg/m3 | n.v.t. | Uurgemiddelde mag 18x per jaar worden overschreden |
PM10 | 40 µg/m3 | n.v.t. | 50 µg/m3 | 24-uursgemiddelde mag 35x per jaar worden overschreden |
Tabel 6.2: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit
De Wet luchtkwaliteit (artikel 5.16, eerste lid, Wm) stelt dat een ruimtelijke plan of project doorgang kan vinden indien:
Onderhavig bestemmingsplan is deels conserverend en deels wordt agrarisch gebied omgezet in een bedrijfsbestemming. Het conserverende gedeelte betreft het bestaande bedrijventerrein Nijverheidscentrum, wat niet leidt tot verslechtering van de luchtkwaliteit. Volgends artikel 5.16, eerste lid onder b van de Wet milieubeheer is het vaststellen van dit deel van het bestemmingsplan zondermeer mogelijk.
Voor het uitbreidingsgedeelte inclusief nieuwe ontsluitingsweg direct grenzend aan het zuidoostelijk deel van het bedrijventerrein is nader onderzoek naar de bijdrage aan de luchtverontreiniging ten gevolge van dit deel van het plan uitgevoerd. Volgens opgave van de gemeente Zuidplas gaat het om een bedrijventerrein van 2,5 ha met een werkdaggemiddelde verkeersintensiteit van 535 motorvoertuigen. Deze motorvoertuigen zijn voor de jaren 2015 en 2020 opgeteld bij de verkeersgegevens uit de RVMH. Voor de jaren 2015 en 2020 is gerekend met de cijfers uit het toekomstige jaar 2022 en kan dus als worst case beschouwd worden. In het milieukundig advies zijn de berekeningsresultaten voor de autonome situatie 2011 en de situaties in 2015 en 2020 ter plaatse van een drietal woningen aan de Zuidplasweg weergegeven. Uit deze berekeningsresultaten blijkt dat ruimschoots aan de grenswaarden voor NO2 en PM10 wordt voldaan.
In de verkeersgegevens van de Monitoringstool is geen rekening gehouden met de realisatie van een bedrijventerrein op deze locatie. Daarom is een berekening uitgevoerd naar de bijdrage aan de luchtverontreiniging ten gevolge van de planontwikkeling. Uit de berekeningsresultaten blijkt dat ruimschoots aan de grenswaarden voor NO2 en PM10 wordt voldaan. Het conserverende gedeelte van de plan leidt niet tot verslechtering van de luchtkwaliteit en kan volgends artikel 5.16, eerste lid onder b van de Wet milieubeheer zondermeer vastgesteld worden.
Volgens Titel 5.2 van de Wet milieubeheer kan dit bestemmingsplan vast worden gesteld.