direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Nijverheidscentrum 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BpNijverheidscentr-On01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2);
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2);
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' uitsluitend bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2);
  • d. een telefonie schakelcentrale met antennemast met een bouwhoogte van ten hoogste 40 meter, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';

alsmede voor:

  • e. reparatie en onderhoud van elektromotoren, elektrische generatoren en transformatoren, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - repararatie- en onderhoudsbedrijf';
  • f. een plaatwerkerij / bedrijf in gespecialiseerde reparatie en slepen van auto's, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - plaatwerkerij';
  • g. een meubelfabriek, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek';
  • h. een dierenartsenpraktijk, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenartsenpraktijk';
  • i. een sport- en bewegingscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - sport- en therapiecentrum';
  • j. een vrachtwagenstalling met koeling, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vrachtwagenstalling met koeling';
  • k. niet-zelfstandige kantoren als onderdeel van de bedrijven als genoemd in sub a tot en met f, met een oppervlak van maximaal 50% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 2.000 m²;
  • l. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

met de daarbij behorende:

  • m. tuinen;
  • n. in- en uitritten;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. wegen, straten en paden;
  • q. water en waterstaatkundige voorzieningen;
  • r. groenvoorzieningen, bermen en taluds;
  • s. voorzieningen van openbaar nut;
  • t. kunstwerken.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op of in de gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

4.2.2 Bedrijfsgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het op de verbeelding ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de op de verbeelding ter plaatse van de maatvoeringsaanduiding aangegeven bouwhoogte;
  • d. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 3 meter, met dien verstande dat, indien de bestaande afstand op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan kleiner is, deze afstand als minimum mag worden gehanteerd;
  • e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 meter;
4.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gebouwd;
  • b. het aantal bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste het op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaande aantal;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 4 meter;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 8 meter;
  • e. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 650 m3 inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen. De goot- en bouwhoogte van deze aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen mag maximaal 3 meter respectievelijk 5 meter bedragen.
  • f. de minimale afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt 3 meter.
4.2.4 Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte bedraagt 50 m2;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt maximaal 3 meter;
  • c. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt maximaal 5 meter.
4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 6 meter;
  • c. de hoogte van reclamezuilen bedraagt maximaal 2,5 meter;
  • d. de hoogte van lichtmasten bedraagt maximaal 9 meter;
  • e. de hoogte van silo's bedraagt maximaal 16 meter;
  • f. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 2,5 meter.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder e om de afstand van gebouwen en overkappingen tot de perceelsgrens te verkleinen tot ten minste 1 m, mits daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolgde de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 20 wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een geluidszoneringsplichtig bedrijf;
  • b. een verkooppunt voor motorbrandstoffen met verkoop van LPG;
  • c. seksinrichtingen
  • d. zelfstandige kantoren;
  • e. zelfstandige horeca;
  • f. zelfstandige detailhandel;
  • g. het opslaan of bergen van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • h. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. .
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijking Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1, onder a, b en c, ten behoeve van:

  • a. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, die zijn opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1 onder c, indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1 onder c, welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2) wordt genoemd;
  • b. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit, die gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1, onder a, b en c, welke niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2) wordt genoemd;
  • c. de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die is opgenomen in een naast hogere categorie dan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 4.1 onder b en c indien deze gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving, en indien noodzakelijk met toepassing van maatwerk, gelijk kan worden gesteld met de in artikel 4.1 onder b en c rechtstreeks toegelaten milieucategorieën;

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp, gevaar, de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking. Toepassing van deze afwijkingsbevoegdheid mag niet leiden tot een strijdige situatie met en/of beperkende situatie van de omliggende (uit te werken) woonbestemmingen van het aangrenzende bestemmingsplan(nen).

4.5.2 Afwijking voor webwinkels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van vestiging van webwinkels, met dien verstande dat:

  • a. detailhandel in hoofdzaak via internet plaats vindt;
  • b. ter plaatse in overwegende mate opslag en distributie van goederen plaats vindt;
  • c. de vloeroppervlakte voor het afhalen, afrekenen en uitstallen van producten niet meer dan 15% van de vloeroppervlakte van het gebouw bedraagt, met een maximum van 50 m²;
  • d. het gebruik geen onevenredig nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige toename in de parkeerbehoefte veroorzaakt.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
4.6.1 Wijziging Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij artikel 4 (bijlage 2) wordt gewijzigd door het onderbrengen van een bedrijf in een andere categorie, dan wel door het opnemen dan wel afvoeren van een bedrijf, indien ontwikkelingen op het gebied van de milieuhygiëne, dan wel technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.

4.6.2 Verwijderen maataanduidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat een weergegeven aanduiding als bedoeld in 4.1 onder d, e of f wordt verwijderd indien de binnen deze aanduiding toegelaten functie is beeindigd en wordt omgezet in een andere binnen het ter plaatse geldende bestemmingsvlak toegelaten functie.