Plan: | Bedrijventerrein Kortenoord 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpKortenoord2013-Va01 |
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn de gronden, naast de daarvoor aangewezen andere bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van geluidruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde in artikelen 3 tot en met 14 mag geen nieuw geluidgevoelig gebouw, als bedoeld in de Wet geluidhinder, worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid om af te wijken van het bepaalde in artikel 18.1.2 voor het bouwen van nieuwe geluidgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Op de gronden gelegen binnen de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de vrije windvang en het zicht op de molen als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuwe bouwwerken en beplanting op de in 18.2.1 bedoelde gronden:
Hx = X/30 + z
Daarbij zijn de variabelen als volgt gedefinieerd:
een en ander met dien verstande, dat de ingevolge de onderliggende bestemming maximaal toegestane hoogte NAP niet mag worden overschreden.
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van 18.2.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de belangen van de molen als werktuig (vrije windvang) en als beeldbepalend element ( vrij zicht op de molen). Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de provincie over de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan het huidige en / of toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en / of de waarde van de molen als beeldbepalend cultuurhistorische waardevol element onevenredig in gevaar brengen of kunnen brengen.