Plan: | Gouweknoop Zuidplas |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpGouweknoop-Va01 |
De voor "Groen - Uit te werken" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en andere werken, een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 11.2.
Burgemeester en wethouders moeten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder b van de Wet ruimtelijke ordening, de in artikel 11.1.1 bedoelde bestemming uitwerken met inachtneming van de in dit artikel geformuleerde regels.
Het is, onverminderd het elders in deze regels bepaalde, verboden bouwwerken op te richten voordat de in lid 11.1.1 bedoelde bestemming door burgemeester en wethouders is uitgewerkt in een uitwerkingsplan dat rechtskracht heeft.
Alvorens tot uitwerking c.q. realisatie van de in lid 11.1.1 bedoelde bestemming over te gaan, dient nader onderzoek plaats te vinden ten aanzien van de Flora- en faunawet en dient voor de gronden gelegen ter plaatse van de bestemming "Waarde - Archeologie" nader archeologisch onderzoek te worden verricht naar mogelijke archeologische waarden.
Alvorens tot uitwerking over te gaan zal ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten overleg gevoerd worden met het Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. Alvorens tot uitwerking en realisatie van de in lid 11.1.2 genoemde bestemming over te gaan, zal, indien het nader archeologisch onderzoek daartoe aanleiding geeft, ten aanzien van de stedenbouwkundige inrichting overleg worden gevoerd met de een archeologische deskundige.
Bij de uitwerking van de bestemming dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Door burgemeester en wethouders kan, zolang de onder de hierboven bedoelde uitwerking nog niet in werking is getreden, ontheffing worden verleend voor de bouw van bouwwerken, onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen een concept-uitwerkingsplan dat door burgemeester en wethouders is vastgesteld. Bij toepassing van deze ontheffing dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Met betrekking tot de gronden als bedoeld onder 11.1.1 gelden de volgende programmatische voorwaarden:
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende regels:
Bij de uitwerking dient het bepaalde in artikel 17 (Algemene bouwregels) in acht te worden genomen.
Op de in lid 11.1.1 bedoelde gronden mogen, met inachtneming van het bepaalde in lid 11.2 van dit artikel, uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemming worden gebouwd.
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 18(Algemene gebruiksregels) van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 11.5.1 is niet van toepassing op:
Een vergunning als bedoeld in lid 11.5.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/ of natuurlijke waarden van het gebied en een afweging van de in het geding zijnde belangen, tot uitkomst heeft, dat een aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd.
Bij de het verlenen van de vergunning zullen de afwegingsaspecten als bedoeld in lid 22.2van artikel 22.1 (Toetsingskader ontwikkelingen) in de belangenafweging worden betrokken.