Plan: | Gouweknoop Zuidplas |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1892.BpGouweknoop-Va01 |
De voor "Waarde - Archeologie" aangewezen gronden zijn primair bestemd voor behoud, versterking en/ of herstel van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.
(zie ook lid 17.1 van artikel 17 Algemene bouwregels)
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders zijn, onverminderd het elders in deze regels bepaalde, bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 13.2 voor de bouw van bouwwerken noodzakelijk voor en ten dienste van de andere aangegeven bestemmingen op voorwaarde, dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarde van het gebied of een afweging van de in het geding zijnde belangen tot uitkomst heeft dat, onverminderde het elders in het plan bepaalde, een ontheffing in redelijkheid niet kan worden geweigerd. Ten deze wordt door burgemeester en wethouders advies ingewonnen bij een archeologisch deskundige.
Indien omtrent het verlenen van een ontheffing een negatief advies is ontvangen, wordt de ontheffing slechts verleend nadat van gedeputeerde staten schriftelijk de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de ontheffing geen bezwaar hebben
Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken is het bepaalde in artikel 18(Algemene gebruiksregels) van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Het bepaalde in lid 13.5.1 is niet van toepassing op:
Een vergunning als bedoeld in lid 13.5.1 is slechts toelaatbaar indien door die andere werken en/of werkzaamheden aan de archeologische waarde van deze gronden geen onevenredige afbreuk wordt gedaan en een afweging van de in het geding zijnde belangen, tot uitkomst heeft, dat een aanlegvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd, eventueel nadat wetenschappelijk onderzoek is gedaan en/ of de mogelijkheid bestaat tot het doen van oudheidkundige waarnemingen.
Bij de het verlenen van de vergunning zullen de afwegingsaspecten als bedoeld in lid 22.2van artikel 22 (Toetsingskader ontwikkelingen) in de belangenafweging worden betrokken.
Burgemeester en wethouders zijn, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd de in lid 13.1.1 bedoelde bestemming te schrappen indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat geen sprake is van archeologische waarden.
Alvorens toepassing te geven aan deze regels dienen burgemeester en wethouders vooraf schriftelijk advies in te winnen bij de leidingbeheerder.
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan deze bepaling dient de procedure te worden gevolgd als bedoeld afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.