direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer - Railverkeer
Plan: Zuidelijke Dwarslaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1892.BPZuidelijkedwarsl-Va01

Artikel 6 Verkeer - Railverkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. onderdoorgangen met een maximale doorrijhoogte van 5 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - overkluisde waterloop' voor een overkluisde waterloop;
  • d. verkeersvoorzieningen, zoals wegen, viaducten, fiets- en voetpaden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. civieltechnische kunstwerken, waaronder mede begrepen keermuren.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de in lid 6.1 bedoelde bestemming, waaronder straatmeubilair, kunstwerken, zoals ongelijkvloerse kruisingen, tunnels, bruggen, duikers en geluidwerende of geluidafschermende voorzieningen worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 11 m.
  • b. De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 12 m.
  • c. De bouwhoogte van civieltechnische kunstwerken mag niet meer bedragen dan 10 m.
  • d. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • e. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 14 , wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.