direct naar inhoud van Artikel 3 Groen
Plan: Bronkboomstraat, Munstergeleen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.bpbronkboom-VA02

Artikel 3 Groen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Groen " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. plantsoenen, groenstroken en overige aanplanten;
  • b. drie krimlindes ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle bomen';
  • c. speelvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorzieningen';

alsmede voor:

  • d. voet- en fietspaden;
  • e. interne ontsluitingswegen;
  • f. water en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • g. kunstuitingen;
  • h. nutsvoorzieningen;

met bijbehorende:

  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • j. de in dit lid bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden en bouwmogelijkheden die in Hoofdstuk 3 voor de betrokken bestemming zijn aangegeven, inclusief de daarin opgenomen ontheffingsbevoegdheden.

3.2 Bouwregels

Op de voor “ Groen " aangewezen gronden mogen ten dienste van de in lid 4.1 omschreven doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van speelvoorzieningen mag ten hoogste 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen.

3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.3.1 Verbod

Het is verboden in een straal van 3 meter rondom de drie krimlindes ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle bomen', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanbrengen van boven- en communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • b. het leggen van drainagebuizen;
  • c. het aanlegen en verharden van wegen, paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het verlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem en/of gronden;
  • e. het wijzigen van de grondwaterstand door bevloeiing, (bron)bemaling, drainage of andere wijze;
  • f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze van indrijven van voorwerpen in de grond.

3.3.2 Uitzondering op verbod

Het onder 3.3.1 gestelde verbod is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhouds- en beheerswerkzaamheden, gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied;
  • b. werken en/of werkzaamheden, die op het tijdstip waarop het bestemmingsplan onherroepelijk van kracht is, in uitvoering zijn, mits het verrichten van deze handelingen niet de door of ernstige beschadiging of ontsiering van de boom tot (kunnen) hebben.

3.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden of de direct of indirect hieruit voortvloeiende gevolgen, geen onevenredige aantasting van de conditie, levensverwachting, groeiplaats en (beeld)kwaliteit van de boom of bomen plaatsvindt danwel dat er ter plaatse of elders voldoende maatregelen worden getroffen, bijvoorbeeld herplant, om de genoemde aantasting(en) te compenseren.

3.3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning een bomen-effect-rapportage verlangen, waaruit blijkt dat de bouw geen onevenredige gevolgen heeft voor de levensvatbaarheid en de ruimtelijke of ecologische betekenis van de waardevolle bomen en nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering van bouwwerken;
  • b. de afmetingen van bouwwerken;
  • c. de aard van de verhardingen;
  • d. de fundering van bouwwerken;
  • e. de bescherming van de boom of bomen tijdens de bouwfase;
  • f. het onderhoud van de bomen na de bouwfase;