direct naar inhoud van Artikel 11 Natuur
Plan: Buitengebied Born - Geleen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPBuitgbBornGeleen-VA01

Artikel 11 Natuur

11.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding, herstel en/of de ontwikkeling van natuurlijke waarde en/of ecologische waarde;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. het tegengaan van veranderingen in de grondwaterstand;
  • d. het beschermen van aanwezige waardevolle graslandvegetaties;
  • e. een visvijver, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - visvijver' (sr-vv);
  • f. een hondensportterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondensportterrein' (sr-hst);
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi', een veiligheidszone bevi. De regels in artikel 33.6 zijn van toepassing;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'POG', de provinciale ontwikkelingszone groen. De regels in artikel 33.4 zijn van toepassing;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'EHS', de provinciale ontwikkelingszone groen. De regels in artikel 33.2 zijn van toepassing;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'beekdal', een beekdal. De regels in artikel 33.1 dienen in acht te worden genomen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', een industriĆ«le geluidzone. De regels in artikel 33.3 zijn van toepassing;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'recreatieve netwerken', een recreatief netwerk. De regels in artikel 33.5 zijn van toepassing;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding', een veiligheidszone leiding. De regels in artikel 33.7 zijn van toepassing;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg', een veiligheidszone lpg. De regels in artikel 33.8 zijn van toepassing;
  • o. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 1', een vrijwaringszone voor de A2. De regels in artikel 33.11 dienen in acht te worden genomen;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg 2', een vrijwaringszone voor de A2. De regels in artikel 33.12 dienen in acht te worden genomen;
  • q. extensief dagrecreatief medegebruik;
  • r. water en waterhuishoudkundige voorzieningen,

met daaraan ondergeschikt:

  • s. paden ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik en/of onderhoud en beheer;
  • t. educatief medegebruik,

met de daarbij behorende:

  • u. voorzieningen van algemeen nut;
  • v. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte niet meer dan 2 meter mag bedragen ten dienste van dagrecreatief medegebruik en nutsvoorzieningen waarvan de maximale hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • f. in het belang van een goede landschappelijke inpassing;
  • g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:

  • a. het gebruik:
    • 1. voor detailhandel;
    • 2. voor het houden van evenementen;
    • 3. voor kamperen;
    • 4. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
    • 5. als sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
    • 6. voor het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorvoertuigen;
    • 7. voor het racen of crossen met motorvoertuigen;
    • 8. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
    • 9. voor militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen;
    • 10. voor het plaatsen van mestzakken of daarmee vergelijkbare voorzieningen;
    • 11. voor opslag van goederen en materialen, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
    • 12. voor opslag van brandgevaarlijke en giftige stoffen;
    • 13. voor het winnen van bosstrooisel en mos;
    • 14. als terrein voor het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet;
    • 15. voor het scheuren van grasland;
    • 16. als paardenbakken;
    • 17. voor permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen, inclusief aan het wonen gerelateerde activiteiten en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid;
    • 18. als seksinrichting;
  • b. het geheel of gedeeltelijk egaliseren of slechten van graften;
  • c. het in hun functioneren belemmeren of aantasten van bestaande natuurlijke of kunstmatige waterbuffers, inclusief aan- en afvoervoorzieningen.
11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Vergunningplichtige werken en/of werkzaamheden

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, tenzij dit noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. het vellen en/of rooien van houtgewas, met name hoogstamboomgaarden, of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas tot gevolg kan hebben, behoudens bij wijze van verzorging;
  • e. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand;
  • f. het verrichten van exploratie- en exploitatieboringen ten behoeve van de winning van delfstoffen;
  • g. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschoeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen;
  • h. het verwijderen van graften, bosstroken en/of grasbanen.
11.5.2 Uitzondering

Het verbod als bedoeld in 11.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en/of werkzaamheden, die van geringe omvang zijn dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken en/of werkzaamheden, welke op het tijdstip waarop het plan in werking treedt, in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
11.5.3 Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 11.5.1 zijn slechts toelaatbaar, mits uitvoering van de werken en/of werkzaamheden niet leidt tot de in bijlage 1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'. genoemde gevolgen voor landschaps-, natuur- en cultuurhistorische waarden.