direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Born - Geleen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1883.BPBuitgbBornGeleen-VA01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van activiteiten, gericht op de sociale, maatschappelijke, educatieve en/of openbare dienstverlening, met uitzondering van de volgende maatschappelijke functies:
    • 1. drugsopvang;
    • 2. justitiĆ«le inrichtingen;
    • 3. militair oefenterrein;
    • 4. militaire zaken;
  • b. een dierenbeschermingscentrum, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-dierenbeschermingscentrum' (sm-bdc);
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', een industriĆ«le geluidzone. De regels in artikel 33.3 zijn van toepassing;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'recreatieve netwerken', een recreatief netwerk. De regels in artikel 33.5 zijn van toepassing;

met de daarbij behorende:

  • e. wegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en parkeervoorzieningen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden opgericht.

10.2.2 Bedrijfsgebouwen
  • a. de maximale goothoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt 7 meter en de maximale bouwhoogte 12 meter;
  • b. de maximale oppervlakte aan bebouwing van de bedrijfsgebouwen, zoals aangeduid op de verbeelding, mag niet worden overschreden;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • d. de minimale afstand tot de as van de weg bedraagt 18 meter.
10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen uitsluitend worden gebouwd in het achtererfgebied, behoudens erf- en terreinafscheidingen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 5 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte in het achtererfgebied maximaal 2 meter bedraagt en waarvan de bouwhoogte in het voorerfgebied maximaal 1 meter bedraagt;
    • 2. vlaggen-, reclame- en lichtmasten, waarvan de bouwhoogte maximaal 12 meter bedraagt;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens dient minimaal 3 meter te bedragen met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen.
10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving, waaronder geconcentreerd bouwen;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  • f. in het belang van een goede landschappelijke inpassing;
  • g. in het belang van een verantwoorde afvoer van hemelwater (infiltratie of retentie).
10.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik:

  • a. als geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. voor detailhandel;
  • c. als seksinrichtingen;
  • d. als staan- of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen;
  • e. voor verblijfsrecreatie;
  • f. als sport- en wedstrijdterrein, parkeerterrein, buitenmanege of lig- en speelweide;
  • g. voor het beproeven van voertuigen, de beoefening van de motorsport, het houden van wedstrijden met motorvoertuigen;
  • h. voor het racen of crossen met motorvoertuigen;
  • i. voor horeca;
  • j. voor opslag van goederen en materialen, behoudens voor zover dit noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • k. voor permanente of tijdelijke bewoning.