Status: | vastgesteld |
---|---|
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1842.BP18BG03-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Maaslandse Dam met identificatienummer NL.IMRO.1842.BP18BG03-va01 van de gemeente Midden-Delfland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw (door de vorm) onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneengebouwde woningen.
het gebruik van de gronden dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meerdere gebouwen en/of andere bouwwerken geen gebouwen zijnde.
geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de raad vastgesteld plan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een vrijstaand of aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat vanaf het hoofdgebouw niet rechtstreeks toegankelijk is.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het opslaan of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur, en dergelijke.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
schuttingen, muren, terrasschermen en andere gebouwde verticale afscheidingen welke al dan niet op de erfgrens zijn geplaatst.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Westlandse ijzeren kniekas.
een gebouw dat gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel valt aan te merken.
één persoon, een gezin of een hiermee gelijk te stellen groep van personen van beperkte omvang, die bij verblijf in een zelfstandige woning of een recreatiewoning de daar aanwezige essentiële woonvoorzieningen deelt.
een specifieke vorm van detailhandel zonder uitstalling, verkoop en afhaal van goederen ter plaatse, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en overwegend per post worden geleverd.
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
het in een woning door de bewoner op beroeps- of bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
theetuin, koffieschenkerij of -proeverij van streekeigen producten dan wel producten (inclusief het schenken van licht alcoholische dranken), géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
een complex van relatiestelsels, tezamen een herkenbaar deel aardoppervlak vormend, dat gemaakt is en in stand gehouden wordt door de wederzijdse beïnvloeding van levende en niet-levende natuur alsmede de wisselwerking met de mens.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat geheel.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van landschap.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
een voor verblijf geschikt, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken, vaar- of voertuig, ark of caravan, voor zover dat/die niet als een bouwwerk is aan te merken, alsook een tent.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een voor mensen toegankelijke oppervlakte overdekt, bestaande uit een dakconstructie en voorzien van ten hoogste één wand.
Een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van twee aaneengebouwde woningen.
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
een woning die hoogstens door middel van de bijgebouwen met een andere woning verbonden is en waarvan geen van beide zijgevels in de zijdelingse perceelgrens staan.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zoals deze geldt ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
een specifieke vorm van detailhandel met uitstalling, waarbij de goederen via internet worden aangeboden en zowel per post worden geleverd als ter plaatse afgehaald worden.
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
Wet ruimtelijke ordening zoals deze geldt ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan.
een complex van ruimten, uitsluitend voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding.
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Vanaf de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de perceelgrens.
Tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van scheidingsmuren).
Gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. de bestemmingsgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Max. Inhoud | Max. opp. | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | |
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevel - elders |
1 m 2 m |
|||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
Bij elke nieuwe ontwikkeling worden minimaal de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen Midden-Delfland 2012 toegepast.
Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover bedrijfswoningen (inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen en overkappingen ) worden opgericht, nadere eisen stellen aan de situering, de oppervlakte en/of de inhoud van de gebouwen ten einde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situatie van de bebouwing ten opzichte van het perceel te verzekeren, waarbij in ieder geval geldt:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de ten behoeve van het gebruik toegelaten bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals erfafscheidingen.
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 voor de realisatie van balkons, erkers of gelijkwaardig, welke onderdeel zijn van het hoofdgebouw voor een maximum oppervlak van 5 m2.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c van de Wabo wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de als 'Verkeer - Verblijfsgebied' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in lid 5.1 genoemde doeleinden worden gebouwd. Hiervoor geldt dat de hoogte maximaal 3 m mag bedragen, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmetingen van bouwwerken en bouwpercelen alsmede de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en omvang van parkeer- en groenvoorzieningen en de aanleg en profilering van wegen ten behoeve van:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bij elke nieuwe ontwikkeling worden minimaal de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen Midden-Delfland 2012 toegepast.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied als geheel, nadere eisen stellen aan de gebouwen ten aanzien van:
Meer specifieke kwaliteitseisen zijn vastgesteld in het afzonderlijk vastgestelde Beeldkwaliteitplan dat ook dit gebied omvat (zie Bijlage 1). Bij toetsing aan het aspect 'ruimtelijke kwaliteit' als bedoeld in lid 6.3.1 wordt het Beeldkwaliteitplan als leidraad gebruikt.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied als geheel afwijken van artikel 6.2.1 onder e en de maximale inhoud van hoofdgebouwen vergroten waarbij:
Meer specifieke kwaliteitseisen zijn vastgesteld in het afzonderlijk vastgestelde Beeldkwaliteitplan dat ook dit gebied omvat (zie Bijlage 1). Bij toetsing aan de vergroting van het hoofdgebouw als bedoeld in lid 6.4.1 wordt het Beeldkwaliteitplan als leidraad gebruikt.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
In iedere woning is de uitoefening van aan huis gebonden kleinschalige beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, met dien verstande dat:
In iedere woning is de uitoefening van een bed & breakfast aan huis toegestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
In het Beeldkwaliteitplan zijn parkeernormen vastgelegd voor de woningen. Een bouwplan dient minimaal te voorzien in het aantal parkeerplaatsen dat volgt uit de parkeernormen van het Beeldkwaliteitplan.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied als geheel, nadere eisen stellen aan de gebouwen ten aanzien van:
Meer specifieke kwaliteitseisen zijn vastgesteld in het afzonderlijk vastgestelde Beeldkwaliteitplan dat ook dit gebied omvat (zie Bijlage 1). Bij toetsing aan het aspect 'ruimtelijke kwaliteit' als bedoeld in lid 7.3.1 wordt het Beeldkwaliteitplan als leidraad gebruikt.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
In iedere woning is de uitoefening van aan huis gebonden kleinschalige beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, met dien verstande dat:
In iedere woning is de uitoefening van een bed & breakfast aan huis toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.1 en toestaan dat in iedere woning de ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten, inclusief verkoop van deze producten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.1 en toestaan dat in iedere woning een kleinschalige horecagelegenheid is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.1 en toestaan dat in iedere woning een museum/ tentoonstellingsruimte is toegestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
In het Beeldkwaliteitplan zijn parkeernormen vastgelegd voor de woningen. Een bouwplan dient minimaal te voorzien in het aantal parkeerplaatsen dat volgt uit de parkeernormen van het Beeldkwaliteitplan .
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied als geheel, nadere eisen stellen aan de gebouwen ten aanzien van:
Meer specifieke kwaliteitseisen zijn vastgesteld in het afzonderlijk vastgestelde Beeldkwaliteitplan dat ook dit gebied omvat. Bij toetsing aan het aspect 'ruimtelijke kwaliteit' als bedoeld in lid 8.3.1 wordt het Beeldkwaliteitplan als leidraad gebruikt.
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van de ruimtelijke kwaliteit van het plangebied als geheel afwijken van artikel 8.2.1 onder b in combinatie met artikel 8.2.1 onder e en de maximale goothoogte verhogen naar 4 meter indien de voorgevel van de woning op minimaal 6 meter uit de kavelgrens van de straatzijde wordt opgericht. Bij toetsing aan de verhoging van de goothoogte van het hoofdgebouw als bedoeld in dit lid wordt het Beeldkwaliteitplan (zie Bijlage 1) als leidraad gebruikt.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
In iedere woning is de uitoefening van aan huis gebonden kleinschalige beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, met dien verstande dat:
In iedere woning is de uitoefening van een bed & breakfast aan huis toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 8.1 en toestaan dat in iedere woning de ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten, inclusief verkoop van deze producten is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 8.1 en toestaan dat in iedere woning een kleinschalige horecagelegenheid is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 8.1 en toestaan dat in iedere woning een museum/ tentoonstellingsruimte is toegestaan, met dien verstande dat:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 9.1 zodat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onderdeel c van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend:
Voor de uitvoering van werken binnen de voor 'Waterstaat - Waterkering' bestemde zone is, onverminderd de bepalingen van het bestemmingsplan, vergunning van het Hoogheemraadschap van Delfland vereist.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - weg - 2' gelden bouwregels voor het tegengaan van een te hoge geluidbelasting op de gevels van de te realiseren geluidgevoelige objecten vanaf 3 meter boven maaiveld.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen geluidgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder worden gerealiseerd.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 11.1.2 voor het bouwen van geluidgevoelige objecten, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend indien uit nader akoestisch onderzoek is gebleken dat de geluidbelasting op de gevels van de geluidgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende wettelijke grenswaarde.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding 'geluidzone - weg - 2' wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in verkeersintensiteiten, akoestische maatregelen aan de weg en/of overdrachtsgebied aanleiding toe bestaat.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van Hoofdstuk 2 reeds bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
Het bevoegd gezag kan bij de verlening van een omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van:
De in lid 12.1 genoemde afwijkingen bij omgevingsvergunning mogen slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
De onder 13.1.1 genoemde wijzigingen zijn slechts toegestaan indien:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Maaslandse Dam, van de gemeente Midden-Delfland.