4.8 Cultuurhistorische aspecten
In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen.
De Cultuur Historische Hoofdstructuur Zuid-Holland, regio Delfland en Schieland (Provincie Zuid-Holland 2003) laat zien dat het plangebied is gesitueerd in een gebied met een zeer grote verwachting voor archeologische sporen uit de Romeinse tijd.
In maart 2010 is er een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek middels grondboringen uitgevoerd. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat bij de realisering van het oprichten van de 14 appartementen vermoedelijk geen archeologische resten zullen worden verstoord.
Conclusie
Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt in het plangebied in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 en 54 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS).