Type plan: projectbesluit
Naam van het plan: Poeldijksepad nabij 2 te Honselersdijk
Status: onherroepelijk
Plan identificatie: NL.IMRO.1783.gba000033-onhe

4.7 Ecologie

De Eco-effectscan heeft als doel te inventariseren of het project in strijd zou kunnen zijn met de natuurwetgeving. Deze natuurwetgeving betreft de:
  • Flora- en faunawet voor beschermde soorten.
  • Natuurbeschermingswet voor beschermde natuurgebieden.
Beschermde natuurgebieden
Het plangebied ligt niet in of grenst niet aan een beschermd natuurgebied of een ecologische verbindingszone. Maatregelen of nader onderzoek zijn niet nodig.
 
Gemeentelijk natuurbeleid
Het plan ligt niet in een zone, die binnen het gemeentelijk natuurbeleid valt. Een nader onderzoek of overleg met bevoegd gezag wordt niet nodig geacht.
 
Beschermde soorten
In de onderstaande tabel wordt aangegeven welke beschermde soorten of soortgroepen op het projectgebied voorkomen of verwacht worden en of het project een effect op de functionaliteit van het leefgebied van deze soorten kan hebben. In de volgende paragraaf worden de eventueel benodigde maatregelen of vervolgacties uitgewerkt.
 
 
Maatregelen
In deze paragraaf wordt per (potentieel) aanwezige beschermde soort(groep) aangegeven wat de vervolgprocedure is. Dit betreft de volgende adviezen:
  • maatregelen die in het kader van de Zorgplicht (artikel 2) geadviseerd worden;
  • mitigerende maatregelen om te voorkomen dat er een artikel uit de Flora- en faunawet overtreden wordt en de functionaliteit van het leefgebied behouden blijft,;
  • maatregelen volgens een gedragscode;
  • vervolgonderzoek of - ontheffingaanvraag.
Vogels
Alle inheemse vogelsoorten zijn beschermd in de Flora- en faunawet en mogen niet verstoord worden tijdens het broeden (art 11). Voor het verstoren van broedende vogels wordt in principe geen ontheffing verleend, omdat verstoring gemakkelijk voorkomen kan worden door de werkzaamheden uit te stellen. Geadviseerd wordt de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Om te voorkomen dat er vogels gaan broeden, kan buiten het broedseizoen en vooraf aan de werkzaamheden de begroeiing verwijderd worden en de schoorsteen dichtgestopt of verwijderd worden.
 
Indien werkzaamheden toch in het broedseizoen worden uitgevoerd, dient eerst nagegaan te worden of er vogelnesten aanwezig zijn. Indien deze aanwezig zijn, moet door een ter zaken kundige worden bepaald of het gaat om jaarrond beschermde nesten en of de werkzaamheden verstoring tot gevolg hebben. Indien de nesten jaarrond beschermd zijn of de werkzaamheden tot verstoring van broedvogels leiden, dienen maatregelen te worden genomen en/of dienen werkzaamheden te worden uitgesteld.
 
Zoogdieren, amfibieën
De potentieel aanwezige algemeen voorkomende zoogdieren (huisspitsmuis, veldmuis, egel) en amfibieën (gewone pad) vallen onder de vrijstellingsregeling van de Flora- en faunawet. Voor verstoring (art 11) is geen ontheffing nodig, maar de zorgplicht (art 2) blijft wel van toepassing. Gezien de beperkte effecten, wordt het niet nodig geacht maatregelen te treffen.
 
Vleermuizen
Voor wat betreft de aanwezigheid van vleermuizen is de woning en het bedrijf matig geschikt als verblijfplek voor gebouw bewonende vleermuizen aangezien er weinig spouwgaten aanwezig zijn en de dakpannen nauw aansluiten. Aangezien zowel de gebouwen als de omgeving weinig geschikt zijn voor vleermuizen, kan de aanwezigheid van vleermuizen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden uitgesloten.
 
Bomen
In maart 2011 is door het bedrijf Van Jaarveld en Van Scherpenzeel een bomen analyse uitgevoerd. De conclusie uit dit rapport is de volgende:
  • rondom de boom is oppervlakkige beworteling aangetroffen (wortelopdruk), zowel op openbaar terrein (voetpad) als in de voortuin;
  • de conditie van de boom is matig;
  • in de kroon is veel dood hout aanwezig;
  • de stam is als gevolg van houtrot sterk verdikt t.h.v. een omvangrijke holte;
  • er is actief houtrot in de boom aanwezig;
Door middel van snoei (rondom innemen) is de boom voorlopig (3-5 jaar) veilig te handhaven. Echter aangezien er in de boom actief houtrot is aangetroffen, zal de boom uit veiligheidsoogpunt binnen 5-10 jaar gekapt dienen te worden en daarom achten wij dat de boom niet duurzaam is te handhaven.
 
De volgende afspraken voor het kappen van de boom zijn in de overeenkomst met de aanvrager opgenomen: 
  • Alvorens over te gaan tot kap van de boom, dient er overleg plaats te vinden tussen gemeente, afdeling IBOR, en exploitant over het kappen en het herplanten van een boom/meerdere bomen met vergelijkbare waarde als de te kappen boom.
Conclusie
Gelet op bovenstaande vormt ecologie geen belemmering voor de geplande herinrichting en bestemmingswijziging. Vanuit de gemeente kan ingestemd worden met het kappen van de boom indien voldaan wordt aan bovenstaande afspraken.