direct naar inhoud van 5.3 Verkeer en vervoer
Plan: N223 Westerlee-Maasdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST

5.3 Verkeer en vervoer

Beoogde ontwikkeling

De reconstructie van knooppunt Westerlee en de aanleg van het trajectdeel Westerlee – Maasdijk van de Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland maakt deel uit van het 3-in-1- project, dat ten doel heeft de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in het gebied Westland-Hoek van Holland te verbeteren. Zonder maatregelen zal de verkeerssituatie op al deze drie aspecten verder verslechteren als gevolg van de autonome groei van het verkeer.

Toegespitst op knooppunt Westerlee en het trajectdeel N223 Westerlee-Maasdijk is het beoogde doel als volgt te specificeren.

  • Verbetering van de bereikbaarheid in het Westland voor het economisch verkeer van en naar de A4 en de A20 en de bereikbaarheid van Hoek van Holland, ook ingeval van calamiteiten. De bereikbaarheid staat onder druk ten gevolge van de geplande (economische) ontwikkelingen binnen het gebied. Kenmerkend daarbij is het relatief grote aandeel vrachtverkeer, dat ver boven het landelijk gemiddelde ligt. Vrachtwagens nemen op het wegennet en kruispunten niet alleen meer capaciteit in beslag dan een personenauto, maar veroorzaken ook meer overlast voor de omgeving van de weg (geluid, trillingen en geur).
  • De maatregelen op het knooppunt Westerlee zijn onder meer van belang voor de bereikbaarheid van het veilingcomplex Flora Holland, handelscentrum Westerlee en Stena Line. Daarnaast maakt aansluiting op knooppunt Westerlee van de te realiseren Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland een capaciteitsverruimende ingreep op knooppunt Westerlee noodzakelijk.
  • De Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland is van belang voor de bereikbaarheid van Hoek van Holland. De Maasdijk is in de huidige situatie de enige gebiedsontsluitende route vanuit het zuidoosten (van/naar A20). De capaciteit van deze weg is niet toereikend. In de toekomstige situatie zal de congestiekans op deze route nog verder toenemen. Daarnaast ontbreekt voor Hoek van Holland een goede tweede calamiteitenroute.
  • Gestreefd wordt naar een verbetering van de leefbaarheid van het gebied door het verminderen van de huidige verkeersgerelateerde leefbaarheidknelpunten, zonder elders nieuwe knelpunten te veroorzaken. Het project kan een bijdrage leveren aan het verminderen van leefbaarheidknelpunten die samenhangen met hinder door verkeer, zoals geluid, lucht, geur, trillingen en barrièrewerking voor langzaam verkeer. Voor de woningen, gelegen langs de Maasdijk, staat als gevolg van de hoge intensiteiten van deels doorgaand (vracht)verkeer de leefbaarheid onder druk. Deze hinder is relatief groot doordat de woningen dicht langs de Maasdijk liggen en de hinder van de Maasdijk door de hoge ligging ten opzichte van zijn omgeving ver het omliggende gebied indringt. In de kern Maasdijk treedt deze hinder geconcentreerd op. Ontlasting van de huidige route over de Maasdijk is van belang om de leefbaarheid te verbeteren.
  • Gestreefd wordt naar een verbetering van de verkeersveiligheid in het Westland en Hoek van Holland door de intensiteit van de weg in evenwicht te brengen met de functie en inrichting ervan. Dat wil zeggen het verkeer te laten rijden op wegen die daarvoor zijn bedoeld met een bijpassend duurzaam veilig profiel. Verbetering van de verkeersveiligheid is vooral aan de orde voor de Maasdijk7.

Toetsingskader

Zowel bereikbaarheid als veiligheid en leefbaarheid heeft een sterke relatie met de verkeersintensiteit. Het toetsen of de beoogde ontwikkeling de doelen naderbij brengt, kan deels plaatsvinden door vergelijking van verkeersprognoses. Voor het toetsingskader wordt beoordeeld in hoeverre de route over de Maasdijk wordt ontlast. Hiernaast wordt beoordeeld of sprake is van een verbetering of verslechtering van de bereikbaarheid voor de verschillende deelgebieden als gevolg van nieuw aan te leggen of te doorsnijden verbindingen.

Wat betreft de verkeersveiligheid en de bereikbaarheid voor het langzaam verkeer en het openbaar vervoer is nagegaan of er goede alternatieven in het plan zijn opgenomen voor de fietsroutes die door de uitvoering van de plannen worden doorsneden.

Voorts wordt bezien of het ontwerp van de nieuwe route en de nieuwe kruispunten voldoen aan de eisen voor verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid (Duurzaam Veilig).

Onderzoek

Omvang autoverkeer

Om de effecten van de reconstructie van knooppunt Westerlee en de aanleg van het trajectdeel Westerlee–Maasdijk op de verkeersintensiteiten te bepalen is gebruik gemaakt van het verkeersmodel van de gemeente Westland. Het model geeft de verkeersintensiteiten voor de jaren 2008 en 2018 in aantal motorvoertuigen per etmaal weer voor een gemiddeld werkdagetmaal. Het model 2008 geeft de huidige situatie weer. Het model 2018 geeft de toekomstige situatie weer, inclusief diverse geplande ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen binnen en rondom de gemeente Westland. De modelberekeningen dienen voorts als basis voor de lucht- en geluidsberekeningen. De resultaten van het verkeersmodel zijn in de onderstaande tabel samengevat.

Tabel 5.1 Verkeersintensiteiten (motorvoertuigen per werkdagetmaal, afgeronde getallen)

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST_0005.png"

In 2008 is het ontwerp door Arcadis getoetst. Naar aanleiding van microsimulatiestudies waarbij de verkeersafwikkeling op en rond beide turbopleinen is bezien, is het ontwerp op een aantal kleine punten geoptimaliseerd (ontwerpverantwoording 'Westland bereikbaar' N223 verbinding A20-N220' (Westerlee-Maasdijk); versie 3.1, Arcadis, 12 februari 2008). Het ontwerp voldoet op het punt van verkeersafwikkeling.

Keuze verkeersmodel

In het voorontwerpbestemmingsplan "N223 Westerlee - Maasdijk" is gebruik gemaakt van een provinciaal verkeersmodel, het Regionaal Model Zuid-Holland. Voor de onderbouwing van het voorliggende bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van het verkeersmodel van de gemeente Westland. Dit verkeersmodel is nu gekozen, omdat het actueler en fijnmaziger is dan het provinciale model. Het provinciale model is juist op hoofdstructuren berekend.

Bereikbaarheid autoverkeer

- Veilingen

De veiling Flora Holland ligt buiten het studiegebied, maar is een belangrijke bestemming en herkomst van verkeer. Deze is via de Veilingroute N222 en via N213 en Middel Broekweg (N466) goed bereikbaar. De veiling naast het knooppunt Westerlee is niet meer in bedrijf en vormt nu het handelscentrum Westerlee. Het terrein is tegenwoordig bereikbaar via de N213 met een 'eigen' toegang vanuit het noorden en via de N223, Jogchem van der Houtweg en Kijckerweg. Het handelscentrum Westerlee (agrologistieke activiteiten) dient als locatie goed bereikbaar te blijven.

De bereikbaarheid van beide veilingen hangt voornamelijk samen met de relaties A20 en N222 (Veilingroute). Ten opzichte van het MER-alternatief blijft de relatie met de N222 in het geoptimaliseerde ontwerp ongewijzigd. Op basis van de verkeersprognoses uit november 2007 voor het jaar 2010 en 2020 is vastgesteld dat de turbopleinen voldoende functioneren om de verkeersbelasting aan te kunnen.

- Honderdland

In de MER-alternatieven bleek het niet mogelijk bedrijventerrein Honderdland direct op de N223 aan te sluiten. Tussen de Maasdijk en Westerlee ontbrak daarvoor ruimte binnen het tracé. Evenmin was het goed mogelijk Honderdland indirect via een aansluiting op de Maasdijk te ontsluiten, omdat de benodigde extra opstelvakken op de Maasdijk bij de aansluiting met de N223 moeilijk inpasbaar bleken. In het nieuwe ontwerp sluit het bedrijventerrein wel direct op de N223 aan en wordt het zuidelijk deel van de Maasdijk afgekoppeld. Honderdland wordt in het nieuwe ontwerp dan optimaal ontsloten. Het huidig ontwerp biedt een betere ontsluiting dan het voorkeursalternatief uit het MER.

- Omliggend gebied

De bereikbaarheid van het omliggende gebied wordt afgemeten aan de mate waarin dit gebied vanaf de hoofdstructuur te bereiken is.

Het gebied Groeneweg, Oranjesluisweg, St. Jorispad en de Galgeweg wordt niet direct op de N223 aangesloten. Het gebied is via drie routes ontsloten naar het regionale hoofdwegennet: via Galgeweg en de Zuidelijke Randweg Naaldwijk naar de N213 en Verlengde Veilingroute, via Honderdland naar de N223 als ook via de zuidelijk gelegen aansluiting Coldenhove naar de A20. Het gebied is daarmee voldoende ontsloten. De indirecte ontsluiting voorkomt daarnaast sluipverkeer door het gebied.

Op het aspect bereikbaarheid scoort het ontwerp beter dan het voorkeursalternatief uit het MER, met name als gevolg van de verbeterde ontsluiting van Honderdland.

- Bereikbaarheid bij calamiteiten

Bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten is gewaarborgd doordat politie-, brandweerauto's en ambulances zich doorgaans vrij gemakkelijk over het turboverkeersplein Westerlee kunnen bewegen. Het turboplein is via één van de vele opstelstroken altijd wel te bereiken. De vele stroken op het plein zelf en de twee rijstroken per richting tussen Westerlee en de Maasdijk stellen de hulpverleningsdiensten in staat de route snel te vervolgen. Het ontwerp wordt gelijk gewaardeerd aan het voorkeursalternatief uit het MER.

Verkeersveiligheid

Binnen het aspect verkeersveiligheid worden twee items onderscheiden: objectieve verkeersveiligheid (aantal verkeersongevallen) en subjectieve verkeersveiligheid (het gevoel van veiligheid in het verkeer).

- Objectieve verkeersveiligheid

Ter plaatse van knooppunt Westerlee wordt het huidig ontwerp gelijk gewaardeerd aan het voorkeursalternatief uit het MER. Beide kruispuntoplossingen zijn relatief veilig, ervan uitgaande dat het turboverkeersplein is voorzien van goede bewegwijzering. Deze zal worden gebaseerd op de uitgangspunten die tot stand zijn gekomen op basis van de evaluatie van het turboverkeersplein Doenkade en Tolhekplein (N470).
Ter plaatse van de aansluiting Maasdijk is het nieuwe ontwerp veiliger dan het voorkeursalternatief uit het MER, doordat het turboverkeersplein geen hoge snelheden toelaat en geregeld wordt door een verkeersregelinstallatie. Hierdoor mag verwacht worden dat bij dit ontwerp minder (ernstige) ongevallen zullen plaatsvinden.

- Subjectieve verkeersveiligheid

Het gevoel van verkeersveiligheid is een subjectief begrip en laat zich moeilijk meten. Slechts op kwalitatieve wijze kan enige richting worden aangegeven.
Het is bekend dat automobilisten zich onveilig voelen wanneer ze ingeklemd raken tussen vrachtauto's. Bij het turboverkeersplein Westerlee is de kans hierop aanzienlijk groter dan bij de kruispuntoplossing van het voorkeursmodel uit het MER. Door het grote aantal opstelvakken voor het turboverkeersplein en het grote aandeel vrachtverkeer, zal het regelmatig voorkomen dat aan weerskanten van een personenauto vrachtauto's staan opgesteld. Met name bij het tegelijk oprijden kan dit tot een verkeersonveilig gevoel leiden. Tegelijk oprijden kan, gezien de tweefasenregeling op het turboverkeersplein, niet worden voorkomen. Ook op het turboverkeersplein Maasdijk kunnen zich dergelijke situaties voordoen. In totaliteit scoort het ontwerp gelijk aan het MER. De verkeersveiligheid op het turboverkeersplein bij de Maasdijk scoort iets beter dan het voorkeursalternatief uit het MER, de verkeersveiligheid op het turboverkeersplein Westerlee iets minder goed. Een kwantitatieve onderbouwing hiervan is echter niet mogelijk.

Leefbaarheid

De leefbaarheidknelpunten houden verband met de grote hoeveelheden verkeer door de dorpskernen in het Westland en door het buitengebied. In de omgeving van het projectgebied zijn het met name de Maasdijk N220, de Galgeweg en de Oranjesluisweg waar leefbaarheidknelpunten optreden. Dit houdt verband met het ontbreken van een goede hoofdverkeersstructuur. Zowel het voorkeursalternatief uit het MER als het nieuwe ontwerp voorzien in een dergelijke structuur. Als gevolg daarvan mag worden verwacht dat de verkeersgerelateerde leefbaarheidknelpunten sterk zullen afnemen. Het ontwerp wordt in grote lijnen gelijk gewaardeerd aan het voorkeursalternatief uit het MER. Wel geldt dat de wijze waarop de Maasdijk ten zuiden van de N223 aan de hoofdinfrastructuur is onttrokken een verbetering voor de verkeersleefbaarheid inhoud.

Langzaam verkeer

De langzaamverkeersstructuur rondom Westerlee is een belangrijk punt van aandacht. Het meeste fietsverkeer is voornamelijk doorgaand verkeer tussen verschillende bebouwingsconcentraties, waaronder ook schoolroutes vallen.
Uitgangspunt is dat doorsneden fietsverbindingen ongelijkvloers de hoofdinfrastructuur zullen kruisen. Dit betekent dat het fietsverkeer via tunnels of viaducten wordt afgewikkeld en niet gelijkvloers kruist met het gemotoriseerde verkeer. Hierdoor ontstaat tevens ruimte in de verkeerslichtenregeling voor het gemotoriseerde verkeer en beperkt de kans op (slachtoffer) ongevallen.
In afbeelding 5.1 zijn de huidige fietsvoorzieningen rondom Westerlee en de Maasdijk weergegeven. Deze fietsvoorzieningen maken deel uit van het utilitaire- en het recreatieve fietsroutenetwerk in Haaglanden. Herstel van deze verbindingen is voorzien door een aantal tunnels in het ontwerp (zie afbeelding 5.2). De omrijbewegingen verschillen niet ten opzichte van de huidige situatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST_0006.jpg"

Afbeelding 5.1 Bestaande situatie fietsstructuur

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.OBP00000010-VAST_0007.jpg"

Afbeelding 5.2 Nieuwe situatie fietsstructuur

Ten opzichte van het voorkeursalternatief van het MER scoort het nieuwe ontwerp gelijk. Verder verbetert de verkeersveiligheid voor het langzaam verkeer, doordat het fietsnetwerk meer dan in het voorkeursalternatief van het MER ongelijkvloerse kruisingen krijgt met de regionale wegverbindingen. Zo verbetert de huidige gevaarlijke oversteek van de Maasdijk bij de Oranjesluisweg.


De Maasdijk ten zuiden van de N223 zal niet worden afgesloten, maar autoluw gemaakt en aangesloten op de bestaande Pettendijk, die ter hoogte van de Lange Kruisweg met een rotonde op de Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland aantakt. De huidige verbindingen van en naar het dorp Maasdijk blijven in takt. Wel worden de fietsroutes ongelijkvloers. Voor de fietsers, waaronder veel schoolgaande jeugd, wordt de verbinding met het dorp Maasdijk dus veiliger.

Openbaar vervoer

In de huidige situatie voert de enige buslijn die de kern Maasdijk bedient vanuit Maassluis over de Maasdijk en de Oranjesluisweg via de Galgeweg naar Naaldwijk. Een route over de Maasdijk is niet langer mogelijk, omdat de Maasdijk in het nieuwe ontwerp niet langer met de Oranjesluisweg is verbonden. In de nieuwe situatie voert de route van het openbaar vervoer over de ontsluitingsweg van Honderdland. De kern Maasdijk is via een tunnel onder de Maasdijk verbonden met Honderdland. De loopafstand naar de bushalte neemt hierdoor met 300 m toe. De tunnel die de Oranjesluisweg met Honderdland verbindt faciliteert ook het openbaar vervoer. De bediening per openbaar vervoer verslechtert voor de kern Maasdijk iets ten opzichte van het voorkeursalternatief in het MER, maar wordt optimaal voor het bedrijventerrein Honderdland.

Conclusie

Het nieuwe ontwerp voldoet - net als het voorkeursalternatief van het MER - aan de gestelde doelen. Daarnaast:

  • wordt het ruimtegebruik beperkt en kostbaar en landschappelijk minder gewenste ongelijkvloerse kruising bij Westerlee voorkomen;
  • verbetert de ontsluiting van Honderdland doordat in een directe ontsluiting op de N223 wordt voorzien;
  • verbetert de verkeersveiligheid van het fietsverkeer doordat alle regionale verbindende wegen ongelijkvloers worden gekruist; de verkeersveiligheid is niet in het geding, gezien de geprojecteerde ongelijkvloerse kruisingen met de verkeerswegen;
  • wordt de directheid van de routes voor langzaam verkeer niet beperkt; alle verbindingen blijven behouden en verbeteren als gevolg van ongelijkvloerse kruisingen;
  • is niet langer een directe verkeersuitwisseling tussen de N223 en de omliggende erftoegangswegen mogelijk, waardoor sluipverkeer zoveel mogelijk wordt voorkomen, waarbij de bereikbaarheid niet onaanvaardbaar wordt aangetast.


De conclusie is dat het plan voldoet aan de doelstellingen.