Plan: | Schiltstraat 12 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.OMSBPMUSEUMTS-0401 |
De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten. Centraal hierbij staat de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen 'voldoende zorg' in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. Ten behoeve van de planrealisatie kan het dan ook nodig zijn om ontheffing aan te vragen in verband met de (voorgenomen) overtreding van de verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet.
Tijdens het plannen van de werkzaamheden dienen de volgende zaken in kaart gebracht te worden:
Econsultancy B.V. te Doetinchem heeft in oktober 2009 een Quickscan flora en fauna uitgevoerd, zie Bijlage 4. De quickscan heeft als doel in te schatten of er op de onderzoekslocatie planten- en diersoorten aanwezig of te verwachten zijn die volgens de Flora- en faunawet een beschermde status hebben. Tevens wordt beoordeeld of de voorgenomen ingreep invloed kan hebben op gebieden die volgens overige natuurwetgeving zijn beschermd, of deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Het onderzoek is uitgevoerd middels het verrichten van een bureauonderzoek en een veldbezoek. Op deze wijze is inzicht verkregen in de aanwezigheid van geschikt habitat en de daarbij te verwachten beschermde soorten, gesitueerd op of nabij de onderzoekslocatie.
Conclusies quickscan
In de tuin op de binnenplaats staan enkele struiken en bomen waar vogels gebruik van kunnen maken om te broeden. De bebouwing is voor broedvogels niet toegankelijk en is ongeschikt als broedplaats voor huismus en gierzwaluw. Mogelijk maakt kauw gebruik van de schoorstenen om te broeden.
In het gebouw bevinden zich stootvoegen en ventilatieopeningen, de spouwruimte is echter geïsoleerd met piepschuimkorrels, zodat deze niet geschikt is als verblijfplaats voor vleermuizen.
Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen van steenmarter, in de vorm van latrines, prooiresten of martergeur waargenomen. Op grond hiervan is een verblijfplaats uitgesloten en bij sloop op korte termijn blijft dit zo. Op een lage muur aan de noordzijde van de onderzoekslocatie is een muurvaren aangetroffen. De betreffende soort is niet wettelijk beschermd.
Voor de overige soorten uit de verschillende soortgroepen vormt de onderzoekslocatie geen geschikt habitat of zijn deze op grond van bekende verspreidingsgegevens of het ontbreken van verblijfsindicaties niet te verwachten.
Voorgesteld wordt om voor aanvang van de sloop- en rooiwerkzaamheden een controle uit te voeren op de aanwezigheid van een broedgeval, of anders de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Op deze wijze is dan voldoende rekening gehouden met flora en fauna.