Het Landschapsontwikkelingsplan gemeente Dinkelland (LOP) is de gemeentelijke uitwerking van het Landschapsontwikkelingsplan Noordoost-Twente en Twenterand en de opvolger van het oude gemeentelijke landschapsbeleidsplan.
Hoofddoel van het LOP is het formuleren van de gewenste ontwikkelingsrichting voor het landschap voor de komende 10 jaar. Meer concreet is het de bedoeling dat het LOP een bijdrage levert aan:
- behoud, herstel , versterking en vernieuwing van landschappelijke kwaliteiten;
- een vitaal en veerkrachtig landschap;
- een gezamenlijke aanpak;
- stellen van landschappelijke randvoorwaarden ten aan zien van ontwikkelingen, die mogelijk zijn binnen de kaders van het bestemmingsplan buitengebied. Deze ontwikkelingen moeten in balans zijn met de reeds bestaande agrarische functies in het gebied en geen beperking vormen voor deze agrarische functies.
Landschappelijk streefbeeld
Onderhavig plangebied ligt volgens het LOP in het Dinkeldal. De aandacht in het LOP gaat voor het Dinkeldal vooral uit naar behoud en herstel van de historisch landschappelijke waarden van het oude cultuurlandschap langs de randen van het Dinkeldal en rond Tilligte. Het betreffen waarden zoals het kleinschalige reliëf (geïsoleerde koppen) en de verspreid liggende éénmansessen (kampen) met hun oude bebouwingen (essen en hoevezwermen) en de vele landschapselementen. Kleinschalige afwisseling in het (agrarisch) grondgebruik tussen de hogere koppen en de lagere delen dient hier te worden gestimuleerd.
Voor het beekdal gelden de volgende ontwikkelingsrichtingen:
- Behoud en herstel matenlandschap. Het accent is gericht op behoud en herstel van de kleinschalige singelstructuur van het matenlandschap en het extensieve gebruik als vochtig hooi- en weiland.
- Beekdalbrede ontwikkeling. Het accent is gericht op herstel van het beekdalsysteem en het stimuleren van een beekdalbrede inrichting. De brongebieden, de boven-, midden- en benedenlopen hebben ieder hun eigen karakteristieken, waardoor de gewenste breedte van de beekdalbrede inrichting uiteenloopt.
Het plangebied ligt tevens in een gebied dat wordt getypeerd als Essen- en kampenlandschap, in een deel waarvoor als ontwikkelingsrichting 'Boerenland' geldt. Het accent is daarbij gericht op grootschalig boeren in een kleinschalig landschap. Er is meer ruimte voor grootschalige (grondgebonden) landbouw, het creëren van grote huiskavels en verbeteren van de structuur dan in behoud en herstel gebieden, mits de karakteristieken van het kampen- en essenlandschap overeind blijven. Bijvoorbeeld minder waardevolle beplantingen die de bedrijfsvoering belemmeren kunnen worden verwijderd en elders gecompenseerd. De 'Boerenland'-gebieden komen grotendeels overeen met de in het kader van de reconstructie aangegeven verwevingsgebieden, met het hoofdaccent op grondgebonden landbouw (streefbeeld 2015).
Ontwikkelingskader
Om sturing te geven aan de ontwikkelingen is in het LOP een leidraad bij ‘rode’ ontwikkelingen uitgewerkt. De leidraad vormt het landschappelijk ontwikkelingskader voor de gemeente, om te bepalen of bepaalde ‘rode’ ontwikkelingen in een gebied landschappelijk gewenst zijn, en aan welke kwaliteitseisen moet worden voldaan. De leidraad geeft tevens de aan de ontwikkelingen gekoppelde tegenprestaties. Deze landschappeljke tegenprestaties dienen als voorinvesteringen in het landschap, waardoor een bijdrage kan worden geleverd aan realisatie van de hiervoor beschreven streefbeelden en ontwikkelingrichtingen. Het bestemmingsplan geeft uiteindelijk aan ‘of en waar’ de ontwikkelingen kunnen.
In het LOP wordt een aantal ontwikkelingen geschetst die van meerwaarde kunnen zijn voor het landschap. Onderhavig plan sluit het best aan bij de noemer 'Natuur- en landschapscamping', waarbij wordt aangegeven dat dit van meerwaarde kan zijn in het Dal van de Dinkel en het Essen- en kampenlandschap.
Aan de ontwikkeling worden de volgende kwaliteitseisen gesteld:
Dal van de Dinkel
- Vertragen van waterafvoer door meandering van de beek, verondiepen beekdal en volstorten oude beekloop.
- Herstel van het systeem van vloeiweiden, overstroming, retentie.
- Ontwikkelen halfopen natuurlijk karakter door extensieve natte graslanden en verspreide natuurlijke bossages.
- Herstel kleinschalig blokvormig karakter door aanplant houtwallen, singels en bomenrijen op de kavelgrenzen in het maten- en flierenlandschap.
- Het erf op de overgang van hoog naar laag draagt bij aan de beekdalrandbeplantingen en de natuurlijke bossages in het beekdal.
- De camping(/verblijfsrecreatie) op de overgang van hoog naar laag draagt bij aan de beekdalrandbeplantingen en de natte natuur en natuurlijke bossages in het beekdal.
Essen- en kampenlandschap (van Tilligte-Lattrop-Denekamp,Breklenkamp)
- Behoud en versterken van de sterke ruimtelijke variatie op korte afstand (hoog-laag, droog-nat open-dicht)
- Volgen van het kleinschalige reliëf, vastleggen van de hoogteverschillen met lijnbeplantingen
- Het erf aan de rand van een es of kamp ligt verankerd in het kleinschalige landschap.
- De camping(/verblijfsrecreatie) is ingepast in het kleinschalige landschap door een netwerk van routes en beplantingen.
Een aantal van de gestelde eisen zijn voor dit plan niet aan de orde, aan de overige eisen wordt reeds voldaan in de bestaande situatie. Dit blijft gehandhaafd in de beoogde uitbreiding. Op en aansluitend aan het terrein bevinden zich reeds veel veel groen en (kleinschalige) landschapselementen. Een toename daarvan is landschappelijk en bedrijfseconomisch onwenselijk.
Voor de nieuwe erfinrichting is een landschapsplan (zie bijlage 1 van de regels) is uitgewerkt waarin de uitgangspunten van het LOP eveneens worden gehanteerd.
De ervenconsulent heeft voor dit plan een advies opgesteld, zie bijlage 1. Daarin wordt wat betreft landschap (onder meer) aangegeven dat het erf vanuit recreatief oogpunt aantrekkelijk is gelegen, net ten noorden van Denekamp, in een afwisselend landschap waar landbouw en recreatie goed samen gaan. Op deze locatie is een uitgebreidere recreatieve ontwikkeling goed denkbaar. Het advies van de ervenconsulent is eveneens meegenomen in de bijgevoegde landschappelijke onderbouwing (en het ontwerp voor de nieuwbouw).