direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22m Buitengebied, verbranden snoeiafval buiten een installatie
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.TAMB2024004-0401

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Toepassingsbereik

1.1 Verhouding bestaand tijdelijk deel omgevingsplan (voormalig bestemmingsplan)
  • a. Het Chw Veegplan buitengebied Rijssen-Holten (NL.IMRO.1742.BPB2023000-0401) blijft van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid.
  • b. Voor zover de begripsbepalingen en de wijze van meten van plannen op de locatie bedoeld in het derde lid afwijken van de bepalingen uit dit hoofdstuk, gaat dit hoofdstuk voor bij de uitleg van hoofdstuk 22.
  • c. De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op het gehele buitengebied van de gemeente Rijssen-Holten, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.TAMB2024004-0401 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.

1.2 Bruidsschat inhoudelijk buiten toepassing

De regels in hoofdstuk 22, anders dan de regels in dit omgevingsplan, zijn niet van toepassing op de activiteit zoals in dit TAM-omgevingsplan beschreven.

1.3 Milieubelastende activiteit

De regels in dit hoofdsstuk gelden alleen voor een milieubelastende activiteit zoals omschreven in artikel 3.40e Besluit activiteiten leefomgeving.

1.4 Geometrische afbakening

De regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22m Buitengebied, verbranden snoeiafval buiten een installtie, waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.TAMB2024004-0401 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.

1.5 Beperking tijdvak verbranding en bijzondere weersomstandigheden
1.5.1 Wanneer ontbranding mag plaatsvinden

De regels in dit plan zijn alleen van toepassing op het verbranden van snoeiafval op Eerste en Tweede Paasdag, Oudejaars- en Nieuwjaarsdag.

1.5.2 Uitzondering vanwege bijzondere weersomstandigheden

Verbranden van reeds opgebouwde paas- of vreugdevuren zoals in Wanneer ontbranding mag plaatsvinden is beschreven, is op andere dagen alleen mogelijk als dit vanwege bijzondere weersomstandigheden en op advies van de Veiligheidsregio Twente op een andere dag moet.

Artikel 2 Begripsbepalingen

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in bijlage I van het omgevingsplan, bijlage I van het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, Bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling zijn van toepassing op dit hoofdstuk.

Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden aanvullend de volgende begripsbepalingen:

2.1 Snoeiafval

afval afkomstig na onderhoudswerkzaamheden in tuinen, parken, plantsoenen en bosgebieden dat alleen bestaat uit takken, blad of stammen

2.2 Paasvuur

een locatiegebonden vreugdevuur, dat bij wijze van traditie ter gelegenheid van Pasen op 1e of 2e Paasdag wordt ontstoken.

2.3 Vreugdevuur

een locatiegebonden vuur dat ter ere van een feestdag wordt ontstoken

Hoofdstuk 2 Inhoudelijke regels

Artikel 3 Lokale beoordelingsregels milieubelastende activiteit paas- of vreugdevuur in overeenstemming met omgevingsplan

3.1 lokale beoordelingsregels

Een paas- of vreugdevuur is in overeenstemming met het omgevingsplan als:

  • a. het paas- of vreugdevuur uit snoeiafval bestaat;
  • b. het totaal aantal paasvuren in de gemeente Rijssen-Holten niet meer dan 6 per kalenderjaar bedraagt;
  • c. een paas- of vreugdevuur een maximale omvang van 1.000 m3 heeft;
  • d. er op de dag van ontbranding geen bijzondere lokale omstandigheden zijn die de bestaande luchtkwaliteit al significant beïnvloeden zoals ernstige smog of zeer dichte mist;
  • e. de maximale windkracht bij ontbranding niet meer dan 5 beaufort bedraagt;
  • f. het paas- of vreugdevuur bijdraagt aan de cultuurhistorische traditie rondom Pasen of de jaarwisseling; en
  • g. de afstand tussen het paas- of vreugdevuur en brandgevoelige objecten niet kleiner is dan de in tabel 1 weergeven afstand;

Volume (in m³)   Type brandgevoelig object   Afstand (in m)  
0-1000   Bouwwerk met pannendak   6 keer hoogte paasvuur  
  - Bouwwerk met rietendak
- Bos
- Heide  
10 keer hoogte paasvuur  
  Feesttent   10 keer hoogte paasvuur  
  Openbare weg   25  
  Autosnelweg (A-weg)   250  
  Bovengrondse hoogspanningskabels   40  
  Ondergrondse buisleiding   25  
  Publiek   2 keer hoogte paasvuur  

  tabel 1: kruismatrix afstanden tot brandgevoelige objecten

3.2 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit (artikel 3.40e Besluit activiteiten leefomgeving)

Het college kan aan de te verlenen omgevingsvergunning voorschriften verbinden met inachtneming van de regels in lokale beoordelingsregels.