Bedrijventerrein Keizersweg-zuid

4.4 Archeologie

In februari 2008 heeft Vestigia b.v. Archeologie & cultuurhistorie uit Amersfoort een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd. Het vooronderzoek omvatte een Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek. Het doel hiervan is inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden, en anderzijds het in kaart brengen van de bodemverstoringen.

Archeologische waarden worden in toenemende mate in de planvorming betrokken. Op de IKAW heeft het oostelijk deel van het plangebied een lage verwachtingswaarde en het westelijk deel een middelhoge verwachtingswaarde. Aan de hand van de geomorfologische kaart en bodemkaart lijkt deze verwachting niet juist, en zou dit als volgt moeten zijn: het westelijke deel heeft een lage archeologische verwachting voor alle periodes vanwege de ligging in een koopveengrond in een dekzandvlakte. In het oostelijk deel is de archeologische verwachting middelhoog voor sporen vanaf het Mesolithicum tot en met de Nieuwe tijd vanwege de aanwezigheid van een veldpodzol gelegen op een dekzandplateau. Uit het booronderzoek blijkt dat de archeologische verwachting voor het hele plangebied laag is. Het westelijk deel van het plangebied is waarschijnlijk afgeveend en het gehele plangebied is vermoedelijk in de 20e eeuw bij de ruilverkaveling verstoord door diepploegen.

De resultaten van het booronderzoek ondersteunen dit beeld. In de zone met koopveengronden heeft deze vergraving (op boringen 4 en 7 na) voor een volledige omzetting van het profiel tot in het dekzand gezorgd. In het oostelijk deel van het plangebied is dit ook het geval met uitzondering van boringen 3 en 11 waar in het bovenste deel van het profiel nog restanten van een zeer beperkt deel van de oorspronkelijke bodem is aangetroffen. Er zijn verder geen relevante primaire archeologische indicatoren aangetroffen. De profielopbouw daarbij in acht nemend wordt verder onderzoek niet noodzakelijk geacht.

Op basis van de onderzoeksresultaten adviseert Vestigia b.v. Archeologie & cultuurhistorie derhalve geen nader archeologisch onderzoek en ziet geen bezwaar tegen de voortgang van de bouwplannen. Echter, gezien het niet met zekerheid is uit te sluiten dat er archeologische waarden aanwezig zijn, verdient het aanbeveling om de uitvoerder van eventueel grondwerk te wijzen op de plicht, zoals aangegeven staat in de gewijzigde monumentenwet 1988 (Wamz), artikel 53, lid 116, om archeologische vondsten te melden bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hierdoor bestaat alsnog de kans op vertraging in de planvorming wanneer archeologische resten worden gevonden.

Het Archeologisch onderzoek is bij dit plan gevoegd.