direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kern Gulpen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1729.BPLKOM01000-VG01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde bedrijven of industriële, consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijven zoals opgenomen in categorie 1 en 2 van de toegesneden lijst van bedrijfstypen (bijlage 2 bij de planregels), alsmede bedrijven die daarmee gelijk te stellen zijn;
  • b. ter plaatse van de aanduiding specifieke 'vorm van bedrijf – constructiebedrijf' is uitsluitend een constructiebedrijf toegestaan;
  • c. bedrijfswoningen,

en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de tot 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen, geen woning zijnde;
  • b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • c. bijgebouwen;
  • d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen,

met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.3.

4.2.2 Regeling bouwvlak

Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen;
  • e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt;
  • f. een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel 18.2.2.
4.2.3 Overige regels

De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van:

  • a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en
  • b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
4.3 Nadere eisen
4.3.1

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
  • b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
4.3.2

De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

  • a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing;
  • b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3;
  • d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Gebruik van de gronden

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als:

  • a. open bedrijfsterrein;
  • b. tuin en/of groenvoorziening;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik.

4.4.2 Gebruik van de bebouwing

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als:

  • a. bedrijfsdoeleinden anders dan toegestaan onder 4.1;
  • b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik;
  • c. groothandel;
  • d. horeca;
  • e. recreatie;
  • f. wonen, anders dan in een bedrijfswoning;
  • g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1

Burgemeester en Wethouders kunnen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – constructiebedrijf', de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma;
  • c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
  • d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen;
  • e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
  • g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen.
4.5.2 Wijziging in de bestemming Dienstverlening, Kantoor, Recreatie-Dagrecreatie of Recreatie-Verblijfsrecreatie

Burgemeester en Wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemming wijzigen in de bestemming 'Dienstverlening', 'Kantoor', 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie-Verblijfsrecreatie', mits:

  • a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd;
  • b. aangesloten wordt op de uitgangspunten uit de 'Stedenbouwkundige visie oostelijke entree kern Gulpen' zoals vastgesteld door de raad d.d. 1 maart 2007;
  • c. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen;
  • d. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
  • e. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
  • f. voldaan wordt aan respectievelijk het bepaalde in artikel 9.2, 12.2, 14.2 of 15.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over aard van de verblijfsrecreatieve functie, (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal recreatieve voorzieningen.
4.5.3 Procedure wijziging

Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.