Plan: | KBP 2008, herziening 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1728.BPA5011KBPherz11-VAST |
Voor de leesbaarheid en raadpleegbaarheid dienen de regels in hoofdstukken te worden geplaatst. Daarbij dient conform de bestemmingsplanstandaarden een vaste volgorde te worden aangehouden te weten:
Hoofdstuk 1 Inleidende regels (paragraaf 4.2.2)
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels (paragraaf 4.2.3)
Hoofdstuk 3 Algemene regels (paragraaf 4.2.4)
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels (paragraaf 4.2.5
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden begrippen verklaard die in de planregels voorkomen en die om een nadere omschrijving vragen.
Artikel 2 Wijze van meten
In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden.
De regels van artikel 3 tot en met 9 in verband met de bestemmingen kennen allen een gelijke opbouw (voor zover van toepassing). De bestemmingsomschrijving betreft de centrale bepaling van elke bestemming. Het betreft een omschrijving waarin limitatief de functie worden genoemd, die binnen de bestemming zijn toegestaan.
De bouwregels zijn direct gerelateerd aan de bestemmingsomschrijving. Ook het gebruik van de gronden en bebouwing is gekoppeld aan de bestemmingsomschrijving. In de bouwregels staan uitsluitend bepalingen die betrekking hebben op het bouwen. Bouwregels zijn dan ook alleen van toepassing bij de toetsing van aanvragen om en omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten. Naast bouwregels is het mogelijke om nadere eisen te stellen op grond van artikel 3.6, lid 1, onder d, Wro. De specifiek gebruiksregels vormen een nadere concretisering van het toegestane gebruik. Afwijken van de bouw- en gebruiksregels is onder voorwaarden mogelijk wanneer een omgevingsvergunning is verkregen van het bevoegd gezag. Een wijzigingsbevoegdheid geeft het College van burgemeester en wethouders de mogelijkheid om een bepaalde bestemming te wijzigingen binnen de kaders, zoals aangegeven in het betreffende artikel.
Artikel 3 Bedrijventerrein
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor bedrijven in de sectoren transport en distributie, industrie alsmede handel en dienstverlening die vallen in de milieucategorie 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2. in de bij de regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1 bij de regels), alsmede nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, parkeren en opslag ten dienste van ter plaatse gevestigde bedrijven. Overigens dient de opslag te worden afgeschermd ten opzichte van de bestemming 'Gemengd', bij voorkeur door een bouwkundige constructie.
Binnen deze bestemming zijn geen bedrijfswoningen toegestaan en geen geluidzoneringsplichtige bedrijven als bedoeld in artikel 1, lid 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 2.1, lid 3, Besluit omgevingsrecht.
Daarnaast is het mogelijk om binnen de bestemmingsvlakken in het noorden van het plangebied doorgaande ontsluitingswegen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde bedrijven te realiseren. Deze ontsluitingswegen bestaan uit 2 rijstroken met bermen met een breedte van maximaal 10 meter en moet aantakken op de wegen binnen de bestemmingverkeer. Binnen het bestemmingsvlak in het zuidwesten van het bedrijvenpark, waar het mogelijk is een logistiek centrum te vestigen, dient een doorgaande weg te worden gerealiseerd die tevens gebruikt kan worden als calamiteitenroute. Deze doorgaande weg moet aan beide zijde aansluiten op de bestemming 'Verkeer'.
Het is mogelijk om met een omgevingsvergunning af te wijken van de opgenomen gebruiksregel en bedrijven van een andere milieucategorie dan wel niet opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten toe te staan, mits het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de toegelaten milieucategorie. Tevens is het met een omgevingsvergunning mogelijk een Bevi-inrichting te realiseren mits wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden.
Tevens is het mogelijk om met een omgevingsvergunning één facilitypoint te realiseren binnen het plangebied en een logistiek centrum. Deze mogelijkheden zijn nader toegelicht in paragraaf 2.4.
Artikel 4 Gemengd
Binnen deze bestemming is de realisatie mogelijk van het 'groene casco' waarbinnen het bedrijventerrein kan worden gerealiseerd, evenals voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en nutsvoorzieningen. Ten noorden van de Kapelweg zal tevens tenminste 12,56 hectare nieuwe natuur gerealiseerd worden ter uitvoering van het natuurcompensatieplan.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de gronden minder geschikt zullen worden voor de beoogde functie. Een omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en/of landschappelijke waarden van de gronden.
Artikel 5 Recreatie
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor recreatie in verschillende vormen, een zorgboerderij, kantoorvoorziening, parkeren, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en een bedrijfswoning. De gronden kunnen gebruikt worden voor dagrecreatie in de vorm van indoor en outdoor sport- en recreatieve activiteiten en voor horeca-activiteiten. De zorgboerderij kan ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij' gerealiseerd worden en het is mogelijk om 20 recreatie-appartementen te realiseren ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie'. Bebouwing kan worden gerealiseerd binnen de op de verbeelding aangegeven aanduidingsvlakken. Tevens dienen binnen de bestemming voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd worden ten behoeve van de recreatieve activiteiten ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de aanleg van parkeerplaatsen, zodat voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd en parkeeroverlast op de openbare weg wordt voorkomen.
De inpassing van de recreatiefunctie komt tegemoet aan de wens van de huidige eigenaar van het perceel om ter plaatse vervangende bedrijfsactiviteiten in de vorm van recreatie te ontwikkelen. Nu exploiteert de eigenaar een agrarisch bedrijf met recreatieve nevenactiviteiten. Met de nieuwe bestemming 'Gemengd' in het Werk-/woonbos is voortzetting van grondgebonden agrarische en recreatieve activiteiten in de huidige vorm niet mogelijk.
De voorgestane ontwikkeling vormt een aanvulling op het recreatieve voorzieningenniveau in de gemeente Bladel.
De bestemming 'Recreatie' maakt horeca-activiteiten mogelijk, welke vanuit bedrijfseconomische overwegingen noodzakelijk zijn voor een rendabele exploitatie. Bij de inpassing van de recreatieve bestemming in het plan en de omgeving is overwogen dat:
Artikel 6 Sport - Motorcrossterrein
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de uitbreiding van het motorcrossterrein 'De Ketelberg'. Het motorcrossterrein wordt aangemerkt als geluidzoneringsplichtige inrichting en daarom is ingevolge artikel 40 Wet geluidhinder een geluidzone vastgesteld die deels op de verbeelding is aangegeven. Buiten deze geluidzone mag de geluidbelasting vanwege het motorcrossterrein de waarde van 50 dB (A) niet te boven gaan. Daarnaast zijn deze gronden bestemd voor behoud en ontwikkeling van bestaande groenvoorzieningen ter afscherming van het terrein ten opzichte van de omgeving.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. Deze bepaling is opgenomen om ter behoud van de bestaande groenvoorzieningen. Een omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien geen onevenredig aantasting plaats vindt van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein.
Binnen de bestemming zijn gebouwen toegestaan ten dienste van de functie, maar er mag geen bedrijfswoning worden opgericht.
Artikel 7 Verkeer
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor de provinciale weg die een verbinding vormt tussen de A67 en de N284, inclusief de bijbehorende onderdoorgang nabij de A67, de aansluitingen op de interne ontsluitingsstructuur van het KBP, de aansluiting op de rijksweg, de tunnels, viaducten, op- en afritten ten behoeve van ongelijkvloerse kruisingen en de daarbij behorende voorzieningen. Tevens zijn deze gronden bestemd voor ontsluitingswegen op het bedrijvenpark alsmede routes voor langzaam verkeer, inclusief de bijbehorende aansluitingen en de daarbij behorende voorzieningen.
Gebouwen van openbaar nut (bijvoorbeeld telecommunicatie, water- en energiedistributie) met een beperkte omvang zijn toegestaan.
Artikel 8 Wonen
De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor wonen. Op de gronden zijn vrijstaande woningen toegelaten alsmede niet voor bewoning bestemde bijgebouwen, praktijk- en kantoorruimte ten behoeve van bedrijfs-/beroepsmatige activiteiten aan huis, categorie A, erven, tuinen en verhardingen, voorzieningen voor verkeer en verblijf, groen en water. Tevens zijn er bouwregels opgenomen met betrekking tot ondergronds bouwen.
Artikel 9 Leiding - Water
De gronden binnen deze bestemming zijn mede bestemd voor een waterleiding en het beheer, onderhoud en bescherming van deze leiding. Het betreft een dubbelbestemming.
Het is verboden om te bouwen met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de bestemming.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist. Deze bepaling is opgenomen om te voorkomen dat de gronden minder geschikt zullen worden voor de beoogde functie. Een omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien het behoud en de continuïteit van de waterleiding kan worden gewaarborgd.
In hoofdstuk 3 van de planregels is een aantal standaardbepalingen opgenomen.
Artikel 10 Anti-dubbeltelregel
De anti-dubbeltelregelbepaling is opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen en bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eist wordt gesteld.
Artikel 11 Algemene bouwregels
Op basis van dit artikel is het mogelijk om bestaande bouwwerken die afwijken van de regels in het bestemmingsplan te handhaven.
Artikel 12 Algemene gebruiksregels
De gebruiksregels zoals opgenomen in dit artikel gelden voor alle bestemmingen.
Artikel 13 Algemene afwijkingsbevoegdheid
Op basis van dit artikel kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van in het bestemmingsplan opgenomen regels met betrekking tot hoogtematen en bouwgrenzen mits wordt voldaan aan de in dit artikel genoemde voorwaarden. Deze bepaling geldt voor alle bestemmingen.
Artikel 14 Algemene wijzigingsbevoegdheid
Op basis van dit artikel kunnen Burgemeester en wethouders een bestemming wijzigen, mits en voor zover de wijziging noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein en er geen dringende redenen zijn die zich verzetten tegen de afwijking en de afwijking ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is aangegeven niet meer dan 2,5 meter bedraagt. Deze bepaling maakt het mogelijk om flexibel om te kunnen gaan met bestemmingsgrenzen waar dit echt noodzakelijk is.
Artikel 15 Algemene procedureregels
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 5.3 van de planregels nadere eisen stellen. In de Wro is hiertoe geen procedure opgenomen. Daarom wordt in de regels van het bestemmingsplan zelf voorzien in een procedure.
Artikel 16 Overgangsrecht
In deze bepaling is vorm en inhoud gegeven aan het overgangsrecht overeenkomstig artikel 3.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.
Artikel 17 Slotregel
Als laatste artikel is de slotregel opgenomen. De bepaling omschrijft de titel van het plan.