Plan: | Buitengebied Bernheze 2012-1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPBuitengebied1-vg02 |
Op 28 mei 2015 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Buitengebied Bernheze 2012-1 vastgesteld. Vervolgens is op 26 augustus 2015, de op basis van aanvullend akoestisch onderzoek aangevraagde milieuvergunning voor de locatie Laag Beugt 3c te Heeswijk-Dinther, door de Raad van State vernietigd. Vanwege onder meer het ontbreken van onderzoek naar de akoestische effecten van blaffende honden op de parkeerplaats.
Inmiddels is een nieuwe berekening met aanvulling voor piekgeluid op de parkeerplaats uitgevoerd, zie bijlage 3. Daaruit blijkt dat met het realiseren van 5 parkeerplaatsen voor het halen en brengen van honden en het plaatsen van een geluidsscherm achter de woning 3c (zie nieuwe inrichtingstekening in bijlage 4), er geen sprake meer is van akoestische hinder als gevolg van piekgeluiden.
Om de voorgestelde aanpassingen ook planologisch mogelijk te maken, is het op 28 mei 2015 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Bernheze 2012-1 aangepast en is de gemeenteraad voornemens een nieuw vaststellingsbesluit te nemen dat uitsluitend ten aanzien van de locatie Laag Beugt 3c is gewijzigd.
Na het nemen van een nieuw vaststellingsbesluit door de gemeenteraad zal de gemeente de Raad van State hiervan op de hoogte stellen en tegelijkertijd ook het besluit publiceren. Aanvrager zal vervolgens zo spoedig mogelijk een melding Activiteitenbesluit indienen. De gemeente is voornemens (met instemming van aanvrager) om een besluit met aanvullende maatwerkvoorschriften, zoals een verhoogd geluidscherm, gedragsregels - zoals het beperken van het gebruik van het parkeerterrein tot bepaalde tijden gedurende de dagperiode - en een maximaal geluidsniveau van 45 dB(A) op de gevel van de buren, te nemen. Het ontwerpbesluit zal daarna ter inzage worden gelegd.
Bij besluit van 26 juni 2012 heeft de raad van de gemeente Bernheze het bestemmingsplan "Buitengebied Bernheze" vastgesteld. Tegen dit bestemmingsplan zijn beroepen aangetekend. Op 10 september 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder te noemen "Afdeling") een uitspraak gedaan. Daarbij is een aantal onderdelen van het plan vernietigd. De onherroepelijke versie van het bestemmingsplan is inmiddels op ruimtelijkeplannen.nl gepubliceerd. Verder heeft de Afdeling aangegeven dat een aantal onderdelen binnen een termijn van 26 weken moet worden gerepareerd. De voorliggende herziening voorziet in deze door de Afdeling opgelegde reparatie.
Enkele onderdelen worden niet in deze herziening meegenomen, omdat deze niet binnen de 26 weken termijn kunnen worden afgerond dan wel omdat ze buiten de uitspraak van de Afdeling vallen. Het gaat daarbij om de locatie Tipweg 15 en drie intensieve veehouderijbedrijven, waarvoor separate plannen worden opgesteld, alsmede de niet bestemde woning bij het hondenpension, die zal worden meegenomen in de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan buitengebied.
Een aantal andere onderdelen is reeds in de onherroepelijke versie verwerkt. In hoofdstuk 2 worden deze benoemd.
In haar uitspraak heeft de Afdeling aangegeven dat een aantal aspecten van de uitspraak binnen 4 weken moeten worden verwerkt in een onherroepelijke versie. Deze onherroepelijke versie is in oktober 2014 gepubliceerd op www.ruimtelijkeplannen.nl. Daarin zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd:
In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke onderdelen door de Afdeling vernietigd zijn en op welke wijze deze gerepareerd worden. Voorafgaand wordt opgemerkt dat tevens voor het perceel Watergat de nieuwe bestemming "Agrarisch" op de juiste wijze is verwerkt. Dit omdat de Afdeling de eerder toegekende bestemming heeft vernietigd.
Verder zijn de plandelen met de bestemming "Agrarisch" ter plaatse van de gronden die op de bij de Verordening 2012 behorende kaart "Ontwikkeling intensieve veehouderij" in een landbouwontwikkelingsgebied liggen en die in de 4 weken termijn geschrapt zijn, opnieuw aangeduid als landbouwontwikkelingsgebied.
Tevens is aangegeven in welke overweging(en) van de Afdeling het betreffende onderdeel besproken is en in welk deel van de beslissing de relevante vernietiging kan worden teruggevonden. Allereerst wordt ingegaan op enkele algemene zaken. Vervolgens vindt ten behoeve van de toegankelijkheid de bespreking per appellant plaats.
Vernietigd is de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hooi/ en wagenberging' voor het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden" aan de Heibloem te Nistelrode. De reden voor vernietiging is dat de betreffende aanduiding niet in bijlage 3 bij de planregels is opgenomen en dat er dus ook geen beschrijving is voor deze aanduiding. Aan de aanduiding komt dan ook geen betekenis toe (zie overwegingen 211 t/m 212 en de beslissing onder III.A.hh).
In deze herziening is de aanduiding opnieuw opgenomen op de verbeelding en tevens toegevoegd met een omschrijving aan bijlage 3 bij de planregels.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4, 84 en 84.1 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 98 t/m 98.5 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
Hier is de aanduiding "wro-zone - woonwerkontwikkelingsgebied" toegevoegd.
Vernietigd zijn het plandeel met de bestemming "Agrarisch" en de aanduiding "recreatiewoning" op het perceel Heideweg 4a te Loosbroek. De reden is erin gelegen dat het hier een voormalige recreatiewoning betreft, die al langere tijd permanent bewoond wordt. Het hernieuwd onder het overgangsrecht brengen van deze functie is slechts toegestaan indien er een gerechtvaardigde verwachting bestaat dat het gebruik binnen de plantermijn zal worden beëindigd. Daarvan is in dit geval geen sprake (zie overweging 38 t/m 38.6 en de beslissing onder III.A.f).
Gelet op het feit dat hier sprake is van een langdurig gebruik voor permanente bewoning en er geen zicht is op beëindiging gedurende de planperiode, wordt voor deze situatie een uitsterfregeling opgenomen. De reden is dat de woning zich op een locatie bevindt die niet wenselijk is. Omdat de gemeente echter niet voornemens is om actief het gebruik ter plaatse te beëindigen is ervoor gekozen om een uitsterfregeling op te nemen. Op de verbeelding wordt daartoe de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatiewoning uitsterfregeling. In de planregels wordt aangegeven dat wanneer de recreatiewoning gedurende een termijn van 1 jaar niet meer permanent wordt bewoond, het recht vervalt om dit pand nog permanent te bewonen.
Aan de gronden waarvoor de aanduiding is geschrapt in de 4 weken termijn is nu de aanduiding landbouwontwikkelingsgebied toegevoegd.
Vernietigd is het plandeel met de bestemming "Agrarisch" ter plaatse van het perceel Tipweg 15 te Vorstenbosch. Ter plaatse bestaat een voldoende concreet initiatief voor het oprichten van een manege (verplaatsing). De raad had dit bij de vaststelling van het bestemmingsplan moeten betrekken. Nu dit niet is gebeurd, kan de regeling op dit punt niet in stand blijven (zie overwegingen 50 t/m 52 en de beslissing onder III.A.h).
Dit onderdeel is niet in deze herziening meegenomen. Besloten is voor deze locatie een separate procedure te doorlopen. Een en ander is met de initiatiefnemer besproken.
Vernietigd is de aanduiding "bouwvlak" die is toegekend aan het plandeel met de bestemming "Agrarisch" ter plaatse van het perceel 't Broek 1-3 te Nistelrode. De ondernemer had verzocht om een ruimer bouwvlak (2,5 ha) voor de uitbreiding van zijn veehouderij. De gemeente heeft onvoldoende gemotiveerd waarom aan dit verzoek niet is meegewerkt (zie overwegingen 111 t/m 111.9 en de beslissing onder III.A.p.1).
Dit onderdeel is niet in deze herziening meegenomen. Besloten is voor deze locatie een separate procedure te doorlopen. Het betreffende plan is op 12 maart 2015 door de gemeenteraad vastgesteld.
Vernietigd is de functieaanduiding "specifieke vorm van bedrijf - hondenpension" die is toegekend aan het bouwvlak voor het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden" ter plaatse van het perceel Laag Beugt 3c te Heeswijk-Dinther. De Afdeling is van oordeel dat nergens uit blijkt van welk omgevingstype (rustige woonwijk of gemengd gebied) is uitgegaan voor de beantwoording of de vestiging van een hondenpension - in afwijking van de in de VNG-brochure "Bedrijven en milieuzonering" opgenomen richtafstanden - aanvaardbaar is. Het is niet duidelijk of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat voor omwonenden. De afstanden wijken af van de richtafstanden van de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering. Ondanks dat heeft er geen deugdelijk geuronderzoek plaatsgevonden. Er ligt weliswaar een geluidrapport (opgesteld na de vaststelling), maar de daarin opgenomen randvoorwaarden zijn niet planologisch gewaarborgd. Bovendien staat niet vast dat in het akoestisch onderzoek, wat betreft het geblaf van honden, is uitgegaan van een representatieve bedrijfssituatie. (zie overwegingen 165 t/m 165.7 en de beslissing onder III.A.z).
In deze herziening is het pension bestemd als dierenpension. Uit de in bijlage 1 opgenomen ruimtelijke onderbouwing met bijbehorende oplegnotitie (bijlage 2) en akoestische rapportage (bijlage 3) blijkt dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat mits er een aantal maatregelen wordt getroffen. Niet al deze maatregelen zijn ruimtelijk relevant en voor die maatregelen zal borging via de vergunning in het kader Wet milieubeheer plaatsvinden. De ruimtelijk relevante maatregelen zijn in het bestemmingsplan vastgelegd. Daartoe zijn in de planregels en op de verbeelding de volgende zaken opgenomen:
De situering van deze erfafscherming is op de verbeelding ingetekend en overgenomen van bijlage 4.
3.11 Appellant sub 13, locaties Vorstenbosseweg 9 en Vorstenbosseweg 6b te Heeswijk-Dinther
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 193 t/m 195 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overweging 3.4 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 143 t/m 145 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 135 t/m 136 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
Vernietigd is de functieaanduiding "agrarisch bedrijf" die is toegekend aan het bouwvlak voor het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden - Landschappelijke, cultuurhistorische en/of abiotische waarden" ter plaatse van het perceel Wijstraat 16 te Heesch. Ter plaatse was in het bestemmingsplan de aanduiding 'agrarisch bedrijf' opgenomen. Feitelijk blijkt dat er een pension voor het stallen van ongeveer 36 paarden aanwezig is. Het gaat daarbij om een gebruiksgerichte paardenhouderij en dus niet om een agrarisch bedrijf (zie overweging 198.1.4 en de beslissing onder III.A.ee.1).
In deze herziening is het bedrijf bestemd overeenkomstig de feitelijke situatie, namelijk als gebruiksgerichte paardenhouderij.
Vernietigd is artikel 3, lid 3.2, onder 3.2.2, onder g, van de planregels, voor zover dit artikel van toepassing is voor het perceel Hondstraat 25 te Vorstenbosch. De reden is erin gelegen dat het bestemmingsplan niet de mogelijkheid biedt om binnen het toegekende bouwvlak met een omvang van ongeveer 1 ha de bestaande bebouwing uit te breiden. Immers vanwege de ligging in een extensiveringsgebied is uitbreiding van bebouwing op grond van artikel 9.2, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Verordening 2012 niet toegestaan. Vaststaat dat appellant vóór 1 oktober 2010 een aanvraag om bouwvergunning voor het uitbreiden van de bedrijfsbebouwing had ingediend. Ter zitting heeft de raad te kennen gegeven dat hij gelet op de voorgeschiedenis bereid is om medewerking te verlenen aan een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing binnen het toegekende bouwvlak en dat hij welwillend is het provinciebestuur te verzoeken of in dit geval een afwijking van artikel 9.2 van de Verordening alsnog mogelijk is. Gelet op dit standpunt van de raad is de Afdeling van oordeel dat het plan op dit punt niet met de daarbij vereiste zorgvuldigheid is vastgesteld (zie overweging 107.6 en de beslissing onder III.A.o).
Gelet op deze uitspraak is in het bestemmingsplan een bouwvlak van 1 ha opgenomen waarbinnen de bebouwing mag worden opgericht. Verder is in de planregels uitdrukkelijk toegevoegd dat artikel 3.2.2. onder g van de regels niet op dit bestemmingsplan van toepassing is.
Vernietigd is het plandeel met de bestemming "Agrarisch", zonder de aanduiding "specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorziening", ten zuidwesten van het perceel Poststraat 4 te Heeswijk-Dinther. De reden is erin gelegen dat deze gronden niet zijn voorzien van een aanduiding 'bouwvlak' of 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende voorziening'. Het oprichten van palen ten behoeve van vraatnetten en hagelkappen of ter ondersteuning van bomen met een hoogte van 4,5 meter dat wordt beoogd op deze locatie is niet toegestaan. Dit terwijl er inmiddels onherroepelijke vergunningen zijn voor het realiseren van palen met ijzeren bogen. Dit tot een hoogte van maximaal 2 meter en dus niet 4,5 meter (zie overwegingen 152 t/m 152.5 en de beslissing onder III.A.w).
In de herziening zijn de vigerende rechten overgenomen. Dit betekent dat teeltondersteunende voorzieningen tot een hoogte van 2 meter zijn toegestaan.
Vernietigd is het plandeel met de bestemming "Agrarisch met waarden - Leefgebied dassen" aan de Kraaienweg 5 te Nistelrode, voor zover niet alle bestaande legale gebouwen, bouwwerken en andere permanente voorzieningen binnen het bouwvlak zijn opgenomen. In de Nota beantwoording van de zienswijze heeft de gemeenteraad te kennen gegeven dat het bouwvlak zodanig zal worden aangepast dat het alle bestaande legale gebouwen, bouwwerken en andere permanente voorzieningen bevat. Dit is echter niet geschied, zodat tot vernietiging is overgegaan (zie overwegingen 216 t/m 216.2 en de beslissing onder III.jj).
In de herziening is het bouwvlak overeenkomstig de toezegging in de Nota beantwoording zienswijzen aangepast, zodat de betreffende voorzieningen binnen het bouwvlak liggen.
Aan de gronden waarvoor de aanduiding is geschrapt in de 4 weken termijn is nu de aanduiding landbouwontwikkelingsgebied toegevoegd.
Toegevoegd moet worden de aanduiding "bouwvlak" ter plaatse van een deel van de bestaande bebouwing op het oostelijke deel van het perceel Molenhoeve 9a te Nistelrode. In de Nota zienswijzen heeft de gemeenteraad aangegeven het bouwvlak te zullen aanpassen zodat alle bebouwing er binnen valt. Dit is echter niet gebeurd, zodat het plan vernietigd is op dit onderdeel (zie overwegingen 66 t/m 66.5 en de beslissing onder III.A.kk).
In de herziening is het bouwvlak zodanig uitgebreid dat alle bestaande legale bebouwing er binnen valt.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 204 t/m 204.4 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
Vernietigd is het plandeel met de bestemming "Agrarisch" op het perceel 't Broek 8-10 te Nistelrode, voor zover niet alle bestaande legale bebouwing binnen het bouwvlak is opgenomen. In de Nota zienswijzen heeft de gemeenteraad aangegeven het bouwvlak te zullen aanpassen zodat alle bebouwing er binnen valt. Dit is echter niet gebeurd, zodat het plan vernietigd is op dit onderdeel (zie overwegingen 47 t/m 47.1 en de beslissing onder III.A.g).
In de herziening is het bouwvlak zodanig uitgebreid dat alle bestaande legale bebouwing er binnen valt.
De vernietiging heeft betrekking op de regels inzake archeologie (zie overwegingen 3.4 en 204.6 en de beslissing onder III.A.c). Voor de verdere bespreking wordt verwezen naar paragraaf 3.1.
Is gelijk aan hetgeen is aangegeven bij appellant sub 12. Verwezen wordt dan ook naar paragraaf 3.10 van deze toelichting.
Vernietigd zijn de plandelen met de bestemmingen "Agrarisch met waarden - Landschappelijke, cultuurhistorische en/ of abiotische waarden" en "Agrarisch met waarden - Leefgebied dassen" ter plaatse van de dier- en tuinweide ten oosten van het perceel Zandkantsehoeve 1 te Heeswijk-Dinther. Reden hiervoor is dat het gebruik van het desbetreffende terrein als dier- en tuinweide niet in overeenstemming is met het voorheen geldende bestemmingplan en dat er ook geen onherroepelijke planologische basis bestaat voor dit gebruik. Ter zitting heeft de gemeenteraad verklaard dat niet is uitgesloten dat appellant sub 44 overlast ondervindt van het huidige gebruik van het terrein, aangezien het terrein grenst aan diens perceel. Volgens de gemeenteraad dient de mogelijke overlast nader te worden onderzocht en dient daarna een planologische afweging te worden gemaakt (zie overwegingen 157.2 t/m 157.6 en de beslissing onder III.A.x).
In deze herziening is het betreffende perceel opnieuw bestemd als dier- en tuinweide ('specfieke vorm van bedrijf - natuureducatie'). Uit de in bijlage 7 opgenomen ruimtelijke onderbouwing blijkt dat er sprake is van een aanvaardbaar woon- en verblijfsklimaat. Wel is de omvang van het bouwvlak aanzienlijk verkleind op de verbeelding. Hierdoor wordt de bebouwing meer geconcentreerd. De functie op deze plek is aanvaardbaar.
Vernietigd is het plandeel met de bestemming "Natuur" voor het perceel Meerstraat 44b (perceelnummer 941) te Heeswijk-Dinther. In de Nota van zienswijzen heeft de gemeenteraad bij de beantwoording te kennen gegeven dat de ter plaatse aanwezige recreatiewoning als zodanig is bestemd. In het verweerschrift heeft de gemeenteraad zich echter op het standpunt gesteld dat de toegekende aanduidingen 'bouwvlak' en 'recreatiewoning' op de verbeelding aan het verkeerde perceel zijn toegekend en dat deze aanduidingen ten behoeve van het vergunde vakantiechalet hadden moeten worden toegekend. Nu de gemeenteraad zich in zoverre op een ander standpunt heeft gesteld dan in het vaststellingsbesluit en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding hebben gegeven is de Afdeling van oordeel dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.
Daarnaast is in het bestemmingsplan het recreatief gebruik (plaatsen van 4 caravans en het gebruik als sportveld) voor de tweede keer onder het overgangsrecht gebracht zonder dat daarvoor een goede motivering is aangedragen. De gemeenteraad had moeten nagaan of er geen andere regeling in het plan had kunnen worden opgenomen (zie overwegingen 90 t/m 92 en de beslissing onder III.A.l).
In de herziening is de recreatiewoning als zodanig bestemd. Ook het recreatieve gebruik zal een positieve bestemming krijgen. In de regels zijn de mogelijkheden voor het plaatsen van 4 mobiele caravans en het gebruik als sportveld opgenomen. Dit gebruik voor het plaatsen van de mobiele caravans wordt voor een aaneengesloten periode van 4 weken gedurende de periode van 1 april tot met 31 oktober per kalenderjaar toegestaan. Voorts is ter plaatse van de locatie waar in het bestemmingsplan per abuis een aanduiding 'recreatiewoning' was opgenomen, deze nu komen te vervallen.
Het betreft hier een reparatie van het bestemmingsplan Buitengebied naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hieraan zijn behoudens de plankosten, geen andere kosten voor de gemeente verbonden.