direct naar inhoud van Regels
Plan: De Valk Noord, Echt
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1711.UP20230123-VG01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het uitwerkingsplan 'De Valk Noord, Echt' met identificatienummer NL.IMRO.1711.UP20230123-VG01 van de gemeente Echt-Susteren;

1.2 uitwerkingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan 'Centrum Echt'

het bestemmingsplan 'Centrum Echt' met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20200120-VG01, zoals vastgesteld op 8 oktober 2020 door de gemeenteraad van Echt-Susteren.

1.4 toepassingsverklaring

wat betreft de overige begrippen zijn de begripsbepalingen van het bestemmingsplan 'Centrum Echt' van de gemeente Echt-Susteren (NL.IMRO.1711.BP20200120-VG01) van toepassing, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 8 oktober 2020.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Toepassingsverklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de meetvoorschriften van het bestemmingsplan 'Centrum Echt' van de gemeente Echt-Susteren (NL.IMRO.1711.BP20200120-VG01) van toepassing, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 8 oktober 2020.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijventerrein

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' voor bedrijven tot en met categorie 2 conform de Lijst van bedrijfsactiviteiten Gemengd zoals opgenomen in Bijlage 1;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' voor bedrijven tot en met categorie 3.1 conform de Lijst van bedrijfsactiviteiten Gemengd zoals opgenomen in Bijlage 1;
  • c. detailhandel in auto's boten en caravans;
  • d. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeers- en verblijfsfunctie;
  • e. voet- en rijwielpaden;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.


met de daarbij behorende:

  • j. verhardingen;
  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. straatmeubilair;
  • m. kunstwerken;
  • n. bijbehorende voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het (ver)bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen worden uitsluitend binnen een bouwvlak gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - kleinschaligheid' minimaal 2 bedrijfsgebouwen moeten worden gerealiseerd, waarbij de afstand tussen deze gebouwen minimaal 8 meter moet bedragen;
  • b. Het bouwvlak wordt maximaal tot het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' vermelde bebouwingspercentage bebouwd;
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.
3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het (ver)bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. Bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegelaten. Overkappingen zijn echter uitsluitend achter de voorgevelrooilijn toegelaten.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt per hoofdgebouw maximaal 40 m², met dien verstande dat het achter de achtergevelrooilijn aanwezige voor de hoofdbestemming bestemde erf voor maximaal 50% wordt bebouwd.
  • c. De bouwhoogte bedraagt maximaal 8 meter, met uitzondering van:
    1: erfafscheidingen van gebouwen waarvan de voorgevel gericht is op de Sint Janskamp, waarvan de bouwhoogte van die erfafscheidingen maximaal 3,00 meter bedraagt;
    2: erfafscheidingen van gebouwen waarvan de voorgevel gericht is op de Groenserkampweg, waarvan de bouwhoogte van die erfafscheiding achter de voorgevelrooilijn maximaal 2,00 meter en voor de voorgevelrooilijn maximaal 1,00 meter bedraagt.
  • d. De bouwwerken geen gebouwen zijnde passen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming.
3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de parkeermogelijkheden in de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • g. ter waarborging van de externe veiligheid.
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 25 van het bestemmingsplan 'Centrum Echt' wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. zoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. wonen;
  • c. permanente of tijdelijke bewoning van bedrijfsgebouwen en bijbehorende bouwwerken;
  • d. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel, niet zijnde detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • e. seksuele dienstverlening;
  • f. opslag van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn;
  • g. inwoning.
3.5.2 Landschappelijke inpassing (voorwaardelijke verplichting)
a Landschappelijke inpassing uitgangspunten

Het gebruik van bedrijfsgebouwen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein' is uitsluitend toegestaan als de landschappelijke inpassing overeenkomstig Bijlage 2 Landschappelijk inpassingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.

b Afwijking landschappelijke inpassing

Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 3.5.2 onder a ten behoeve van een andere inrichting als beschreven in het goedgekeurde landschappelijk inpassingsplan als bedoeld onder lid 3.5.2 onder a, indien de inrichting voldoet aan de principes die in lijn zijn met Bijlage 2 Landschappelijk inpassingsplan.

3.5.3 Parkeren (voorwaardelijke verplichting)

Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van het gebruik van gebouwen en gronden overeenkomstig artikel 3.1 wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze is opgenomen in Bijlage 3 Parkeerkencijfers met betrekking tot het parkeren.

3.6 Afwijken van de bouwregels
3.6.1 Toestaan hogere bouwhoogte (15m)

Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - afwijken bouwhoogte 1' kan burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub c teneinde een grotere bouwhoogte van maximaal 15 meter toe te staan, met uitzondering van erfafscheidingen, indien de aard van het bedrijf of de bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt.

3.6.2 Toestaan hogere bouwhoogte (12m)

Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - afwijken bouwhoogte 2' kan burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 sub c teneinde een grotere bouwhoogte van maximaal 12 meter toe te staan, met uitzondering van erfafscheidingen, indien de aard van het bedrijf of de bedrijfsvoering dit noodzakelijk maakt.

3.7 Afwijken van de gebruiksregels
3.7.1 Toestaan hogere milieucategorie

Burgemeester en Wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3, lid 1 sub a ten behoeve van:

  • a. het ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' toestaan van bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 3.1 voor zover genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten Gemengd zoals opgenomen in Bijlage 1, indien deze gelet op de milieubelasting op de woonomgeving naar aard en invloed gelijkwaardig zijn aan een categorie 2 bedrijf.

Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen in elk geval de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitstoot en gevaar, waarbij tevens wordt gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Toepassingsverklaring

Op dit uitwerkingsplan zijn de algemene regels van het bestemmingsplan 'Centrum Echt' van de gemeente Echt-Susteren (NL.IMRO.1711.BP20200120-VG01) van toepassing, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 8 oktober 2020.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het Uitwerkingsplan 'De Valk Noord, Echt'.