Plan: | Swaantjes- en Zandweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1711.BP20220087-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Swaantjes- en Zandweg' met identificatienummer NL.IMRO.1711.BP20220087-VG01 van de gemeente Echt-Susteren;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2 van Bijlage 5 Staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), met uitzondering van een seksinrichting;
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris, adviseur, therapeut, accountant of advocaat, evenwel met uitzondering van prostitutie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
gevel aan de achterkant van een gebouw;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid van kortdurend toeristisch verblijf inclusief het serveren van een ontbijt, niet zijnde een hotel, pension of ander bedrijf, waarbij het aanbod zich beperkt tot overnachtingsmogelijkheid voor maximaal vier personen. Een bed & breakfast-voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie (binnen een woonbestemming of een agrarische bedrijfsbestemming), is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar(s) en tevens hoofdbewoner(s) van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan het overnachten noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming;
gebouw dat gezien het karakter, de cultuurhistorische waarde en/of de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is. Bij dit gebouw horen eventueel ook bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak, met uitzondering van overkappingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
structuren en landschappelijke elementen met betrekking tot bouwkundig erfgoed, historische groenwaarden, historisch-geografisch erfgoed en het archeologisch erfgoed waaraan de vroegere ontginnings- en bewoningsgeschiedenis nog goed afleesbaar zijn;
een ruimtelijk en inhoudelijk samenhangend geheel van cultuurhistorisch waardevolle objecten, structuren en/of zones;
de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van gronden en gebouwen, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het slotenpatroon of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan:
recreatief gebruik van gronden voor een periode niet langer dan een dag;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
een horecabedrijf dat tot doel heeft het daarbinnen doen plaatsvinden van handelingen, voorstellingen en/ of vertoningen van porno-erotische aard en tevens het bedrijfsmatig, ten behoeve van verbruik ter plaatse, verstrekken van alcoholische dranken;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden;
een agrarisch bedrijf waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers danwel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
maat bepaald volgens de Nederlandse voornorm 2818 voor de (on)aangenaamheid van een geur,uitgedrukt op een schaal van H=-4 (uiterst onaangenaam) tot H=+4 (uiterst aangenaam);
geuremissie van een bron gedeeld door de hedonische weegfactor F;
geurbelasting op basis van hedonisch gecorrigeerde geuremissies van alle geurbronnen;
verhouding tussen de geurconcentratie die behoort bij de hedonische waarde van H=–1 van een geurbron en de normwaarde van 1 ouE/m3;
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze;
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt;
een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca I worden begrepen;
een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca II worden begrepen;
ruimte die wordt gebruikt voor het schenken van dranken en verstrekken van spijzen, alsmede voor het nuttigen van dranken en spijzen welke ter plaatse worden verstrekt. Keukens en toiletgroepen worden hieronder niet begrepen;
begroeiing die geheel of gedeeltelijk bestaat uit bomen en/of struiken, voor zover niet vallend onder de Boswet en behoudens laagstamfruitbomen en de bijbehorende windsingels;
een persoon of een groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur en verhuur ten behoeve van arbeidsmigranten wordt daaronder niet begrepen;
Een internetwinkel is een specifieke vorm van detailhandel, waarbij verkoop van goederen plaatsvindt na bestelling op internet. Er zijn vier verschillende categorieën internetwinkels (webwinkels) te onderscheiden, waarvan twee zonder fysieke bezoekmogelijkheid en twee met fysieke bezoekmogelijkheid:
Internetwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid
Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid:
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor (niet-permanent) recreatief nachtverblijf;
een niet-agrarisch bedrijf, dat is gericht op het fokken, verzorgen en verhandelen van honden en/of katten;
een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico cq. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
ruimtelijke objecten, structuren of gebieden in het cultuurlandschap die om esthetische, cultuurhistorische en/of ecologische redenen van waarde worden geacht;
beplanting die om esthetische, cultuurhistorische of ecologische redenen van waarde en algemeen belang wordt geacht in zijn ruimtelijke context;
levend gewicht van dieren bepaald aan de hand van de omrekenfactoren als opgenomen in de nota van toelichting behorende bij het besluit d.d. 9 november 2009 (Staatsblad 2009, 479) inhoudende de wijziging van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (nieuwe activiteiten in en reparaties van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer). Dit betekent voor varkens met meer dan 100 kg levend gewicht dat het levend gewicht aan dieren wordt bepaald aan de hand van de volgende omrekenfactor (aantal dieren x 0,2 GVE x 500 kg);
een bedrijf gericht op het verrichten en leveren van diensten en producten aan agrarische bedrijven (agrarisch loonwerk);
educatieve, sociaalculturele, levensbeschouwelijke, onderwijs-, religieuze voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf, dat is gericht op het verzorgen en dresseren en trainen van paarden voor de ruitersport alsmede het geven van paardrijlessen;
het op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
een samenhangend netwerk van leefgebieden en soorten die van belang zijn vanuit het perspectief van de Europese Unie als geheel, ingesteld door de Europese Unie. Op die gebieden is de Vogel- en/of Habitatrichtlijn van toepassing;
gebied als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet natuurbescherming;
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel;
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo;
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie en daarvan ten dienste staat c.q. daar functioneel mee verbonden is;
detailhandel welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
horeca welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecafunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
een niet overdekt terrein ingericht ten behoeve van het paardrijden, met daarbij behorende voorzieningen;
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer;
tijdfractie van het jaar dat een bepaalde geurbelasting niet wordt overschreden;
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden);
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;
een gebouw, waarvan het/de op het perceel aanwezige dier(en) gebruik moet(en) kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter, uit het oogpunt van dierenwelzijn.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
het huisvesten van legale werknemers van bedrijven die tijdelijk in Nederland verblijven;
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weers invloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een betere kwaliteit van het product;
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten;
teeltondersteunende voorzieningen die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten in het jaar aanwezig zijn;
* wanneer in deze regels 'emissie N/kg/jaar' wordt gebruikt, wordt de hiervan onderdeel uitmakende hoofdletter 'N' bedoeld als verzamelnaam voor NH3 en NOx.
het houden van varkens die jaarrond de mogelijkheid wordt geboden van vrije weidegang en vrije uitloop, waarbij wordt voldaan aan de ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan geldende huisvestingseisen van EU-Verordening Erkenningseisen biologische producten 2020/464, en onder behoud van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plekke;
agrarische bedrijfsgebouwen in de vorm van stallen, waarin dieren gehouden kunnen worden, ten behoeve van de veehouderij; dit in tegenstelling tot overige agrarische bedrijfsgebouwen zoals werktuigloodsen, sleufsilo's, voerplaten, mestsilo's, mestvergistingsinstallaties en uitpandige luchtwassers;
verwantschap in de eerste graad, zijnde ouders en kinderen, waaronder tevens adoptie- of pleegouders en/of -kinderen worden verstaan;
één of meerdere ruimten bedoeld voor het be- en/of verwerken van vlees, waaronder niet wordt verstaan het slachten van dieren;
stikstofgevoelig habitattypen of leefgebiedtypen binnen Natura2000-gebieden waarbij de Kritische Depositie Waarde (KDW) wordt overschreden of er sprake is van een naderende overschrijding (KDW minus 70 mol N/ha/jr, zoals opgenomen in de meest actuele versie van de het wettelijk voorgeschreven rekenmodel AERIUS Calculator, zoals beschikbaar op www.aerius.nl of een eventuele wettelijk bepaalde opvolger van dat rekenmodel;
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan danwel ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden;
een te verplaatsen/verwijderen bouwwerk bestaande uit één bouwlaag, geschikt en ingericht ten dienste van woon-, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;
voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst;
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven, en die tevens niet ter plaatse worden bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld, hieronder begrepen onder andere de stalling van caravans en campers.
een permanent ter plaatse aanwezig gedeelte van een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door (het huishouden van) een persoon of daarmee gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen', zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
loodrecht vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de vloeroppervlakte van de ruimte, dan wel van meerdere ruimten van een bouwwerk, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de (buitenste) opgaande scheidingsconstructie, die de desbetreffende ruimte(n) omhullen;
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt. Tevens worden hieronder gevelisolerende of andere duurzaamheidsmaatregelen verstaan, mits de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt;
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Binnen de gehele bestemming mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ | ||||||
Teeltondersteunende voorzieningen, in de vorm van afdekfolie en minitunnels | n.v.t. | 0,5 | Geen beperking | n.v.t. | ||||||
Erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak | n.v.t. | 1,50 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||
Gebouwen van openbaar nut, zoals trafo's, abri's, schakelstations, meet- en regelstations | 2,7 | 3,5 | 15 | Geen beperking | ||||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming zoals bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het recreatief medegebruik (o.a. zitbanken en wegwijzers), openbaar nut en verkeersgeleiding | n.v.t. | 2, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de openbare verkeersverlichting niet meer dan 6 mag bedragen. | Geen beperking | Geen beperking | ||||||
Overkappingen buiten het bouwvlak | n.v.t. | 2 | 40 m2 per ha | Geen beperking | ||||||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 2 | n.v.t. | n.v.t. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de vorm en de kwaliteit van de bouwwerken:
Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het realiseren van schuilgelegenheden, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
en met dien verstande dat in de schuilgelegenheid tevens, ondergeschikt aan de schuilfunctie voor dieren, opslag is toegestaan van voer en aan het agrarisch gebruik gerelateerde goederen en apparatuur.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.1 ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.2.2 ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak tot ten hoogste 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik of het laten gebruiken van:
en voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in lid 3.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 3.6.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.6.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen en, wanneer mogelijk, een positieve bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige cultuurhistorisch-landschappelijke waarden.
Het staat het bevoegd gezag vrij om advies in te winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld onder artikel 3.6.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Eén en ander in overeenstemming met het bepaalde in 4.1.2.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' is maximaal één bedrijfswoning toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' zijn kantoorruimten, ondergeschikt en ten dienste van de aanwezige bedrijvigheid toegestaan. Hierbij is maximaal één kantoorruimte toegestaan in de vorm van een vrijstaand gebouw welke niet is geïntegreerd in een ander bedrijfsgebouw.
Voor de gebruiksfuncties bezoekerscentrum, vleesatelier en slachterij met inbegrip van de hieraan alsmede aan de agrarische activiteiten ter plaatse van de Zandweg ondersteunende functies in de vorm van een informatiecentrum, (kook-)workshop-, training- en lesruimten, ondersteunende horeca, ondersteunende groot- en detailhandel (waaronder mede begrepen een internetwinkel in alle categorieën) en opslag van vlees en/of vleesproducten gelden de navolgende regels:
Het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep is toegestaan met dien verstande dat:
Het uitoefenen van een bed & breakfast is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De gronden ter plaatse van het bestemmingsvlak 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' mogen uitsluitend overeenkomstigde bestemmingsomschrijving, zoals bedoeld in artikel 4.1, worden gebruikt, mits:
Ten behoeve van een adequate landschapsinpassing geldt dat:
Het bebouwen en gebruiken van het bestemmingsvlak is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat:
Op de gronden als bedoeld in lid 4.1 mogen de onderstaande bouwwerken uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd:
Binnen de gehele bestemming mogen worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in de subleden 4.2.2 en 4.2.3, gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ |
||||||||||||||
Bedrijfsgebouwen | 7,7 | 13,2 | De gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen dient te voldoen aan het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.3. | Geen beperking | ||||||||||||||
Bedrijfsgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - vleesatelier, bezoekerscentrum' | n.v.t. | 13,2 | De gezamenlijke oppervlakte van bedrijfsgebouwen dient te voldoen aan het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.3. | Geen beperking | ||||||||||||||
Bedrijfswoning | 6 | 10 | Geen beperking | 1000 | ||||||||||||||
Kantoor in de vorm van één vrijstaand gebouw en niet geïntegreerd in een ander bedrijfsgebouw | 4,5 | 9 | Geen beperking | 550 | ||||||||||||||
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | 3,5 | 5,5 | 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m2 bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m2. | Geen beperking | ||||||||||||||
Teeltondersteunende voorzieningen | n.v.t. | 4 | Geen beperking | n.v.t. | ||||||||||||||
Teeltondersteunende voorzieningen, in de vorm van afdekfolie en minitunnels | n.v.t. | 0,5 | Geen beperking | n.v.t. | ||||||||||||||
Sleufsilo's en mestopslagplaatsen e.d. | n.v.t. | 6 | Geen beperking | Geen beperking | ||||||||||||||
Hooibergen, voedersilo's e.d. | n.v.t. | 15 | Geen beperking | Geen beperking | ||||||||||||||
Erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak | n.v.t. | 2 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||||||||
Erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak | n.v.t. | 2 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||||||||
Gebouwen van openbaar nut, zoals trafo's, abri's, schakelstations, meet- en regelstations | 2,7 | 3,5 | 15 | Geen beperking | ||||||||||||||
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze bestemming zoals bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het recreatief medegebruik (o.a. zitbanken en wegwijzers), openbaar nut en verkeersgeleiding | n.v.t. | 2, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de openbare verkeersverlichting niet meer dan 6 mag bedragen. | Geen beperking | Geen beperking | ||||||||||||||
Overkappingen, anders dan schuilgelegenheden buiten het bouwvlak. | n.v.t. | 2 | 40 m2 per ha | Geen beperking | ||||||||||||||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 2, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van een ooievaarsnest 10m mag bedragen. | n.v.t. | n.v.t. |
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik of het laten gebruiken van:
en voor:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in lid 4.1.2 onder e ten behoeve van het toestaan van bed & breakfast voor maximaal 8 personen onder toepassing van de overige voorwaarden zoals aangegeven in artikel 4.1.2 onder e.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf in de bedrijfswoning of een daarbij behorend bouwwerk onder de volgende voorwaarden:
Het is verboden de voor de 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - bezoekerscentrum', zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen of uitwendig wijzigen van een bouwwerk, de aanwezige bouwwerken te slopen of uitwendig te wijzigen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.7.1 wordt slechts verleend indien:
Aan een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.7.1 voor het slopen van een bouwwerk of werkzaamheden verband houdend met een uitwendige wijziging van het bouwwerk, kunnen nadere eisen worden gesteld in het belang van de bescherming van soorten als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming. Hieronder wordt begrepen het treffen van mitigerende maatregelen.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Eén en ander in overeenstemming met het bepaalde in 5.1.1
Het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep is toegestaan met dien verstande dat:
Het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf is toegestaan met dien verstande dat:
Het uitoefenen van een bed & breakfast is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
Het uitoefenen van een internetwinkel van categorie A is toegestaan met dien verstande dat:
Mantelzorg is toegestaan in bestaande bebouwing.
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m² | Maximale inhoud in m³ | Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m | ||||||||
Woning | 6,6 | 11 | Geen beperking | 1000 m3. | 5 | ||||||||
Bijbehorende bouwwerken | 3,5 | 5,5 | 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m2 bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m2. | Geen beperking | n.v.t. | ||||||||
Bedrijfsgebouwen een schuur voor hobbymatig agrarisch gebruik binnen de aanduiding 'Specifieke vorm van wonen - Statische opslag' | 3,5 | 5,5 | 1264 m2 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||
Erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 1 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||
Erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | n.v.t. | 2 | n.v.t | n.v.t | n.v.t | ||||||||
Antennes, uitsluitend toegestaan achter (het verlengde van) de achtergevel van de woning | n.v.t. | 12 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||
Overkappingen | n.v.t. | 3 | 40 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 3 | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het verkleinen van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens tot minimaal 2,5 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2 sub a ten behoeve van het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het verhogen van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn tot maximaal 2 m, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub a ten behoeve van het uitbreiden van de omvang van de woning en de bijbehorende bouwwerken met ten hoogste 75 m3 ten behoeve van mantelzorg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.2 ten behoeve van het toestaan van het herbouwen van een woning buiten de bestaande funderingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in deze bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1.1 onder b ten behoeve van het toestaan van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de 'Lijst van aan huis verbonden bedrijven', zoals opgenomen in Bijlage 9 Lijst aan huis gebonden bedrijven bij deze regels, en/of het toestaan van aan huis verbonden bedrijven onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1.1 onder c ten behoeve van het toestaan van bed & breakfast voor maximaal 8 personen onder toepassing van de overige voorwaarden zoals aangegeven in artikel 5.1.1 onder c.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 5.1.1 onder d ten behoeve van het toestaan van internetwinkels van categorie B onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het toestaan van kamerverhuur onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 ten behoeve van het toestaan van nevenactiviteiten zoals zijn opgenomen in Bijlage 12 Nevenactiviteiten / functieveranderingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' gebouwen geheel of gedeeltelijk te slopen zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen.
Het in artikel 5.7.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 5.7.1, kan alleen worden verleend indien de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gebouwen niet blijvend onevenredig worden geschaad, dan wel indien deze cultuurhistorische waarden kunnen en zullen worden veiliggesteld dan wel worden teruggebracht;
Het staat het bevoegd gezag vrij om advies in te winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5.7.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor aanleg, het beheer en instandhouding van een hoogspanningsverbinding met de daarbij behorende masten en (veiligheids)voorzieningen.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de regels van dit artikel vóór de bepalingen die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2 in die zin dat ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, gebouwen of andere bouwwerken worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend een gebruik dat geen rekening houdt met een ongestoorde werking van de bovengrondse hoogspanningsleiding en de risico's die ermee verbonden zijn.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in lid 6.1 bedoelde gronden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
Het bepaalde in artikel 6.5.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 6.5.1, kan slechts worden verleend indien:
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 6.5.1, wordt eerst overgegaan indien uit het verkregen positief schriftelijk advies van de netbeheerder is gebleken dat hierdoor de veiligheid en leveringszekerheid niet blijvend onevenredig kan worden geschaad. Aan de hand daarvan kan het bevoegd gezag desgewenst nadere eisen verbinden aan de vergunning, ter bescherming van bedoelde verbinding.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming en onderhoud van de rioolwatertransportleiding.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in artikel 7.2 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen, met dien verstande dat deze gebouwen en bouwwwerken, geen gebouwen zijnde uitsluitend toelaatbaar zijn indien de belangen in verband met de betrokken leiding(en) zich hier niet tegen verzetten en het bevoegd gezag hierover tijdig tevoren schriftelijk advies heeft ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol ensemble Berkelaar' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding: | dienen bij nieuwe ontwikkelingen de karakteristieken en waarden gerespecteerd te worden zoals nader bepaald in: |
'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorisch ensemble Berkelaar' | Bijlage 8 Cultuurhistorisch ensemble Berkelaar |
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol ensemble Berkelaar' aangewezen gronden mag worden gebouwd overeenkomstig onderliggende bestemmingen en rekening houdend met de waarden zoals genoemd in artikel 8.1.1.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 8.1.1 geldt ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dat de bestaande bebouwing niet mag worden gewijzigd.
Het bepaalde in artikel 8.2.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de vorm en de kwaliteit van de bouwwerken:
Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.2 voor het wijzigen van bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' indien bebouwing is toegestaan ingevolge de ter plaatse aangewezen andere bestemmingen, met in achtneming van het volgende:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.4.1 kan alleen worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan advies inwinnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld artikel 8.4.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
Het is verboden op of in artikel 8.1 bedoelde gronden de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het bepaalde in artikel 8.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.5.1 kan alleen worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan advies inwinnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld artikel 8.5.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
Het is verboden op of in artikel 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning cultuurhistorisch waardevolle objecten geheel of gedeeltelijk te slopen indien:
Het in artikel 8.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.6.1 kan alleen worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan advies inwinnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld artikel 8.6.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door:
Alvorens te beslissen over de wijzigingen als bedoeld in 8.7.1 kunnen burgemeester en wethouders advies inwinnen bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Voor het bouwen binnen de andere daar voorkomende bestemmingen zijn de desbetreffende regels behorende bij die bestemmingen van toepassing, met dien verstande dat, indien de bodemverstoring als gevolg van het bouwen dieper is dan '0,40 m' onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m² dan dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge artikel 9.2.2 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in artikel 9.2.2 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde bouwwerkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 9.2.2 of artikel 9.3.4 is gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het is verboden op de in artikel 9.1 bedoelde gronden de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
Het bepaalde in artikel 9.3.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Indien een omgevingsvergunning vereist is en de bodemverstoring als gevolg van de werken/werkzaamheden dieper is dan 0,40 m onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge artikel 9.3.4 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven, indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in artikel 9.3.4 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde werken/werkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - 3' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is aangegeven in de regels, onder gebouwen ondergronds worden gebouwd, onder de volgende voorwaarden:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, in verband met de oprichting van gebouwen, geldt als voorwaarde dat voldoende parkeergelegenheid voor auto’s wordt gerealiseerd. Een en ander overeenkomstig het navolgende.
In, op of onder gebouwen dan wel het daarbij behorende terrein dienen voldoende parkeerplaatsen voor auto's aanwezig te zijn. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan als de navolgende parkeernormen worden nageleefd:
De in artikel 11.2.1 bedoelde parkeerplaatsen moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de afmetingen minimaal 2,50 m bij 5,00 m en maximaal 3,25 m bij 6,00 m bedragen.
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering van de parkeerplaatsen ten behoeve van een goede parkeerbalans, de verkeerssituatie en/of het stedenbouwkundig beeld.
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in de artikelleden 3.5.1 onder a en b, 4.4.1 onder a en b en 5.5 onder k van deze regels, onder de navolgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen ten behoeve van:
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Het bestemmingsplan maakt nieuwe ontwikkelingen binnen het plangebied mogelijk. Deze ontwikkelingen dienen gecombineerd te worden met een kwaliteitsverbetering. Om deze kwaliteitsverbeteringen te kunnen bereiken worden twee instrumenten ingezet:
Agrarische ontwikkelingen: 'Landschappelijke inpassing'
Het instrument ruimtelijke kwaliteit agrarisch: 'Landschappelijke inpassing' is van toepassing op agrarische bedrijven. Ten behoeve van de uitbreiding van bebouwing binnen het agrarische bouwvlak is het instrument van toepassing via de nadere eisen. Wanneer er sprake is van een uitbreiding van het agrarische bouwvlak en het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen buiten het agrarische bouwvlak is het instrument van toepassing via de afwijkings- danwel wijzigingsbevoegdheid.
Overige ontwikkelingen: 'Kwaliteitsbijdrage'
Het instrument ruimtelijke kwaliteit: 'Kwaliteitsbijdrage' is van toepassing voor overige ontwikkelingen in het buitengebied. Op hoofdlijnen betreft het:
Het instrument is van toepassing via de afwijkings- danwel wijzigingsbevoegdheid.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd medewerking te verlenen aan de in dit bestemmingsplan opgenomen afwijkings-, wijzigings- en nadere eisenregels ten behoeve van de ontwikkeling van agrarische bedrijven, onder de voorwaarde dat naast de reeds in de betreffende regels opgenomen voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de van toepassing zijnde onderstaande 'Landschappelijke inpassing':
Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een viertal kwaliteitspakketten:
Basiskwaliteit | = 10% van de oppervlakte nieuwe bebouwing/verharding; |
Basiskwaliteit Plus | = 10% van de totale oppervlakte van de bouwkavel na uitbreiding |
Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering | = 10% van de totale oppervlakte van de bouwkavel na uitbreiding x 1,5 |
Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering Plus | = 10% van de totale oppervlakte van de bouwkavel na uitbreiding x 2 |
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijke inpassingen.
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit Plus' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijke inpassingen.
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijk inpassingen.
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering Plus' met aanvullende kwaliteitsverbetering' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijke inpassingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd medewerking te verlenen aan de in dit bestemmingsplan opgenomen afwijkings- en wijzigingsregels, onder de voorwaarde dat naast de reeds in de betreffende regels opgenomen voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de van toepassing zijnde onderstaande 'Kwaliteitsbijdrage':
OVERIGE ONTWIKKELINGEN |
KWALITEITSBIJDRAGE | ADVIES KWALITEITSCOMMISSIE | |
GEBIEDSEIGEN RECREATIE EN TOERISME |
|||
Kleinschalig kampeerterrein |
Basiskwaliteit Plus, zoals bedoeld in artikel 15.2.3, waarbij 10% van de totale oppervlakte van de kampeerinrichting ingepast dient te worden. | Nee, wanneer binnen agrarisch bouwvlak Ja, wanneer buiten agrarisch bouwvlak |
|
OVERIGE GEBOUWDE FUNCTIES |
|||
Huisvesting seizoensarbeiders |
Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de huisvesting. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 6 Landschapstypen en kenmerken. | Nee |
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Swaantjes- en Zandweg'.