1.1 plan het bestemmingsplan 'Molenstraat te Standdaarbuiten' van de gemeente Moerdijk.
1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1709.SBMolenstr42-BP30 met de bijbehorende regels en bijlage.
1.3 verbeelding:
- analoge verbeelding: de verbeelding van het bestemmingsplan “Molenstraat te Standdaarbuiten”, bestaande uit één kaartblad met het nummer NL.IMRO.1709.SBMolenstr42-BP30
- digitale verbeelding: een verbeelding van het bestemmingsplan “Molenstraat te Standdaarbuiten”, met de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1709.SBMolenstr42-BP30
1.4 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5 aan- en uitbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist.
1.6 afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
1.7 agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren.
1.8 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel/bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.10 bedrijf een onderneming gericht op het vervaardigen van, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.
1.11 bedrijf aan huis het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen ondergeschikt aan de woonfunctie kan worden uitgeoefend, niet zijnde detailhandel, behoudens de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten.
1.12 bedrijfswoningeen woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door(het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.13 bedrijfsvloeroppervlak de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.14 beroep aan huis een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, ondergeschikt aan de woonfunctie, kan worden uitgeoefend.
1.15 bestaande afstands-, hoogte-, inhoud- en oppervlakte maten afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/Woningwet.
1.16 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.17 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.18 bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.19 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.20 bouwgrens de grens van een bouwvlak.
1.21 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is. Een kap wordt in ieder geval niet aangemerkt als bouwlaag.
1.22 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.23 bouwperceelsgrens de grens van een bouwperceel.
1.24 bouwvlak een aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.25 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
1.26 bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.27 café een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid, indien en zover de activiteiten behoren tot categorie 1 horeca-activiteiten.
1.28 consumentenvuurwerk vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.29 cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.30 dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, en bankfilialen.
1.32 erf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw, 1 meter gelegen achter de denkbeeldige lijn in het verlengde van de lijn van het bouwvlak waar de voorgevel van het hoofdgebouw aanligt, voor zover deze gronden gelegen zijn buiten het bouwvlak van het hoofdgebouw.
1.33 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.34 geluidzone - industrie de met de gebiedsaanduiding geluidzone - industrie aangegeven zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41 leden 1 en 2 van de Wet geluidhinder.
1.35 hoofdgebouween gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen discipline, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.37 kapeen gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, voor ten minste 2/3 deel bestaande uit een dakconstructie van schuin, bol of hol naar elkaar toelopende dakvlakken, dan wel een dakconstructie van een naar één zijde schuin, bol of hol toelopend dakvlak.
1.38 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.39 overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.40 peil
- voor gebouwen binnen 5 m afstand van een weg: de hoogte van de kruin van die weg;
- in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.41 risicovolle inrichtingen
- een inrichting bij welke ingevolge het BEVI een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico- afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
- een AMvB- inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid.
1.42 Staat van bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'Bedrijventerrein' die als bijlage 1 onderdeel uitmaakt van deze regels.
1.43 volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën: auto's, boten, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen.
1.44 voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of ''uitstraling'' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.45 voorzieningen van openbaar nut
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.