direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Kern Zevenbergschen Hoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.7bergschenhoek18-0401

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1': bedrijven uit categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2': bedrijven uit ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1 uitgesloten' zijn bedrijven van categorie 1 uit de Staat van de Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' uitgesloten;
  • f. ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot en met 5': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit de ten hoogste voor de bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein':
aanduiding   SBI-code   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   6312   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 2   203   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 3   501, 502, 504   2  
specifieke vorm van bedrijf - 4   158   4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 5   45   3.2  

  • g. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': nutsvoorzieningen uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein';
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

4.2 Bouwregels

4.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' bedraagt ten hoogste 5,5 m;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder a is de bouw van erkers, luifels, balkons en andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen buiten het bouwvlak toegestaan, waarbij geldt dat:
    • 1. de diepte ten hoogste 1,25 m bedraagt;
    • 2. het oppervlak ten hoogste 6 m² bedraagt;
    • 3. de afstand tot de begrenzing met de bestemming Verkeer of Verkeer - Verblijfsgebied ten minste 1 m bedraagt;
  • f. de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens bedraagt ten minste 3 m;
  • g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 5 m.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 8 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. Wgh-inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. per bedrijf is kantoorvloeroppervlak die meer bedraagt dan 50% van het bedrijfsvloeroppervlak niet toegestaan; kantoorvloeroppervlak van meer dan 400 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • f. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein'

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • e. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.

4.4.2 wro-zone - ontheffingsgebied

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone ontheffingsgebied' bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.3onder f voor het oprichten van 1 bedrijfswoning met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de noodzaak van de bedrijfswoning moet worden aangetoond;
  • b. de bouwhoogte van de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 8,5 m;
  • c. parkeervoorzieningen worden op eigen terrein gerealiseerd, tenzij kan worden aangetoond dat in het openbaar gebied voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid; hiervoor geldt een parkeernorm van 1,5 parkeerplaats per woning;
  • d. er moet worden aangetoond dat er geen milieuhygiënische belemmeringen zijn en dat wordt voldaan aan de milieunormen.

4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Wijzigingsbevoegdheid voor consumentenvuurwerk

Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Bedrijf zodanig wijzigen dat de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is toegestaan. De afstand tussen een vuurwerkopslagplaats en (geprojecteerde) kwetsbare objecten, zoals in het Vuurwerkbesluit bedoeld, bedraagt ten minste de veiligheidsafstand die in het Vuurwerkbesluit is voorgeschreven.