direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Mijnbouwlocatie
Plan: Gaswinlocatie Eesveen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.ESVmijnbwEesveenBP-VA01

Artikel 4 Bedrijf - Mijnbouwlocatie

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemeen

De voor 'Bedrijf - Mijnbouwlocatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gaswinning;
  • b. verwijdering van vloeistoffen die bij de winning van aardgas worden mee geproduceerd;
  • c. het testen en evacuatie van het gewonnen gas;
  • d. het ontzuren van het gewonnen gas;
  • e. ontvangst van, opslag van, verpompen van en laad- en losactiviteiten van vloeistoffen die bij de winning van aardgas worden mee geproduceerd;
  • f. exploratie- en exploitatieboringen;
  • g. onderhoudswerkzaamheden aan zowel de bovengrondse als de ondergrondse inrichting, inclusief alle daarbij behorende voorbereidende werkzaamheden zijn toegestaan;
  • h. groen;
  • i. water en dammen;
  • j. infrastructurele voorzieningen;
  • k. transportleidingen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf - Mijnbouwlocatie' aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming.

4.2.2 Bouwwerken

Bouwwerken mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. voor gebouwen geldt dat de bouwhoogte maximaal 4 m bedraagt;
  • b. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte van een afblaaspijp 15 m;
    • 2. bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder erf- en terreinafscheidingen) 5 m;
  • c. voor tijdelijke bouwwerken gelden de volgende maxima:
    • 1. bouwhoogte van de kantoorunits en slaapunits 10 m.
    • 2. bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten 8 m;
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Bescherming cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter bescherming van de cultuurhistorische en/of landschappelijke waarden dan wel ter bescherming van de ruimtelijke en functionele karakteristiek nadere eisen te stellen aan de situering en de omvang van nieuw te bouwen bebouwing teneinde een verantwoorde stedenbouwkundige en/of landschappelijke situering van zowel de bebouwing onderling als ten opzichte van het landschap te verzekeren.

4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken:

  • a. als staan- of ligplaats van onderkomens anders dan ten behoeve van de bouw en onderhoud van de mijnbouwlocatie;
  • b. voor opslag van voer- en vaartuigen;
  • c. voor gebruik van de gebouwen als (dienst)woning;
  • d. voor opslag van gassen en kernafval in de ondergrond.