Plan: | Zitterd 61 Soerendonk en Heistraat 15 Gastel |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPBG3004-ONT1 |
De voor 'Bedrijf - Niet Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op gronden met deze bestemming zijn uitsluitend toegestaan de bedrijven genoemd in de navolgende tabel:
Aanduiding | Adres | Bebouwde oppervlakte |
specifieke vorm van bedrijf - verwerking agrarische restproducten | Zitterd 61 Soerendonk | 4.195 m² |
Op gronden met deze bestemming zijn binnen de 4.2.1 toegestane bebouwde oppervlakte tevens agrarische nevenactiviteiten toegestaan in de vorm van werkzaamheden ten behoeve van de aspergeteelt.
Uitsluitend zijn toegestaan bedrijfsgebouwen binnen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak ten behoeve van de in 4.2.1 en 4.2.2 toegestane bedrijvigheid en één bedrijfswoning met bijgebouwen.
De in de tabel in 4.2.1 aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen (exclusief de bedrijfswoning en de bijbehorende bijgebouwen) mag niet worden overschreden. De bedrijfsgebouwen moeten binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak worden opgericht, met in achtneming van het bepaalde in 4.3.
De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen. Hierbij geldt dat de bestane (legale) afstand of goot- of bouwhoogte, voor zover opgericht in overeenstemming met de Woningwet, afwijkt van onderstaande maten, de bestaande afstand respectievelijk goot- of bouwhoogte als minimum/maximum geldt.
bedrijfsgebouwen | minimaal | maximaal |
afstand tot de zijdelingse, voorste en achterste bouwperceelgrens | 3 meter | niet van toepassing |
goothoogte | niet van toepassing | 5 meter |
bouwhoogte | niet van toepassing | 10 meter |
dakhelling | 12° | 45° |
hoofdgebouw van de bedrijfswoning | minimaal | maximaal |
afstand tot de zijdelingse, voorste en achterste bouwperceelgrens | 3 meter | niet van toepassing |
goothoogte | niet van toepassing | 5,5 meter |
bouwhoogte | niet van toepassing | 8 meter |
inhoud | maximaal 750 m³, indien de inhoud ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestane inhoud als maximum | |
afstand vrijstaande bedrijfswoning tot zijdelingse perceelsgrens | 5 meter | niet van toepassing |
dakhelling | 12° | 45° |
bijgebouwen en aanbouwen bij bedrijfswoning | minimaal | maximaal |
gezamenlijke oppervlakte per woning | niet van toepassing | 90 m² waarbij de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tezamen, maximaal 90 m² mag bedragen; |
afstand tot de zijdelingse, voorste en achterste bouwperceelgrens | 3 meter; aan maximaal één zijde mag de afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens minder bedragen dan 3 meter | niet van toepassing |
goothoogte | niet van toepassing | 3 meter |
bouwhoogte | niet van toepassing | 5,5 meter |
afstand vrijstaande bijgebouwen tot achtergevel bedrijfswoning of verlengde daarvan | niet van toepassing | 15 meter |
bouwwerken geen gebouwen zijnde | maximaal |
bouwhoogte erfafscheidingen | 2 meter |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 6 meter |
gezamenlijke oppervlakte per woning | 30 m², waarbij de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aanbouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde tezamen, maximaal 90 m² mag bedragen. |
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van:
Voor zover ingevolge deze regels een bedrijfswoning is toegestaan, is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep en lichte bedrijvigheid toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ten dienste van de agrarische nevenactiviteit genoemd in 4.2.2 is ondergeschikte detailhandel toegestaan onder de volgende voorwaarde:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 teneinde nevenactiviteiten in de vorm van inpandige statische opslag toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder g, en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw bij een woning wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte, mits:
Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: