direct naar inhoud van Artikel 17 Verkeer - Luchtverkeer
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3003-VAST

Artikel 17 Verkeer - Luchtverkeer

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer - Luchtverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor een luchtvaartterrein met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, uitsluitend ten behoeve van openbaar nationaal en internationaal burgerluchtverkeer, uitsluitend voor vliegtuigen met een spanwijdte tot 24 m1 en/of een wielbasis tot 6 m1 tussen 7:00 en 23:00 uur.

17.2 Nadere detaillering van de bestemming
17.2.1 Bedrijfswoningen

Binnen de bestemming zijn maximaal twee bedrijfswoningen met bijbehorende bijgebouwen en voorzieningen toegestaan.

17.2.2 Ondersteunende horeca

Binnen de bestemming is horeca toegestaan in de vorm van een restaurant.

17.3 Bouwregels
17.3.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming.

17.3.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen het bouwvlak;
  • b. het bebouwingspercentage mag maximaal 15% bedragen;
  • c. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ingebouwd in of aangebouwd aan een bedrijfsgebouw;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m3 bedragen;
  • e. de bouwhoogte van gebouwen mag maximaal 12 m bedragen.
17.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak mag maximaal 2,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak, mag maximaal 2 m bedragen.
17.4 Ontheffing van de bouwregels
17.4.1 Ontheffing bebouwde oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 17.3.2teneinde de bestaande bebouwde oppervlakte te vergroten met maximaal 15 %, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • b. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • c. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • e. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • f. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • g. het watersysteem ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast; hieromtrent dient aan de waterbeheerder advies te worden gevraagd.