direct naar inhoud van Artikel 16 Verkeer
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3003-VAST

Artikel 16 Verkeer

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd:

  • a. overeenkomstig de aanduidingen voor verkeersdoeleinden in de vorm van:
    • 1. stroomwegen, met maximaal 4 rijstroken ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – stroomweg";
    • 2. gebiedsontsluitingswegen, met maximaal 2 rijstroken ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – gebiedsontsluitingsweg";
    • 3. erftoegangswegen, met maximaal 2 rijstroken ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – erftoegangsweg";
    • 4. onverharde wegen, met maximaal 1 rijstrook ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – onverharde weg";
  • b. ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden": voor het behoud van de waardevolle wegenstructuur en bestaande klinkerbestrating;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden;

een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen, sloten.

16.2 Nadere detaillering van de bestemming
16.2.1 Waterhuishoudkundige doeleinden

Onder waterhuishoudkundige doeleinden wordt in ieder geval verstaan dat de gronden binnen een strook van 5 m aan weerszijden van de bestemmingen "Waterstaat – Beek" en " Waterstaat – Waterlopen" mede bestemd zijn voor waterhuishoudkundige doeleinden.

16.3 Bouwregels
16.3.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.

16.3.2 Gebouwen

Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
16.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 15 m bedragen.

16.4 Specifieke gebruiksregels
16.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden met de aanduiding "cultuurhistorische waarden" voor het verwijderen van klinkerbestrating.