direct naar inhoud van Artikel 14 a-watergang
Plan: Buitendijks gebied 2005
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.97-OH01

Artikel 14 a-watergang

14.1 doeleinden

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "A-watergang" zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en de waterberging;
  • c. kunstwerken, bruggen en overige waterstaatswerken;
  • d. de berging en afvoer van hoog oppervlaktewater, sediment en ijs;
  • e. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de waterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;
  • f. een A-watergang;
  • g. de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden;
  • h. ontgronding daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangeduid;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde terreinen.

14.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 2 m.

14.3 aanlegvergunning
14.3.1

Het is verboden op de in artikel 14.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen en puinstortingen;
  • het verrichten van boringen, seismisch of ander bodemonderzoek;
  • het wijzigen van het waterpeil;
  • het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van vijvers, poelen, kolken en waterlopen;
  • het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen.
14.3.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien:

  • a. door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige functie, de bestaande afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs alsmede de toekomstige vergroting van die capaciteit en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of niet afdoende tegemoet kan worden gekomen;
  • b. door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische en/of archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of niet afdoende tegemoet kan worden gekomen.
14.3.3

Alvorens te besluiten over de aanvraag om een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij Rijkswaterstaat en de beheerder van de watergang.

14.3.4

Een aanlegvergunning is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip verleende dan wel aangevraagde aanlegvergunning.