Plan: | Postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1701.509Veegplan4WP2022-0002 |
Bestemmingsplan buitengebied 2018 vernietigd
Op 21 juli 2021 is het bestemmingsplan Buitengebied 2018 van de gemeente Westerveld vernietigd door de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2021:1603).
Op grond van artikel 3.6 lid 3 Wro maken uitwerkings- en wijzigingsplannen deel uit van het bestemmingsplan waarop deze plannen zijn gebaseerd. Hieruit volgt dat indien een bestemmingsplan waarop een uitwerkings- of wijzigingsplan is gebaseerd door de Afdeling wordt vernietigd, dit ook de rechtskracht van deze plannen raakt. Het uitwerkings- of wijzigingsplan is daarmee ook vernietigd.
Nu door de vernietiging van het bestemmingsplan Buitengebied 2018 ook de daarop gebaseerde wijzigingsplannen zijn vervallen wil de gemeente Westerveld dit herstellen. Dat betekent dat een aantal wijzigingsplannen opnieuw moeten worden vastgesteld met een aangepaste grondslag (namelijk de grondslag 'bestemmingsplan Buitengebied 2012'.) Het gaat om 11 wijzigingsplannen. De wijzigingsbevoegdheden voor deze wijzigingsplannen zijn alle opgenomen in het moederplan, het bestemmingsplan Buitengebied 2012. Deze 11 wijzigingsplannen moeten aldus opnieuw worden vastgesteld met het bestemmingsplan Buitengebied 2012 als grondslag. Hiertoe is het 'herstelplan Wijzigingsplannen buitengebied Westerveld' opgesteld.
Naast het hierboven omschreven herstelplan voor 11 wijzigingsplannen zijn er nog enkele andere herzieningen/wijzigingen die niet via bovengenoemde hersteloperatie meegenomen kunnen worden. Dit omdat de grondslag voor deze wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012. Het gaat om drie locaties. Voor deze 3 locaties is onderhavig postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld’ opgesteld.
Postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld
Met het 'postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld' ontstaat een juridisch correct bestemmingsplan dat de functies een kader geeft waaraan (toekomstige) aanvragen omgevingsvergunning kunnen worden getoetst. Het postzegelplan sluit aan bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).
Tevens dient het vaststellen van het postzegelplan als voorbereiding op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het voorliggende postzegelplan maakt -na inwerkingtreding van de Omgevingswet- onderdeel uit van het gemeentelijk Omgevingsplan van rechtswege. Voor een goede overgang is het noodzakelijk dat de basis op orde is: een eenduidige en actuele regeling voor het grondgebied van de gemeente Westerveld.
In de volgende tabel is de plangeschiedenis van het bestemmingsplan buitengebied van de gemeente Westerveld weergegeven.
Bestemmingsplan | Jaar | Onherroepelijk of vernietigd |
Buitengebied Westerveld | 2012 | Deels onherroepelijk, deel vernietigd |
uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak | 2014 | |
Reparatieplan buitengebied Westerveld | 2016 | Deels onherroepelijk, deel vernietigd (artikel 13, lid 13.3 onder h sub 1 en artikel 14 lid 13.4: bestemming Horeca) Dit plan bevat geen wijzigingsbevoegdheden voor de genoemde wijzigingsplannen. |
uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak | 2017 | |
Buitengebied Agrarische gronden | 2017 | vernietigd (PAS) |
uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak | ||
Buitengebied Westerveld 2018 | vernietigd (PAS) | |
uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak | 2021 |
Voor de herzieningen/wijzigingen die niet via de hersteloperatie 'wijzigingsplannen buitengebied Westerveld' meegenomen kunnen worden is onderhavig postzegelplan opgesteld. Het betreft wijzigingen waarbij de grondslag voor deze wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012. Het gaat om drie locaties, zie onderstaande tabel.
Lheebroek 34, Dwingeloo( |
omgevingsvergunning, vastgesteld 12-11 2020 | |
Westeinde 187 Wapserveen
|
wijzigingsplan, vastgesteld 27-11 2018 | |
Rijksweg 22 Dieverbrug |
wijzigingsplan, vastgesteld 24-07 2018 |
Het plangebied waarop dit postzegelplan van toepassing is betreft aldus het grondgebied van de 3 plannen, zoals genoemd in bijgaande tabel.
In deze paragraaf wordt de strekking van het postzegelplan voor de genoemde drie locaties omschreven. De oorspronkelijke toelichtingen zijn opgenomen in bijlage 1, 2 en 3.
Het plan ziet toe op het vergroten van het woonperceel, het realiseren van een nieuwe schuur, alsmede op de landschappelijke inpassing van het gehele perceel.
Het plan ziet toe op de wijziging van de bestemming 'Agrarisch 1' naar 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Met deze wijziging wordt de inrichting van het perceel niet gewijzigd. Het nieuwe gebruik wordt gevestigd in de bestaande panden, waarbij de (voormalige) boerderij het hoofdgebouw vormt.
Het plan ziet toe op de wijziging van de bestemming 'Agrarisch 1' naar 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. De bedrijfswoning wordt gesplitst en in gebruik genomen als reguliere woningen, de agrarische opstallen zullen fungeren als bijgebouwen bij de woningen.
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend postzegelplan wordt enkel opgesteld omdat de grondslag voor de beoogde wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012. Het gaat om drie locaties. Voor deze 3 locaties is onderhavig ‘postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld’ opgesteld. Doordat de grondslag in het 'bestemmingsplan buitengebied 2012' ontbreekt, dienen deze drie locaties opnieuw te worden vastgesteld.
Omdat het plan niet voorziet in het toestaan van nieuwe ontwikkelingen en de huidige functies in het gebied zijn getoetst aan de milieuaspecten, hetzij in de reeds vastgestelde wijzigingsplannen hetzij in een besluit/vergunning, is opnieuw toetsen aan de milieuaspecten niet noodzakelijk. Ook het opstellen van een m.e.r.-beoordelingsnotitie is niet aan de orde. Voor toetsing aan de milieuaspecten wordt verwezen naar de toelichting van betreffende wijzigingsplannen dan wel de ruimtelijke onderbouwing zoals opgenomen in de bijlagen 1, 2 en 3 van dit postzegelbestemmingsplan.
In deze toelichting worden, na dit inleidende hoofdstuk, in hoofdstuk 2 het beleidskader en in hoofdstuk 3 de milieu- en omgevingsaspecten bij het plan toegelicht. In hoofdstuk 4 wordt de juridische systematiek van het herstelplan uitgelegd en tot slot is in hoofdstuk 5 de uitvoerbaarheid van het plan uitgewerkt.
De toelichtingen behorende bij de in paragraaf 1.3 genoemde plannen zijn als bijlage 1, 2 en 3 opgenomen bij de toelichting van dit postzegelbestemmingsplan.
Een bestemmingsplan mag niet in strijd zijn met de beleidskaders op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau. Op nationaal niveau zijn de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) relevant. Op provinciaal niveau zijn dit de Omgevingsvisie en Omgevingsverordening van de Drenthe. Op gemeentelijk niveau is dit de Omgevingsvisie Westerveld.
Voor de herzieningen/wijzigingen die niet via de hersteloperatie 'wijzigingsplannen buitengebied Westerveld' meegenomen kunnen worden is onderhavig postzegelplan opgesteld. Het betreft wijzigingen waarbij de grondslag voor deze wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012. Voorliggend postzegelplan wordt dus enkel opgesteld omdat de grondslag voor de beoogde wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012.
Gelet op de aard, de inhoud en de schaal van de wijzigingen die gemoeid zijn met dit postzegelplan kan geconstateerd worden dat het provinciaal en Rijksbeleid geen rol spelen. De locaties van dit plangebied liggen daarnaast niet op gronden waarvoor specifieke eisen uit geldende beleidsstukken op Rijks, provinciaal- en gemeentelijk niveau voortvloeien. Dit plan is dan ook in overeenstemming met dit beleid.
In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er sprake is van een 'goede ruimtelijke ordening'. Onderdeel hiervan is dat het plan niet in strijd is met een aantal milieuaspecten, zoals bodem en water. Voorliggend postzegelplan wordt enkel opgesteld omdat de grondslag voor de beoogde wijzigingen niet opgenomen is in het bestemmingsplan buitengebied 2012.
Omdat de voorgenomen wijzigingen in de drie locaties al zijn getoetst aan de milieuaspecten (in de eerder opgestelde wijzigingsplannen dan wel in een besluit/vergunning), is opnieuw toetsen niet noodzakelijk. Ook het opstellen van een m.e.r.-beoordelingsnotitie is in het kader van dit postzegelplan niet aan de orde. Voor toetsing aan de milieuaspecten wordt verwezen naar de toelichting van de betreffende wijzigingsplannen dan wel een besluit/vergunning zoals opgenomen in bijlage 1, 2 en 3.
In dit hoofdstuk wordt de inhoud van de bestemmingen (de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden) toegelicht en wordt aangegeven hoe de uitgangspunten hun juridische vertaling in het eigenlijke plan hebben gekregen. De bepalingen die betrekking hebben op de te onderscheiden bestemmingen, zijn vastgelegd in de regels en op de verbeelding. Het bestemmingsplan geeft aan voor welke doeleinden de gronden zijn bestemd.
Het bestemmingplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het bestemmingsplan is opgezet volgens de wettelijke regelgeving en qua systematiek volgens de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2012. Voor de juridische regeling van het bestemmingsplan is het bestemmingsplan Buitengebied Westerveld 2012 als uitgangspunt gehanteerd.
De bij dit plan behorende regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken, te weten:
In dit hoofdstuk zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn. In de Begrippen zijn omschrijvingen opgenomen van de in het plan voorkomende relevante begrippen. In de Wijze van meten is vastgelegd op welke wijze bepaalde afmetingen dienen te worden gemeten. Door deze vaste omschrijving van de begrippen en van de wijze van meten wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot.
Dit hoofdstuk bevat de bestemmingsregels. De meeste bestemmingen bestaan uit:
De bestemmingsregels die van toepassing zijn op het plangebied van het bestemmingsplan is de bestemming 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Daarnaast zijn er de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Landschap 1 en Waarde - Rijksmonumenten'. Onderstaand wordt per enkelbestemming besproken wat wordt geregeld. Vervolgens wordt nog ingegaan op de dubbelbestemmingen.
Wonen - Voormalige boerderijpanden
Drie van de drie percelen zijn met een wijzigingsbevoegdheid omgezet van de bestemming 'Agrarisch' naar 'Wonen - Voormalige boerderijpanden'. Voor een perceel Lheebroek 34 te Dwingeloo is een omgevingsvergunning verleend voor het oprichten van een schuur en de uitbreiding van het woonperceel. Omdat de grondslag van de wijzigingsplannen en verleende vergunning in het bestemmingsplan buitengebied' ontbreekt, zijn deze drie percelen voorzien van de bestemming Wonen - Voormalige boerderijpanden. Deze gronden zijn bestemd voor woonhuizen in de vorm van voormalige boerderijpanden, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. Deze bestemming is tevens voor het behoud en het herstel van karakteristieke voormalige boerderijpanden.
De archeologische dubbelbestemming zorgt ervoor dat ook in de toekomst eventueel aanwezige archeologische waarden beschermd worden bij aanleg- en bouwactiviteiten.
De dubbelbestemming 'Waarde - Landschap 1' zorgt ervoor dat bij ontwikkelingen in het gebied Wapserveen rekening wordt gehouden met behoud, herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk, waterhuishoudkundig en/of cultuurhistorisch waardevolle landschapselementen en/of landschappelijke waardevolle gebieden.
De rijksmonumenten hebben de bestemming "Waarde - Rijksmonumenten" gekregen. Voor het bouwen van bouwwerken en het aanleggen van werken en werkzaamheden is een vergunning van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed noodzakelijk.
De algemene regels bestaan uit regels die gelden voor alle bestemmingen. Het gaat daarbij om de anti-dubbeltelregel, algemene bouwregels, algemene gebruiksregels, algemene afwijkingsregels en overige regels.
Voor bestemmingsplannen, die na 29 november 2014 zijn vastgesteld, vervalt de parkeerbepaling uit de bouwverordening. In deze bestemmingsplannen moet een regeling zijn opgenomen ten aanzien van parkeren. Daarom is hoofdstuk 3 aangevuld met een algemene parkeerbepaling (zie artikel 12.3). Hoofdstuk 4 tenslotte omvat overgangs- en slotregels.
Hoofdstuk 4 geeft regels over hoe om te gaan met bouwwerken en het gebruik vallend onder het overgangsrecht en de benaming van het plan.
Vooroverleg
Het Postzegelbestemmingsplan buitengebied Westerveld doorloopt de in de Wro vastgelegde planprocedure. Ten behoeve van de maatschappelijke uitvoerbaarheid is het voorontwerpplan in het kader van het Overleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan de provincie Drenthe.
Provinciaal belang:
Op basis van de Omgevingsvisie Drenthe zijn een aantal kernwaarden van belang. Deze kernwaarden zijn goed opgenomen in het voorontwerp. Verder heeft de provincie geen opmerkingen op het plan.
De vooroverlegreactie is als bijlage 4 bij de toelichting toegevoegd.
Zienswijzen
Nadat de reacties uit vooroverleg zijn beantwoord en eventuele aanpassingen in het plan zijn verwerkt, wordt het ontwerp-postzegelbestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage gelegd. Binnen deze termijn kan eenieder een zienswijzen indienen.
Het ontwerpbestemmingsplan 'postzegelbestemmingsplan buitengebied' heeft met ingang van 6 oktober 2022 tot en met 16 november 2022 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode kon een ieder een zienswijze indienen. Op het ontwerp is één zienswijze ontvangen. De zienswijze is tijdig ingediend en gemotiveerd.
De argumenten in de zienswijze worden in de zienswijzennota kort samengevat en voorzien van een inhoudelijk reactie. De zienswijzennota maakt deel uit van het raadsbesluit tot de vaststelling van het bestemmingsplan.
Vaststelling
Nadat de ingekomen zienswijzen zijn beantwoord, wordt het postzegebestemmingsplan – al dan niet gewijzigd – ter vaststelling aangeboden aan de raad. Na publicatie start de beroepstermijn van zes weken. Het vaststellingsbesluit staat open voor beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De economische uitvoerbaarheid wordt enerzijds aangetoond door de financiële haalbaarheid en anderzijds via de grondexploitatieregeling vanuit de wetgeving. In dit postzegelbestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij deze aspecten aangetoond moeten worden. Het plan maakt immers, ten opzichte van de eerder vastgestelde regelingen en vergunningen, geen nieuwe bouwplannen mogelijk. Daarbij komt dat dit bestemmingsplan ook niet voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente. Het aantonen van de financiële haalbaarheid is derhalve niet nodig en de grondexploitatieregeling is niet van toepassing. De vaststelling van een exploitatieplan is bij dit postzegelbestemmingsplan niet van toepassing