Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: De Priensenije Ruinen
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1690.BP00293-0401

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;

    met daaraan ondergeschikt:
  2. wegen, voet- en fietspaden;
  3. tuinen, erven en binnenterreinen;
  4. op- en inritten;
  5. groenvoorzieningen;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. waterlopen;
  8. openbare nutsvoorzieningen;

    met de daarbijbehorende:
  9. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. het bouwen van bijgebouwen is niet toegestaan;
  3. gebouwen mogen uitsluitend in gestapelde bouwvorm worden gebouwd;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw niet meer bedragen dan is aangeduid en mag niet meer van het bouwvlak worden bebouwd dan is aangeduid;
  5. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag de bouwhoogte van een hoofdgebouw niet meer bedragen dan is aangeduid en mag niet meer van het bouwvlak worden bebouwd dan is aangeduid.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. het bouwen van reclame-uitingen is niet toegestaan;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 6 m bedragen.
5.3 Afwijken van de bouwregels
  1. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
    1. artikel 5 lid 2.1 sub d ten behoeve van een uitbreiding van het bebouwingspercentage met maximaal 5%;
    2. artikel 5 lid 2.1 sub d ten behoeve van het verhogen van de maximale goot- en bouwhoogte met maximaal 1 meter;
  2. De in artikel 5 lid 3 sub a bedoelde afwijkingsmogelijkheden kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
    1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    2. de woonsituatie;
    3. de milieusituatie;
    4. de verkeersveiligheid;
    5. de sociale en/of externe veiligheid;
    6. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5.4 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal wooneenheden niet meer dan is aangeduid.