direct naar inhoud van 5.3 Waterparagraaf
Plan: Industrieterrein Haven Cuijk, Plas 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPplas1-VA01

5.3 Waterparagraaf

Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap Aa en Maas.

5.3.1 Watersysteem

5.3.1.1 Bodem

Er heeft geen specifiek onderzoek plaatsgevonden naar de infiltratiecapaciteit van de bodem. Uit het uitgevoerde bodemonderzoek (zie paragraaf 5.1.1) blijkt dat ter plaatse sprake is van een zavelige tot kleiige, slecht tot matig doorlatende bodem.

5.3.1.2 Oppervlaktewater

Het plangebied bestaat voor 53% uit oppervlaktewater in de vorm van Plas 1. Aan de noordwestzijde ligt voorts nog een afwateringssloot.

5.3.1.3 Grondwater

De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) binnen het plangebied bedraagt >0,8 m -mv (bron: bodemkaart).

5.3.2 Huidige en toekomstige situatie

Voor de waterhuishouding is slechts de ontwikkeling van Smals op de noordoever van belang.

5.3.2.1 Verhard oppervlak

De noordoever is thans volledig onbebouwd en onverhard. Het plan leidt tot een oppervlakte van circa 1,8 hectare verharding.

5.3.2.2 Afvalwater

Uitgangspunt is dat het vuile afvalwater en het schone hemelwater worden gescheiden. Het vuile afvalwater zal op de bestaande riolering in de Keersluisweg geloosd worden.

5.3.2.3 Hemelwater

Het verharde terrein bevat grotendeels een opslagterrein voor het gewonnen zand en grind. Bij een natte zandwinning bevat de gewonnen stof tevens veel water. De gewonnen stoffen worden eerst ontwaterd, voordat transport plaatsvindt naar de eindbestemming. Het ontwateringswater stroomt via het maaiveld af naar het oppervlaktewater van Plas 1.

Het is niet mogelijk het hemelwater dat valt op de zand- en grindopslag te scheiden. Het hemelwater stroomt derhalve eveneens rechtstreeks af naar oppervlaktewater. De hoeveelheid hemelwater is vele malen kleiner dan de hoeveelheid ontwateringswater.

5.3.3 Waterkwaliteit

Er zijn geen bijzondere maatregelen genomen om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen. Overeenkomstig de eis van het waterschap worden in principe geen uitlogende materialen toegepast.

5.3.4 Conclusie

Aan de beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan:

  • 1. Het vuilwater wordt op het gemeentelijke rioolstelsel geloosd.
  • 2. Het hemelwater wordt na buffering op het terrein geïnfiltreerd.
  • 3. Er worden geen uitlogende materialen toegepast.