direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Industrieterrein Haven Cuijk, Plas 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPplas1-VA01

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van het groen, de landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': tevens voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woonschepen;
  • c. paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. extensief recreatief medegebruik.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats': bijgebouwen bij woonschepen, waarbij niet meer dan één bijgebouw per woonschip is toegestaan met een oppervlakte van niet meer dan 30 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 3,5 meter.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, behoudens:

  • a. eenvoudige, kleinschalige voorzieningen in de vorm van bouwwerken ten behoeve van het beheer of extensief recreatief medegebruik, waarbij de volgende regels gelden:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter;
    • 2. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m²;
  • b. hekwerken, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter;
  • c. palen ten behoeve van ooievaarsnesten, waarbij de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 7 meter.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Omgevingsvergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

  • a. het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,2 meter wordt gewijzigd;
  • b. het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,4 meter onder maaiveld;
  • c. het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
  • d. het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen, of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, voor zover groter dan 100 m² per perceel.
4.3.2 Uitzonderingen

Het in 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.3.3 Toelaatbaarheid

De in 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de landschapselementen.