direct naar inhoud van Regels
Plan: Moerstraatseweg43
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1674.1122MOERSTRWEG43-0601

Regels

Hoofdstuk 1 Regels wijzigingsplan

Artikel 1 Begrippen

1.1 Wijzigingsplan

Het wijzigingsplan "Moerstraatseweg43" als vervat in het GML-bestand "NL.IMRO.1674.1122MOERSTRWEG43-0601" van de gemeente Roosendaal.

Artikel 2 Regels

2.1 Bestaande regels van toepassing

De regels die deel uitmaken van het bestemmingsplan "Buitengebied Wouw" zoals vervat in de bestandenset met planidentificatie "NL.IMRO.1674.2012BUITENGEBIEDW-0601" met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen) zijn onverkort van toepassing op het wijzigingsplan "Moerstraatseweg 43" van de gemeente Roosendaal.

Artikel 3 Aanvulling op bestaande regels

In aanvulling op het bepaalde in artikel 2 geldt het volgende:

3.1 wijziging ten opzichte van bestaande regels

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 worden uitsluitend ten aanzien van dit wijzigingsplan de volgende regels gewijzigd:

  • Lid 24.1 sub b komt als volgt te luiden:

Per bestemmingsvlak zijn maximaal 2 woningen toegestaan

  • Lid 24.2.2 sub b komt als volgt te luiden:

Per bestemmingsvlak zijn maximaal 2 woningen toegestaan

  • lid 24.2.3 sub c komt als volgt te luiden:

De gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen, binnen het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 210 m2.


Met dien verstande dat voorwaarde voor wijziging is dat er 250 m2 aan reeds vergunde gebouwen en bouwwerken, zoals aangeduid in bijlage 1 (te slopen gebouwen) bij deze regels worden gesloopt binnen anderhalf jaar na onherroepelijk worden van het wijzigingsplan.

  • Lid 24.1 wordt als volgt aangevuld:

c. ter plaatse van de functieaanduiding "cultuurhistorische waarden" (cw) het behoud van cultuurhistorische waarden

3.2 Voorwaardelijke verplichting landschapsverbetering

Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan geldt in afwijking van de daar geldende bestemming(en) - dat het gebruik van de woningen volgens bedoelde bestemmingen alleen is toegestaan op voorwaarde dat de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap, bestaande uit de afbraak van de voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en het amoveren van het mestbassin, zoals aangeduid in bijlage 2 bij de regels dan wel zo spoedig mogelijk na de start van de eerste bouwwerkzaamheden, dan wel zo spoedig mogelijk na het in gebruik nemen van de gronden en opstallen overeenkomstig de bestemming is gerealiseerd, alsmede de groene omzoming zoals aangeduid in bijlage 2 bij de regels blijvend onderhouden en in stand wordt gehouden

3.3 Waarde - Archeologie 2
3.3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van middelhoge archeologische waarden.

3.3.2 bouwregels

3.3.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken, met een grotere oppervlakte dan 500 m2 en een grotere diepte dan 0,5 meter beneden maaiveld, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Indien archeologische waarden worden aangetroffen, dient een advies te worden ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.


3.3.2.2 Omgevingsvergunning voor bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.3.2.1 mits aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad;
  • c. er worden technische maatregelen getroffen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
  • d. er wordt archeologisch onderzoek door middel van opgraving uitgevoerd;
  • e. de bouw van het bouwwerk wordt begeleid door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.


3.3.2.3 Voorwaarden voor afwijking

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de in 3.3.2.2 genoemde vergunning voorwaarden te verbinden wordt een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg om advies gevraagd.

3.3.3 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.3.3.1 Verbod

Het is op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verlagen, afgraven egaliseren van de bodem;
  • b. het graven, verbreden en verdiepen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen;
  • d. het omzetten van gras- of akkerland in een teelt waarbij grond wordt afgevoerd, waartoe gerekend wordt boomteelt en graszodenteelt;
  • e. het uitvoeren van grondwerkzaamheden, waartoe ook gerekend wordt diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen, dieper dan 0,5 m.;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies;
  • g. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand;

 
3.3.3.2 Uitgezonderde werkzaamheden

Het in 3.3.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer betreffen, of:
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, of:
  • c. tot een oppervlakte kleiner dan 500 m2 en/of een diepte minder dan 0,5 m. beneden maaiveld, of:
  • d. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.


3.3.3.3 Toelaatbaarheid

De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 3.3.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de archeologische waarden ontstaat of kan ontstaan.


3.3.3.4 Opgraving

Indien het om zwaarwegende redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk te behouden, wordt aan de omgevingsvergunning de regel verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden.


3.3.3.5 Advies

Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.3.3.1 wordt verleend, wordt archeologisch advies ingewonnen bij een archeologische deskundige.

3.3.4 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

3.4 Algemene aanduidingsregels
3.4.1 radarverstoringsgebied

3.4.1.1 Maximale bebouwingshoogte

Ten behoeve van de zonering, welke verband houdt met de nabijheid van de vliegbasis Woensdrecht, geldt ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwarinsgzone - radar 09' de maximale bebouwingshoogte op basis van het radarverstoringsgebied van 90 meter boven NAP.