direct naar inhoud van 3.6 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Kleine Hoeven 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST

3.6 Cultuurhistorie en archeologie

Algemeen

De oudste vermeldingen van Reusel (Roselo) dateren uit de Hoge Middeleeuwen en hangen allemaal samen met de nabijgelegen Abdij Postel. Deze abdij heeft gedurende lange tijd zowel het wereldlijk als het geestelijk gezag uitgeoefend in Reusel.

Opgravingen nabij Reusel geven reeds aanwijzingen voor bewoning uit 8000 en 4000 voor Chr. Ook zijn resten uit de Bronstijd/IJzertijd aangetroffen en in de bebouwde kom van Reusel is een inheems-Romeinse nederzetting bekend.

Nog aanwezige cultuurhistorische waarden

In het zuiden van het plangebied zijn door bebouwing, grondwerken en ruilverkavelingen de cultuurhistorische- en landschappelijke waarden grotendeels verdwenen. De akkers zijn niet meer als oude akkercomplexen herkenbaar.

Archeologische Monumenten Kaart (AMK)

Op de AMK staan geen monumenten in het plangebied weergegeven. De dichtstbijzijnde monumenten liggen op circa 1300 m afstand van het plangebied en dateren uit de Steentijd, IJzertijd en Romeinse tijd.

ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS)

In ARCHIS staat geen archeologische vindplaats geregistreerd uit het plangebied. De dichtstbijzijnde ARCHIS meldingen liggen op circa 600 m afstand van het plangebied. De vindplaatsen dateren vanaf het Mesolithicum tot en met de Nieuwe tijd.

Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW)

Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) staat aangegeven of terreinen een hoge, een middelhoge of een lage indicatieve archeologische waarde bevatten. Deze kaart is onder andere gebaseerd op de aanname dat er een relatie bestaat tussen de bodemsoort en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen.

Volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW; ROB, 2001) geldt voor het deel van het plangebied ten westen van de Hamelendijk een middelhoge verwachting. Voor het gedeelte ten oosten van deze weg geldt een hoge verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden.

Archeologisch onderzoek

In de winter van 2003/2004 is een archeologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van de locatie Kleine Hoeven (zie ook rapport Archeologisch onderzoek plangebied Kleine Hoeven te Reusel, Inventariserend Veld Onderzoek", Grontmij, Eindhoven, april 2004, doc.nr. 142204/31/RA001).

Doel van dit onderzoek is het opsporen van eventueel aanwezige archeologische resten en, voor zover mogelijk, een eerste indruk te geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging ervan.

Tijdens het Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) is door middel van boringen mogelijk één archeologische vindplaats aangetroffen in het noordoostelijke deel van het plangebied. Hier zijn in twee boringen archeologische indicatoren waargenomen in wat wordt geïnterpreteerd als de B-horizont. Vanwege een verstoord bodemprofiel onder de B-horizont is het echter niet duidelijk of het een vindplaats betreft dan wel een sloot of venvulling. Indien het een archeologische vindplaats betreft kan het gaan om een klein nederzettingsterrein uit de IJzertijd/Romeinse tijd.

Op grond van de resultaten wordt door de provincie Noord-Brabant aanbevolen de kwaliteit (gaafheid en conservering), de aard, datering, omvang en diepteligging van de mogelijke vindplaats nader vast te stellen door middel van een waarderend onderzoek in de vorm van proefsleuven.

De gemeente heeft voor dit vervolgonderzoek in overleg met de provincie een programma van eisen opgesteld. Van 17 tot 27 juni 2008 heeft ACVU-HBS is een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Kleine Hoeven.

In het centrale deel van het plangebied zijn humeuze vullingslagen aangetroffen van een ven dat ligt in een depressie in het pleistocene zand. De oevers van het ven waar zich eventuele bewoningsresten bevinden zijn mede met behulp van de uitgebreide proefsleuven in alle vier de windrichtingen vrijgelegd en onderzocht.

In de vier aangelegde proefsleuven zijn verspreid enkele greppels, paalkuilen en een kuil aangetroffen in combinatie met een beperkte hoeveelheid handgevormd aardewerk. De sporen vertonen onderling geen duidelijk verband en structuren zijn dan ook niet geïdentificeerd. Het voorkomen van de sporen lijkt incidenteel van karakter en houdt mogelijk verband met agrarische activiteiten. Alle vondsten zijn afkomstig uit het ven en zijn niet gevonden in archeologisch relevante sporen.

Mogelijk behoort het aangetroffen ijzertijdaardewerk tot een woonplaats waarvan de sporen buiten het plangebied (of de proefsleuven) liggen of zijn opgenomen in de bouwvoor. Voor een eventuele nederzetting komt het terrein ten westen van de oever van het ven het meest in aanmerking omdat dit het hoogste deel van het pleistocene zand is geweest en de vondsten zich aan deze zijde van het ven concentreren. Eventuele nederzettingsresten kunnen verstoord zijn aangezien de bouwvoor hier reikt tot in de C-horizont.

Binnen het plangebied Kleine Hoeven kan op basis van het uitgevoerde onderzoek geen vindplaats worden aangeduid. De aangetroffen archeologische resten zijn incidenteel van karakter en zijn mogelijk het resultaat van agrarische activiteiten. Van een waardering van een vindplaats conform de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie kan dan ook geen sprake zijn.

Het resultaat van het onderzoek is dat gesteld kan worden dat binnen het plangebied geen behoudenswaardige vindplaats is aangetoond en daarom het plangebied voor wat betreft de archeologie vrijgegeven kan worden voor verdere ontwikkeling en een vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.

Gemeentelijk archeologisch beleid

Het bovenstaande onderzoek is in lijn met het in oktober 2011 door de raad van Reusel - De Mierden vastgestelde beleidsplan Archeologische Monumentenzorg. Een actualisatie van het onderzoek is derhalve niet noodzakelijk.