direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012
Plan: Kleine Hoeven 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST

1.1 Aanleiding bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Kleine Hoeven

Het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Kleine Hoeven' is op 13 november 2006 vastgesteld. Dit plan voorzag in een ontwikkeling in een eerste concrete fase van het bedrijventerrein en een te zijner tijd uit te werken tweede fase. Bij besluit van 3 juli 2007 hebben Gedeputeerde Staten het bestemmingsplan gedeeltelijk goedgekeurd. Geen goedkeuring werd verleend aan de voorschriften van de uitwerkingsbevoegdheid van de tweede fase en de opgenomen geurcontour. Tegen het goedkeuringsbesluit is beroep ingesteld bij de Raad van State. In haar uitspraak van 31 december 2008 (zaaknummer 200706492/1) heeft de Raad van State het besluit van Gedeputeerde Staten van 3 juli 2007 vernietigd voor zover het de bestemmingen “Bedrijven”, “Verkeersdoeleinden” en “Bedrijven uit te werken” betreft. Het bestemmingsplan is voor wat betreft de overige bestemmingen onherroepelijk geworden.

Bij besluit van 6 oktober 2009 hebben Gedeputeerde Staten opnieuw goedkeuring verleend aan de bestemmingen “Bedrijven (B)” en “Verkeersdoeleinden (V)”, en goedkeuring onthouden aan de bestemming “Bedrijven (B)” voor zover die ligt binnen de geurcontour zoals aangegeven op de plankaart.

Op 31 augustus 2011 heeft de Raad van State in die zaak (nr. 200909137/1/R3) uitspraak gedaan. Het verrichte verkeersonderzoek en daarvan afgeleid de onderzoeken naar luchtkwaliteit en geluidhinder, werden niet toereikend geacht en daarmee werd het plan geacht onvoldoende zorgvuldig te zijn voorbereid. In deze uitspraak heeft de Raad van State goedkeuring onthouden aan de plandelen met de bestemmingen “Bedrijven (B)” en “Verkeersdoeleinden (V)”.

Bestemmingsplan Kleine Hoeven 2009

De uitspraak van de Raad van State van 31 december 2008 stond niet in de weg dat in 2009 besloten is om een nieuw bestemmingsplan voor te bereiden voor de oorspronkelijke eerste fase van het bedrijventerrein. De reden voor de Raad van State om het hiervoor genoemde bestemmingsplan te vernietigen was voornamelijk gelegen in strijdigheid met de bij voorbereiding te betrachten zorgvuldigheid en niet vanwege inhoudelijke redenen. Op tal van inhoudelijke aspecten, zoals het behoefteonderzoek, heeft de Afdeling wel ingestemd met de besluiten van de provincie Noord-Brabant en de gemeente.

In het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan Kleine Hoeven 2009 zijn de effecten van omliggende ontwikkelingen opnieuw onderzocht. De uitkomst van deze onderzoeken, die nader toegelicht worden in hoofdstuk 6 gaven geen aanleiding om af te zien van de ontwikkeling van het bedrijventerrein voor wat betreft de oorspronkelijke eerste fase.

Van de gelegenheid is verder gebruik gemaakt om de verbeelding en regels om te zetten naar de vereiste uit de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008. Daarnaast zijn de onderdelen waaraan de provincie goedkeuring heeft onthouden in haar besluit van 3 juli 2007 aangepast in het bestemmingsplan.

Bij besluit van 20 juli 2010 heeft de raad van Reusel-De Mierden het bestemmingsplan "Kleine Hoeven 2009" vastgesteld. Tegen dit besluit is beroep ingesteld bij de Raad van State.

Op 31 augustus 2011 heeft de Raad van State in deze zaak (nr. 201009810/1/R3) uitspraak gedaan. De Raad van State heeft ingestemd met op basis van de geurverordening berekende geurcontour. Wel concludeerde de Raad van State in deze uitspraak dat artikel 4.1.2, aanhef en onder f, van de planregels uitgaat van een onjuist kader en ten onrechte tot gevolg zal hebben dat op het bedrijventerrein de vestiging van geurgevoelige bedrijven mogelijk zijn.

Aansluitend hierop wordt voor wat betreft artikel 4.1.2, onder f van de planregels geconcludeerd dat het vaststellingsbesluit van 20 juli 2011 mede in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

Daarnaast oordeelde de Raad van State in deze uitspraak, onder verwijzing naar haar eerdere uitspraak van 31 augustus 2011 (nr. 200909137/1/R3) over het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van 6 oktober 2009 over het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Kleine Hoeven”, dat het verrichte verkeersonderzoek en daarvan afgeleid de onderzoeken naar luchtkwaliteit en geluidhinder, werden niet toereikend geacht en daarmee werd het plan geacht onvoldoende zorgvuldig te zijn voorbereid.

Bestemmingsplan Kleine Hoeven 2012

Daar de behoefte aan een bedrijventerrein onverminderd groot is, heeft de gemeente Reusel-De Mierden het initiatief genomen het bestemmingsplan te repareren. In het voorliggende "reparatieplan" zijn de omissies uit het bestemmingsplan Kleine Hoeven 2009 aangepast, zonder inhoudelijke wijzigingen aan te brengen. Naast gewijzigde wet- en regelgeving op rijksniveau hebben zich nauwelijks feitelijke wijzigingen in de aan het bestemmingsplan ten grondslag liggende feiten en omstandigheden voorgedaan. Het voornemen voor bedrijventerrein Kleine Hoeven is getoetst aan het actuele provinciale ruimtelijke beleid. Er is een zogenaamde vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd (zie paragraaf 1.3). De toelichting sluit, daar waar mogelijk, aan op de toelichting uit het vernietigde bestemmingsplan Bedrijventerrein Kleine Hoeven 2009. De eerdere rapportages ten aanzien van de aspecten bodem, water, archeologie en natuur zijn nog immer van kracht. Wat betreft de aspecten geluid en luchtkwaliteit zijn nieuwe onderzoeken verricht, waarvan de uitkomsten verwerkt zijn in hoofdstuk 6 van deze toelichting.

Vanwege de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn de regels hierop aangepast. In de regels is tevens artikel 4.1.2 sub f aangepast gelet op het oordeel van de Raad van State daarover (zaaknr. 201009810/1/R3). Op de verbeelding is een gevellijn toegevoegd als visualisatie van artikel 4.2.2 sub b, met een aanpassing van dit artikel.

Hieruit blijkt dat het niet mogelijk is om binnen de geurcontour te bouwen. Als gevolg hiervan is artikel 4.1.2 sub f van de planregels komen te vervallen. Op deze wijze is tegemoet gekomen aan de het oordeel van de Raad van State over dit artikel (nr. 201009810/1/R3).

Onderstaande tabel bevat een totaaloverzicht van alle wijzigingen als gevolg van de uitspraken van de Raad van State en als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST_0001.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST_0002.png"