Plan: | Havendijk Kom Noord, Oudenbosch |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1655.BP1025-C001 |
het bestemmingsplan 'Havendijk Kom Noord, Oudenbosch' van de gemeente Halderberge;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.1655.BP1025-C001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een aan een hoofdgebouw gebouwde, en vanuit dat hoofdgebouw rechtstreeks toegankelijke ruimte, die in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw, maar daaraan ruimtelijk (door zijn constructie en/of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap - met dien verstande dat een aanbouw een zelfstandige ruimte is, toegankelijk vanuit het hoofdgebouw en een uitbouw een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is;
een vrijstaand of aan het hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat zowel ruimtelijk (door zijn constructie en/of afmetingen) als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw maar van daaruit niet rechtstreeks toegankelijk is en ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
verwachte aanwezige waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroeger menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin en als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd;
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau danwel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1 m boven peil is gelegen;
de bebouwing en het gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw functioneel verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak , niet zijnde een uitbreiding van het hoofdgebouw;
een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen ((agrarische) bedrijfs-)woning, dat zowel ruimtelijk (qua constructie en/of afmetingen) als functioneel ondergeschikt is aan de ((agrarische) bedrijfs-)woning;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd. Bij de bepaling van het aantal bouwlagen worden de ruimten in de kap (zolder) en de bouwlagen die onder de begane grond zijn gelegen (kelder e.d.) niet meegerekend;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de wijze van bouwen van een hoofdgebouw, te weten vrijstaand, twee-aaneen, aaneengebouwd of gestapeld, waarbij:
een gesloten bovenbeëindiging van een bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bouwwerk dat dient ter gehele of gedeeltelijke omheining van een bouwperceel, bouwvlak of ander stuk grond;
bedrijf c.q. inrichting, waarvan voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
bedrijfsmatig verstrekken van dranken of etenswaren voor gebruik ter plaatse, bedrijfsmatig bieden van hotel- of groepsaccommodatie bedrijfsmatig bieden van vermaaks- of wellnessfaciliteiten of bedrijfsmatig bieden van congres- of vergaderfaciliteiten, één en ander al dan niet in combinatie met elkaar.
horeca van beperkte omvang ten dienste van andere functies zoals dagrecreatie, kampeerboerderijen, tentoonstellingen, cursussen en vergaderingen.
huishouding is een continuïteit in de samenstelling van de bewoners en er moet sprake zijn van onderlinge verbondenheid;
het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft;
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden met een nader in de regels bepaalde helling. De dakschilden dienen tenminste 60% van het dak te bedekken;
kleinschalig recreatief nachtverblijf op gronden met een andere hoofdfunctie, met gebruikmaking kampeermiddelen tot een in de regels aangegeven maximum aantal kampeermiddelen;
voorziening met een of meer oplaadpunten, inclusief alle daarbij behorende en achterliggende installaties, en waarmee een elektrisch voertuig van stroom kan worden voorzien;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publieksgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
gebouwde voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van water, elektriciteit, gas e.d.;
een openbare horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie een ruimte specifiek heeft ingericht voor de consumptie van drank en etenswaren;
constructie met een doorkijk, voor minimaal 80% voorzien van open delen, zoals een constructie met gaas;
een overdekt bouwwerk, geen gebouw zijnde, zonder dan wel ten hoogste met 1 wand;
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnenhof gevormd door de zijmuren van naburige dan wel op het eigen (bouw)perceel aanwezige gebouwen, bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
een recreatief medegebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
voorziening ten behoeve van het bergen van water;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
de bouwlagen van een gebouw gelegen boven de begane grondlaag;
een naar de openbare weg en/of fiets- en voetpad toegekeerde gevel van een hoofdgebouw;
de lijn waarin de voorgevel van het gebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
een (gedeelte van) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding, niet zijnde een bijzondere woonvorm of kamerverhuur/logies voor meer dan drie personen inclusief de huishouding, dan wel vier personen wanneer er daarnaast geen huishouding in het gebouw is ondergebracht;
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
de diepte van een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw wordt loodrecht vanaf de gevel van het hoofdgebouw, waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, gemeten tot het uiterste punt van de achtergevel van de aanbouw;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - landschappelijke inpassing' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en/of werkzaamheden die:
De in lid 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de landschappelijke waarden van de landschapselementen.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groen, parkeervoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, die ten dienste staan van deze bestemming met dien verstande dat:
Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' geldt het volgende:
Voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.3 teneinde een bebouwde oppervlakte van 100 m2 toe te staan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' een bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 sub a, mogen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' gebouwen worden opgericht indien een verkennend bodemonderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit volgt dat de bodem geen belemmering vormt voor de ontwikkeling, eventueel nadat sanering heeft plaatsgevonden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals ondergrondse retentievoorzieningen en ondergrondse vuilcontainers.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming, alsmede gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan het volgende:
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, paden e.d.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende bepalingen:
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Voor de bebouwde oppervlakte van de bebouwing als bedoeld in de leden 6.2.4 en 6.2.5 geldt het volgende:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het openbaar gebied, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.6 teneinde een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Woongebied - 1' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 3.1 sub h, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoal opgenomen in Bijlage 2 van deze regels, binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, paden e.d.
Binnen deze bestemming zijn hoofdgebouwen uitsluitend toegestaan in de bouwwijze:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen in de bouwwijze vrijstaand of twee-onder-één kap gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen in de bouwwijze tiny house gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende bepalingen:
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Voor de bebouwde oppervlakte van de bebouwing als bedoeld in de leden 7.2.4 en 7.2.5 geldt het volgende:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het openbaar gebied, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.6 teneinde een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het (doen/laten) gebruik(en) van de bestemming 'Woongebied - 2' is uitsluitend toegestaan indien de landschappelijke inpassing, zoals bedoeld in artikel 3.1 sub h, overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan zoal opgenomen in Bijlage 2 van deze regels, binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan is uitgevoerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
De voor 'Woongebied - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, paden e.d.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende bepalingen:
Voor aangebouwde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Vrijstaande bijbehorende bouwwerken dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Voor de bebouwde oppervlakte van de bebouwing als bedoeld in de leden 8.2.4 en 8.2.5 geldt het volgende:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het openbaar gebied, met uitzondering van overkappingen, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.6 teneinde een grotere oppervlakte aan bijgebouwen toe te staan mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolwatertransportleiding, alsmede 5 m aan weerszijden van de op de verbeelding opgenomen aanduiding Leiding - Riool voor de instandhouding van deze leiding.
Op de in 9.1 bedoelde gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken van geringe omvang ten dienste van de betreffende leiding, met een maximale bouwhoogte van 4 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat; dienaangaande wordt voor de verlening van de vergunning door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
Het onder 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 9.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voorzover door de werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast; dienaangaande vraagt het bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming van de ter plaatse aanwezige hoge archeologische verwachtingswaarden.
Op de gronden is het niet toegestaan te bouwen, met uitzondering van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Voor zover mede op basis van archeologisch onderzoek bepaalde is dat de in lid 10.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden worden verbonden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen door: de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor de onbelemmerde werking, instandhouding en onderhoud van de waterkering.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van deze gronden, mogen op of in deze bestemming begrepen grond uitsluitend bouwwerken tot een maximale bouwhoogte van 2,5 m worden gebouwd ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de waterkering.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige bestemmingen van deze gronden, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen, door de begrenzing van de bestemming te wijzigen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In afwijking van het bepaalde in de bouwregels van dit bestemmingsplan geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd in overeenstemming met de Woningwet of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het volgende:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.2.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken op andere locaties dan onder het hoofdgebouw, bijgebouw, mits hierdoor de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangepast.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruik van de in de bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van:
Het gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - 11' dat ten behoeve van het obstakelvrije (start- en landings)vlak met zijkanten de bouwhoogte van een bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte die wordt verkregen door lineaire interpolatie van:
in verband met het beschermingsgebied van in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen.
Het bevoegd gezag kan, voorzover niet reeds op grond van een andere bepaling van dit plan een omgevingsvergunning kan worden verleend, een omgevingsvergunning verlenen van de op de verbeelding of in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 sub b ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/ of uit- en aanbouwen en bijgebouwen voor een publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten aan huis, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen tot de situering, de afmeting en de vormgeving van bebouwing, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erfafscheidingen, indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is in verband met:
De realisatie en gebruik van laadpalen en het gebruik van laadkabels in de openbare ruimte is toegestaan, met dien verstande dat:
De realisatie en het gebruik van laadpalen op eigen terrein en het gebruik van laadkabels (in de openbare ruimte) is toegestaan, met dien verstande dat:
In de bestemmingen zijn de bouw en het gebruik van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie waaronder warmte-koude-opslag als ondergeschikte functie begrepen, onder de voorwaarde dat deze niet zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Met ondergeschikte functie wordt bedoeld dat de duurzame energieopwekking zowel wat betreft het gebruik van de percelen en gebouwen als wat betreft ruimtelijke uitstraling niet de boventoon mag gaan voeren en het karakter van de hoofdbestemming niet mag gaan bepalen.
Voor de realisatie van installaties voor de opwekking en levering van duurzame energie, dient bij het bevoegd gezag een melding te worden ingediend.
Voor de realisatie gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning zijn in afwijking van de bouwregels in hoofdstuk 2, bouwwerken toegestaan die innovatieve duurzaamheid en klimaatadaptatie bevorderen, met dien verstande dat:
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de Kadernota Parkeren 2023 - 2027, zoals vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Halderberge.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de kadernota parkeren, geldend op het moment van ontvangst van de ontvankelijke aanvraag.
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in de leden 17.3.1 en 17.3.2 en toestaan dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat bij herziening van de kadernota parkeren de verwijzing in artikel 1 en lid 17.3.1, 17.3.2 en 17.3.3 naar de normering in de kadernota parkeren wordt gewijzigd naar de normering in de vastgestelde herziene kadernota parkeren of diens wettelijke opvolger daarvan.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van de functie van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat uit nader ecologisch onderzoek is gebleken dat mitigerende maatregelen niet nodig zijn, dan wel dat uit dat onderzoek voortvloeiende noodzakelijk mitigerende maatregelen zijn gerealiseerd.
Ten behoeve van de uitvoering van dit bestemmingsplan, dient toepassing te worden gegeven aan de verplichte investering in de kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals opgenomen in Bijlage 3.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Havendijk Kom Noord, Oudenbosch'.