direct naar inhoud van Artikel 18 Verkeer - Railverkeer
Plan: Kom Oudenbosch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1655.BP1000-C001

Artikel 18 Verkeer - Railverkeer

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegvoorzieningen;
  • b. station;
  • c. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • d. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. kunstwerken;
  • h. groenvoorzieningen;
  • i. (on)gelijkvloerse kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;
  • j. geluidwerende voorzieningen;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen.

18.2 Bouwregels
18.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan een stationsgebouw en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

18.2.2 Stationsgebouwen

Voor het stationsgebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' met deze aanduiding is aangegeven.
18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m.
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de elektrotechnische systemen ten opzichte van de bovenkant spoorstaaf mag niet meer bedragen dan 7 m.
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
18.3 Afwijken van de bouwregels
18.3.1 Omgevingsvergunning nutsgebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen teneinde het oprichten van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen toe te staan, mits wordt voldaan aan het volgende:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 25 m2.
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
  • c. de ligging van het gebouw mag de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen.
  • d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast.