direct naar inhoud van Artikel 7 Sport
Plan: Meerpolder 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0102-VAST

Artikel 7 Sport

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportterreinen, binnen- en buitensport, recreatieve voorzieningen, evenementen met de daarbij behorende voorzieningen;
  • b. verenigingsgebouwen ten behoeve van sportverenigingen, met de daarbij behorende voorzieningen, zoals een kantine en kleedruimten;
  • c. maatschappelijke voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen;
  • g. water.

7.1.2 Specifiek

Ter plaatse van de aanduiding:

  • a. 'horeca van categorie - 1' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een ondersteunend horecabedrijf uit categorie 1 van het begrip horeca als bedoeld in artikel 1;
  • b. 'terras' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een terras bij horeca.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen
  • a. Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, alsmede één (dienst)woning met een inhoud van ten hoogste 500 m3, een goothoogte van maximaal 6 m en een bouwhoogte van maximaal 9 m;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van niet voor bewoning bestemde gebouwen mag niet meer dan 15.300 m2 bedragen, waarbij de oppervlakte ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen ten hoogste 4.000 m2 mag bedragen;
  • c. ten aanzien van niet voor bewoning bestemde gebouwen geldt dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12 m;
    • 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan 10 m;
  • d. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 12,5 m voor tribunes;
    • 2. 26 m voor licht- en andere masten, palen en technische installaties;
    • 3. 3 m voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 5 m voor overige andere bouwwerken, tenzij anders aangegeven.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor:

  • a. het vergroten van de toegestane oppervlakte van niet voor bewoning bestemde gebouwen met ten hoogste 10% indien zulks voor een doelmatig functioneren van de sportvoorzieningen gewenst of noodzakelijk is;
  • b. voor de bouw van een tweede dienstwoning indien zulks voor een doelmatig beheer en toezicht gewenst of noodzakelijk is;
  • c. voor de bouw van gebouwen met een goothoogte van ten hoogste 15 m en een bouwhoogte van ten hoogste 18 m;
  • d. voor de bouw van gebouwen met een goothoogte van ten hoogste 20 m en een bouwhoogte van ten hoogste 25 m indien zulks in verband met de te vestigen/gevestigde voorzieningen gewenst of noodzakelijk is;
  • e. voor de bouw van andere bouwwerken tot een bouwhoogte van ten hoogste 20 m, indien zulks in verband met de te vestigen/gevestigde voorzieningen gewenst of noodzakelijk is.

7.3.2 Algemene randvoorwaarden voor afwijken van de bouwregels

De genoemde afwijkingen bij een omgevingsvergunning kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. de geluidsbelasting op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende grenswaarde uit de Wet geluidhinder of de vastgestelde hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. de kwaliteit van de openbare ruimte, zoals een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. het aantal parkeervoorzieningen;
    • 5. de functionele en ruimtelijke structuur, zoals aansluiting op (structurele) groenelementen en waterelementen;
    • 6. de bebouwingsmogelijkheden, gebruiksmogelijkheden en/of bezonning van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 7. het milieu.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 35 'Algemene

Gebruiksregels' lid , wordt in ieder geval gerekend het gebruik:

  • a. van bouwwerken voor bewoning, met uitzondering van de dienstwoningen die op grond van deze bestemming zijn toegestaan;
  • b. van gronden en/of bouwwerken voor zelfstandige horeca.
  • c. van gronden en/of bouwwerken voor prostitutie;
  • d. van gronden en/of bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • e. van onbebouwde terreinen voor de opslag van caravans, boten en overige zaken;
  • f. van gronden en/of bouwwerken voor de opslag van vuurwerk.

7.4.2 Terrassen bij horeca

Terras(sen) bij horeca zijn alleen toegestaan indien daarvoor een (omgevings)vergunning (op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Lansingerland) is verleend en aan die vergunning wordt voldaan.