Plan: | Dorpskern Lichtenvoorde, herziening 1, Ontwikkeling sportcomplex Lichtenvoorde |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1586.BPLIC101-VG01 |
Voordat een bestemmingsplan kan worden vastgesteld, moet worden aangetoond dat de bodem en het grondwater geschikt zijn voor het toekomstige gebruik. Door Milieutechniek Rouwmaat is een verkennend bodemonderzoek (zie bijlage 3) uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. Het doel van dit onderzoek is de algemene bodemkwaliteit te bepalen, waarmee kan worden bekeken of de bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik.
Op basis van vooronderzoek is de gehele onderzoekslocatie als niet verdacht aangemerkt.Aan de oostzijde van het plangebied is een puinverharding aanwezig, waarvan het noordelijke deel asbestverdacht is. Deze “oude” puinverharding is indicatief onderzocht op de aanwezigheid van asbest. Tijdens het veldonderzoek is visueel op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Zintuiglijk is verspreid over de onderzoekslocatie in de bodem een (lichte) verontreiniging met puin aangetroffen en eenmaal met kooldeeltjes. Op basis van de analyseresultaten blijkt de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd te zijn met lood, PCB’s, zink en PAK. Tevens zijn in de bovengrond plaatselijk overschrijdingen voor kwik aangetroffen, maar hiervoor ontbreken de normen. Het grondwater is licht verontreinigd met barium en plaatselijk licht verontreinigd met lood. Het indicatieve asbestonderzoek ter plaatse van de oude puinverharding wijst uit dat de aangetroffen concentratie asbest ruim beneden de hergebruiksnorm blijft. Het aangetroffen plaatmateriaal is hechtgebonden asbest. De verhoogde gehalten PAK worden waarschijnlijk deels veroorzaakt door de puin- en kooldeeltjes, en betreffen dan diffuus verspreide verontreinigingen. De verontreiniging met PCB’s is niet te herleiden, maar blijkt onder het criterium voor nader onderzoek. Het aangetroffen gehalte aan kwik wijst op de aanwezigheid van kwikverbindingen. Het aangetoonde gehalte blijft beneden het criterium voor nader onderzoek. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaar voorliggend plan te realiseren. Ten behoeve van de werking van eventuele vrijkomende grond wordt verwezen naar de uitgangspunten van het Besluit bodemkwaliteit.