5.2 Conclusies en aanbevelingen
Globaal beschreven ligt de onderzoekslocatie ten zuiden van het centrum van Lichtenvoorde. De onderzoekslocatie is gelegen ten oosten van de Van der Meer de Walcherenstraat en ten noorden van het Wentholtpark;
- De GHG voor het plangebied bevindt zich op circa 19,10 m +NAP en de GLG op 18,33 m +NAP;
- Als bouwpeil wordt geadviseerd minimaal uit te gaan van 20,10 m +NAP;
- Voor het bestaand, te handhaven, verhard oppervlak wordt uitgegaan van een statisch berging van 10 mm voor de bering van hemelwater;
- Voor het nieuw verhard oppervlak wordt er uitgegaan van een bergingseis van T=100 + 10% voor de berging van hemelwater;
- Vanuit het plangebied mag niet meer geloosd worden op oppervlaktewater dan de landbouwafvoernorm;
- Ten tijde van het opstellen van deze watertoets voert Econsultancy een aanvullend geohydrologisch onderzoek uit.
- De resultaten van dit onderzoek worden opgenomen in de definitieve rapportage;
- Geadviseerd wordt om een wadi aan te leggen t.b.v. de berging van het hemelwater en deze te voorzien van drainage.
- De drainage kan vrij lozen op de Hofbeek;
- De wadi dient aan de zuid/zuidwest kant van het plangebied aangelegd te worden;
- De wadi dient in extreme gevallen bovengronds te kunnen overstorten op de Hofbeek;
- De Hofbeek heeft een stuwhoogte van 18,70 m +NAP;
- Er dient een hoogteplan te worden gemaakt waarbij rekening gehouden dient te worden met het huidige maaiveld en de belendende percelen voor de inpassing van o.a. de wadi en de uitbreiding van de Hamalandhal.
- Daarbij dient rekening te worden gehouden met de grote hoogte verschillen die aanwezig zijn in het plangebied;
- De waterhuishoudkundige en civieltechnische uitwerking dient nog plaats te vinden;
- Indien blijkt dat bij de verdere uitwerking de aanleg van een wadi niet haalbaar is, kan in overleg met het waterschap gekozen worden voor een andere oplossing voor het bergen van hemelwater. Hierbij dient er wel aandacht te zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit van de Hofbeek;
- Er is sprake van toename van de afvoer van vuilwater. Er worden echter geen problemen verwacht ten aanzien van het hydraulisch functioneren van het bestaande gemengd stelsel als gevolg van deze toename, aangezien het hemelwater van het bestaand, te handhaven, verhard oppervlak niet meer aangesloten wordt op het gemengde stelsel. In de bestaande situatie is het hemelwater wel aangesloten op het gemengde stelsel.