Plan: | Woongebied Amerongen en Overberg 1e herziening |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1581.AMRwoongebiedveeg-BV03 |
Op 5 maart 2015 heeft de gemeenteraad de beheersverordening "Woongebied Amerongen en Overberg" vastgesteld. De beheersverordening is opgesteld om een uniforme ruimtelijke regeling te treffen voor het woongebied en daarbij de bestaande planologische rechten zo min mogelijk aan te tasten. Een beheersverordening legt immers de bestaande situatie vast.
Sindsdien is geconstateerd dat een aantal aspecten uit de beheersverordening niet in overeenstemming is met de feitelijke bestaande situatie. Bovendien is het Besluit omgevingsrecht, waar de wettelijke regels over het omgevingsvergunningsvrij bouwen in zijn opgenomen, veranderd. Tot slot bestaat de wens om de beheersverordening op een aantal onderdelen en in algemene zin in overeenstemming te brengen met andere recent vastgestelde ruimtelijke plannen in de gemeente.
De toelichting van deze beheersverordening is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 is een toelichting op de herziene planonderdelen is opgenomen. De herziene planonderdelen bestaan uit perceelsgebonden aanpassingen en algemene voor het verordeningsgebied relevante aanpassingen. In hoofdstuk 3 zijn deze opgenomen in een Staat van wijzigingen. De wijze van bestemmen is opgenomen in hoofdstuk 4. De uitvoerbaarheid van de beheersverordening is opgenomen in hoofdstuk 5.
Na de toelichting volgen de regels. Deze bestaan uit de regels van de oorspronkelijke beheersverordening waarin tevens de wijzigingen zijn verwerkt. Deze maken daarmee integraal onderdeel uit van de 1e herziening van de beheersverordening.
In de onderstaande afbeelding wordt de begrenzing van de beheersverordening Woongebied Amerongen en Overberg 1e herziening weergegeven.
Begrenzing beheersverordening Woongebied Amerongen en Overberg 1e herziening.
In dit hoofdstuk is een toelichting gegeven op de herziene planonderdelen. Enerzijds hebben deze aanpassingen betrekking op een gedeelte of het gehele verordeningsgebied (paragraaf 2.2). Deze bestaan anderzijds uit een aantal aanpassingen voor specifieke percelen (paragraaf 2.3).
In artikel 22.2.2 van de geldende beheersverordening is een regeling opgenomen die bepaalt dat ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) uitsluitend de bestaande bebouwing is toegestaan. In de praktijk betekent dit dat geen nieuwe bebouwing kan worden toegestaan in het beschermd dorpsgezicht. Dit is echter niet de bedoeling.
De gronden met de aanduiding 'wetgevingszone - beschermd dorpsgezicht' zijn mede bedoeld voor het behoud en herstel van het beschermd dorpsgezicht. Er mag alleen worden gebouwd als het beschermd dorpsgezicht niet wezenlijk wordt aangetast of indien de mogelijkheden tot herstel ervan niet onevenredig worden verkleind. Voorgesteld wordt de regeling aan te passen.
Daarnaast is gebleken dat de bouwregeling voor bijbehorende bouwwerken bij de bestemmingen Bedrijf, Detailhandel, Gemengd, Horeca en Maatschappelijk meer beperkend is dat het oude bestemmingsplan Kom. Bouwen buiten het bouwvlak was beperkt toegestaan, terwijl dit in de beheersverordening is uitgesloten. Dit wordt hersteld. In het beschermd dorpsgezicht blijft voor een omgevingsvergunning ten alle tijde advies nodig van de gemeentelijke monumentencommissie.
In paragraaf 3.1.1 zijn de wijzigingen opgenomen. Opgemerkt wordt dat deze bepaling in deze herziening nu in artikel 24 is opgenomen.
Sinds de vaststellingsprocedure van de beheersverordening 'Woongebied Amerongen en Overberg' is de regeling uit Bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht, waar de wettelijke regels over het vergunningsvrij bouwen staan, veranderd. Nu wordt niet meer gesproken over bijgebouwen, aanbouwen en dergelijke maar over bijbehorende bouwwerken bij het hoofdgebouw. Bovendien wordt in dit Besluit het gebied beschreven waar deze vergunningsvrije bouwwerken mogen worden opgericht. Deze gewijzigde regeling is in deze aanpassing van deze beheersverordening meegenomen.
In paragraaf 3.1.2 en paragraaf 3.2.42 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op 29 juni 2015 heeft de raad ingestemd met het raadsvoorstel 'Zonnepanelen in veldopstelling'. Daarmee heeft de raad zich positief uitgesproken voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond in het veld. In dit voorstel is een drietal categorieën onderscheiden:
In het raadsbesluit is aangegeven dat voor de eerste twee categorieën een regeling moet worden opgenomen in bestemmingsplannen. De tweede categorie moet echter eerst nog verder worden uitgewerkt. Voor de laatste categorie is aangegeven dat daar nog geen concrete regeling voor hoeft te worden opgesteld, maar dat er algemene beleidsuitgangspunten dienen te worden vastgesteld.
Op basis van dit raadsbesluit is voor de eerste categorie een regeling voor bestemmingsplannen en beheersverordeningen opgenomen. Daarin is onder meer bepaald dat de oppervlakte maximaal 50 m2 mag bedragen, er verschillende bouwhoogtes gelden voor het voorerf en het achtererf en dat zonnepanelen in veldopstelling niet zijn toegestaan in gebieden die op de zogenaamde nee-lijst staan (o.a. grafheuvels, beschermde stads- en dorpsgezicht, Natura2000-gebied). Verder is conform het raadsbesluit een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor een extra zonnepaneelinstallatie van maximaal 50 m2 ten bate van de energievoorziening voor een Warmte Koude Opslaginstallatie (WKO) of een warmtepomp.
Voor de tweede categorie, installaties bij bedrijven voor eigen gebruik, is geen regeling opgenomen. Deze moet nog worden uitgewerkt.
In paragraaf 3.1.3 zijn de wijzigingen opgenomen.
Bij de bestemmingen Wonen - S 1, Wonen - S 2 en Wonen - S 3 is in de bouwregels voor bijbehorende bouwwerken opgenomen dat indien deze buiten het bouwvlak en op meer dan 4 m afstand van het oorspronkelijk hoofdgebouw zijn gelegen, deze niet voor de hoofdfunctie, oftewel wonen gebruikt mogen worden. Dit is echter niet geregeld voor bestaande bijbehorende bouwwerken. Vandaar dat nu wordt voorgesteld om dit ook aan de lijst van verboden gebruik toe te voegen.
In paragraaf 3.1.4 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de lijst van verboden gebruik (art. 23.1) is onder meer opgenomen dat onder verboden gebruik in elk geval wordt verstaan: 'een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie, een escortbedrijf of een erotisch getinte vermaaksfunctie behoudens in het geval dat dit gebruik uitdrukkelijk is toegestaan'.
Tot nog toe wordt een dergelijk gebruik nergens binnen de gemeente bij recht toegestaan. Sinds het schrappen van het algemene prostitutieverbod uit het Wetboek van Strafrecht is een volledig verbod op prostitutie binnen een gemeente echter niet toegestaan. De gemeente heeft er daarom voor gekozen om in alle bestemmingsplannen voor het buitengebied een wijzigingsbevoegdheid op te nemen, om in totaal maximaal één seksinrichting of escortbedrijf binnen de grenzen van de gemeente mogelijk te maken.
In de 'Staat van Activiteiten: bedrijf aan huis' van de VNG die gekoppeld is aan de specifieke gebruiksregels voor beroep en bedrijf aan huis, is echter onder andere 'Persoonlijke dienstverlening n.e.g.' opgenomen als toegestane activiteit. Nu blijkt dat daar ook seksinrichtingen en prostitutie onder verstaan kunnen worden. Er zou daardoor discussie kunnen ontstaan of dit gebruik daarmee toch bij recht zou zijn toegestaan binnen de woonbestemming. Om deze mogelijke discussie te vermijden, wordt voorgesteld om dit op deze lijst expliciet uit te sluiten, zodat daar geen enkele onduidelijkheid meer over kan bestaan.
In paragraaf 3.1.5 zijn de wijzigingen opgenomen.
In verband met het vervallen van de stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening, waaronder parkeren en laden en lossen, is het noodzakelijk om voldoende parkeergelegenheid te borgen in het bestemmingsplan of beheersverordening. In de beheersverordening was een beperkte bepaling opgenomen. Inmiddels is een gemeentebreed paraplubestemmingsplan opgesteld waarin wordt voorzien in een regeling voor parkeren en laden en lossen. De regeling uit het 'Paraplubestemmingsplan Stedenbouwkundige bepalingen bouwerordening' wordt zodoende verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.1.6 zijn de wijzigingen opgenomen.
Gebleken is dat de erkerregeling die in de bestemmingen Wonen en Tuin is opgenomen een aantal kleine onvolkomenheden en inconsequenties bevat. Voorgesteld wordt dat deze wordt aangepast conform het beleid planologische afwijkingen. Voor het Beschermd Dorpsgezicht geldt een vergunningsplicht.
In paragraaf 3.1.7 zijn de wijzigingen opgenomen.
Wonen ten behoeve van mantelzorg is bij een woning standaard toegestaan, maar bij een bedrijfswoning echter niet. Vandaar dat voorgesteld wordt om de bestemmingsomschrijving op dit punt aan te passen.
In paragraaf 3.1.8 zijn de wijzigingen opgenomen.
De regeling voor dakkapellen sluit niet aan op de Welstandsnota 2008. Voorgesteld wordt om de aanvullende voorwaarden uit de Welstandsnota in het ontwerpbestemmingsplan op te nemen.
In paragraaf 3.1.9 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het nieuwe afwijkingenbeleid wordt het toegestaan dat bouwgrenzen, goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen worden overschreden indien is aangetoond dat dit noodzakelijk is voor het isoleren van een gebouw (bijvoorbeeld in het kader van "nul op de meter"). Voorgesteld wordt om daar in de beheersverordening op aan te sluiten.
In paragraaf 3.1.10 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de gebruiksregels voor bed & breakfast is opgenomen dat er maximaal 3 voorzieningen mogen worden gerealiseerd en dat deze minimaal 20 m2 moeten bedragen. Dit vloeit voort uit de nota Verblijfsrecreatie. Ook is bepaald dat deze voorzieningen in totaal maximaal 50 m2 mogen bedragen. Dit heeft als consequentie dat er maximaal 2 voorzieningen kunnen worden gerealiseerd, 'hetgeen weer strijdig is met de bepaling dat er maximaal 3 voorzieningen zouden mogen worden gerealiseerd. Voorgesteld wordt om dit maximum te verhogen tot 75 m2, zodat er wel maximaal 3 voorzieningen mogelijk zijn. Dit is tevens in overeenstemming met het afwijkingenbeleid.
In paragraaf 3.1.11 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de beheersverordening is bij de woonbestemmingen een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor bijzondere woonvormen en kamerbewoning. In de recente bestemmingsplannen en in het beleid Planologische afwijkingen is er echter voor gekozen deze afwijkingsbevoegdheid niet langer te koppelen aan de bestemming Wonen maar aan het begrip 'woning' (niet zijnde bedrijfswoningen). Daardoor kan deze afwijkingsbevoegdheid ook toegepast worden bij andere bestemmingen waar woningen zijn toegestaan, zoals de bestemming Gemengd. De afwijkingsbevoegdheid wordt hiervoor van de woonbestemmingen naar de algemene afwijkingsregels verplaatst.
In paragraaf 3.1.12 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het verordeningsgebied komen verschillende gebieden voor met een archeologische verwachtingswaarde. In de regels zijn de verschillende archeologische waarden beschermd met een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. In de planregels ontbreken echter verschillende begrippen. Deze begrippen dienen ter verduidelijking van de regels van de dubbelbestemming. De relevante begrippen worden toegevoegd aan de beheersverordening.
In paragraaf 3.1.13 zijn de wijzigingen opgenomen.
De bepalingen uit de Monumentenwet 1988 over beschermde stads- en dorpsgezichten zijn met ingang van 1 juli 2016 van toepassing op grond van het overgangsrecht van de Erfgoedwet. Na inwerkingtreding van de Omgevingswet gaan deze bepalingen over naar die wet. Inhoudelijk verandert er tot dat moment niets. In artikel 1 wordt bij het begrip 'beelbepalend pand' nog verwezen naar de inmiddels vervallen Monumentenwet. Het begrip wordt geactualiseerd.
Daarnaast is het wenselijk om in de regeling voor het slopen een aanvulling te doen om te voorkomen dat na sloop geen nieuwe bebouwing wordt gerealiseerd en een onderbreking van het straatbeeld ontstaat.
Tot slot is abusievelijk het hoofdgebouw op het perceel Overstraat 32 niet als beeldbepalend pand aangeduid. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.1.14 en 3.2.32 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de beheersverordening zijn de dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1 t/m 3 opgenomen. Dit betreffen gebieden met een hoge verwachting. In het verordeningsgebied liggen echter volgens de beleidskaart Archeologie ook gebieden met een middelhoge(4) en lage verwachting (5). Deze gebieden zijn niet opgenomen in de beheersverordening, terwijl dit voor het totaalbeeld wel gewenst is. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.1.20 en 3.2.37 zijn de wijzigingen opgenomen.
De basisregels van de gemeente Utrechtse Heuvelrug worden regelmatig herzien. Als gevolg hiervan wordt voorgesteld enkele ondergeschikte wijzigingen door te voeren.
Omdat de regels op diverse punten zijn aangepast, is in hoofdstuk 4 van de toelichting ook een aangepaste wijze van bestemmen opgenomen.
Ter plaatse van de bestemming 'Gemengd' is abusievelijk de aanduiding 'parkeergarage' uit het bestemmingsplan 'Allemanswaard Carré Amerongen (Herzien) niet geheel overgenomen. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.2.1 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de beheersverordening is het perceel bestemd voor 'Maatschappelijk'. Er is een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik naar de bestemming 'Gemengd'. Dit wordt verwerkt in de herziening.
In paragraaf 3.2.2 zijn de wijzigingen opgenomen.
De betreffende woning is abusievelijk niet voorzien van een bouwvlak. Voorgesteld wordt het bouwvlak uit het voorgaande bestemmingsplan 'Amerongen Kom' opnieuw op te nemen.
In paragraaf 3.2.3 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een vergunning verleend voor het gebruik voor lichte horeca. Dit was nog niet verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.2.4 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het voorgaande bestemmingsplan was aan dit perceel de bestemming 'Maatschappelijk' toegekend. Daarbinnen was ook wonen mogelijk. In de beheersverordening is deze mogelijkheid niet overgenomen. Voorgesteld wordt de woonbestemming te wijzigen in 'Maatschappelijk'.
In paragraaf 3.2.5 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor een bijbehorend bouwwwerk binnen de bestemming 'Tuin'. De omgevingsvergunning wordt verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.2.6 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het voorheen geldende bestemmingsplan lag aan de achterzijde een tuinerf. In de beheersverordening is dit vertaald naar een uitbreidingserf. Aan het uitbreidingserf ligt geen vergunning ten grondslag. Aangezien het pand een gemeentelijk monument betreft wordt voorgesteld dit uitbreidingserf te verwijderen.
In paragraaf 3.2.7 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het voorheen geldende bestemmingsplan lag aan de achterzijde gedeeltelijk een tuinerf. In de beheersverordening is dit niet helemaal correct overgenomen waardoor de bestaande carport niet is geregeld. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.2.8 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor een dubbele woning met in het midden een buidelwoning. De locatie maakte geen onderdeel uit van de beheersverordening maar ligt wel in de kern Overberg. Voorgesteld wordt het perceel op te nemen in de herziening en een passende bestemming te geven op basis van de omgevingsvergunning.
In paragraaf 3.2.9 zijn de wijzigingen opgenomen.
Voor een strook grond dat voorheen uitmaakte van het bedrijf achter de Haarweg 17 in Overberg is in 2018 een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. De bebouwing op deze strook grond is in 2016 gesloopt met de bedoeling om de grond toe te voegen aan de kavels erachter. Op deze strook grond zullen dan de tuinen van de woningen worden gerealiseerd. Hiermee wordt de afstand tussen de woningen en het bedrijf achter Haarweg 17 in Overberg vergroot en krijgen de kavels een betere omvang.
De resterende bedrijfslocatie maakte geen onderdeel uit van de beheersverordening maar ligt wel in de kern Overberg. Voorgesteld wordt het perceel op te nemen in de herziening en een passende bestemming te geven op basis het oude bestemmingsplan Amerongen Overberg 1999.
In paragraaf zijn 3.2.10 de wijzigingen opgenomen.
Het ter plaatse gevestigde bedrijf heeft een hogere milieucategorie dan op de basis van de regels is toegestaan. Het bedrijf wordt daarom specifiek mogelijk gemaakt met een maatbestemming.
In paragraaf 3.1.22.1 en 3.2.11 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor 2 woningen. De omgevingsvergunning wordt verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.2.12 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op de voormalige gemeentehuislocatie is een omgevingsvergunning verleend voor het omzetten de maatschappelijke bestemming naar appartementen. De locatie was buiten de begrenzing van de beheersverordening gehouden vanwege de planontwikkeling. De omgevingsvergunning wordt verwerkt in de beheersverordening
In paragraaf 3.2.13 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor het omzetten van de maatschappelijke bestemming naar een woonhuis. De omgevingsvergunning wordt verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.2.14 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor het wijzigen van het gebruik voor zorgwoningen. De omgevingsvergunning wordt verwerkt in de beheersverordening.
In paragraaf 3.2.15 zijn de wijzigingen opgenomen.
Het perceel is bestemd voor 'Wonen - S2'. Het gaat echter om een vrijstaande woning. Derhalve dient te bestemming te worden gewijzigd in 'Wonen - S1'.
In paragraaf 3.2.16 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van een bovenwoning op de eerste verdieping van het bedrijfspand. De omgevingsvergunning wordt verwerkt.
In paragraaf 3.2.17 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van fysiotherapie. Hiervoor wordt de aanduiding 'dienstverlening' toegevoegd. Daarnaast is de aanduiding 'bovenwoning' abusievelijk niet opgenomen in de planregels. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.1.22.2 en 3.2.18 zijn de wijzigingen opgenomen.
Langs de zijgevel van de woning is de bestemming Tuin opgenomen. In het daarvoor geldende bestemmingsplan was echter voor de gronden een bebouwingsstrook opgenomen. De strook waar bebouwing was toegestaan overeenkomstig het daarvoor geldende bestemmingsplan wordt daarom van 'Tuin' gewijzigd in 'Wonen - S1'.
In paragraaf 3.2.19 zijn de wijzigingen opgenomen.
De bestaande antennemast is niet opgenomen in de beheersverordening. Deze valt op gronden met de bestemming 'Groen'. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.1.22.3 en 3.2.20 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse van de Molenbrink is de onder het appartementencomplex gelegen parkeergarage niet specifiek aangeduid en benoemd in de planregels terwijl dit wel de bedoeling was. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.1.22.4 en 3.2.21 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het voorgaande bestemmingsplan was aan dit perceel de bestemming 'Maatschappelijk' toegekend. Daarbinnen was ook wonen mogelijk. In de beheersverordening is deze mogelijkheid niet overgenomen. Voorgesteld wordt de woonbestemming te wijzigen in 'Maatschappelijk'. De aanduiding 'onbebouwd' wordt wel overgenomen.
In paragraaf 3.2.22 en 3.1.22.5 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor horeca tot en met categorie 1. Deze mogelijkheid is niet opgenomen in de beheersverordening. De vergunning wordt verwerkt in de voorliggende herziening.
In paragraaf 3.2.23 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend voor de realisatie van een twee-onder-een kapwoning. De vergunning wordt verwerkt in de voorliggende herziening.
In paragraaf 3.2.24 zijn de wijzigingen opgenomen.
Ter plaatse is een omgevingsvergunning verleend om de vrijstaande woning te splitsen in twee woningen. In de beheersverordening is deze omgevingsvergunning nog niet verwerkt. Voorgesteld wordt de bestemming 'Wonen - S1' conform de standaardsystematiek te wijzigen in 'Wonen - S2'.
In paragraaf 3.2.25 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het daarvoor geldende bestemmingsplan was tussen Schoolstraat 29 en 31 een bouwmogelijkheid opgenomen voor de realisatie van 2 woningen. De bouwmogelijkheid is niet overgenomen in de beheersverordening. Voorgesteld wordt de bouwmogelijkheid over te nemen in de herziening door middel van het toevoegen van een specifiek bouwvlak en de bestemming 'Wonen - S2'.
In paragraaf 3.2.26 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op het perceel is de aanduiding 'bovenwoning' opgenomen. Binnen de ter plaatse geldende bestemming Gemengd is de functie wonen algemeen mogelijk. Daarnaast ontbreekt een planregel. Derhalve wordt de aanduiding verwijderd.
In paragraaf 3.2.27 zijn de wijzigingen opgenomen.
In de beheersverordening is de aanduiding 'hogere erfafscheiding' opgenomen voor die locaties die niet passen binnen de standaard toegestane bouwhoogte. Gebleken is dat op enkele percelen waar hogere erfafscheidingen zijn, de aanduiding nog niet is opgenomen. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.2.28 zijn de wijzigingen opgenomen.
De aanduiding onbebouwd is op een aantal plekken niet overgenomen uit het daarvoor geldende bestemmingsplan Amerongen Kom. Het is wel de bedoeling om dit beleid voort te zetten, gelet op de belangrijke kwaliteiten van het beschermd dorpsgezicht.
In paragraaf 3.2.29 zijn de wijzigingen opgenomen.
Voor meerdere woonpercelen in het verordeningsgebied geldt het besluitsubvlak 'overige zone - afwijkende goot- en bouwhoogte'. Gebleken is dat op een aantal plaatsen de aanduiding ontbreekt, maar wel wenselijk is op basis van de stedenbouwkundige kaders / de gewenste bebouwingskarakteristiek. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.2.30 zijn de wijzigingen opgenomen.
Binnen het beschermd dorpsgezicht zijn zogenoemde uitbreidingsstroken opgenomen waarbinnen bijbehorende bouwwerken zijn toegestaan. Op een aantal percelen is abusievelijk verzuimd deze over te nemen uit het vigerende bestemmingsplan. Dit wordt hersteld.
In paragraaf 3.2.31 zijn de wijzigingen opgenomen.
In paragraaf 3.1.15 en 3.2.33 zijn de wijzigingen opgenomen.
Binnen de bestemming 'Bedrijf' is ter plaatse van de aanduiding 'bovenwoning' het maximum aantal woningen niet begrensd. Dit wordt hersteld in de regels.
In paragraaf 3.1.16 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het bestemmingsplan 'Amerongen Kom' was binnen de bestemming 'Detailhandel' de functie wonen ook algemeen mogelijk op basis van de bestemmingsomschrijving. In de beheersverordening is deze mogelijkheid niet opgenomen. Voorgesteld wordt de functie wonen met beroep of bedrijf aan huis algemeen aan te duiden.
In paragraaf 3.1.17 en 3.2.34 zijn de wijzigingen opgenomen.
In paragraaf 3.1.18 en 3.2.35 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het voorheen geldende bestemmingsplan 'Amerongen Kom' was binnen de bestemming 'Horeca' en 'Maatschappelijk' de functie wonen ook algemeen mogelijk op basis van de bestemmingsomschrijving. In de beheersverordening is deze mogelijkheid niet opgenomen. Voorgesteld wordt de functie wonen met beroep of bedrijf aan huis algemeen mogelijk te maken binnen de bestemming Horeca en Maatschappelijk en specifieke locaties waar deze mogelijkheid niet gold, aan te duiden. De aanduiding 'bedrijfswoning' vervalt.
In paragraaf 3.1.19 en 3.2.36 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op meerdere percelen in het plangebied zijn appartementengebouwen abusievelijk niet binnen de daarvoor passende bestemming 'Wonen - S3' gebracht. Dit wordt hersteld. Tevens wordt op enkele percelen de aanduiding 'zorgwoning' toegevoegd en wordt de bestemmingsomschrijving uitgebreid. Tot slot is gebleken dat de voormalige bedrijfswoningen aan de Koenestraat niet meer als dusdanig in gebruik zijn. Dit wordt aangepast conform de huidige situatie.
In paragraaf 3.1.21 en 3.2.38 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op enkele zijerven van woningen is een carport gerealiseerd. Deze zijn in de beheersverordening gelegen in de bestemming Tuin en niet mogelijk op basis van de planregels. Voorgesteld wordt de bestemming te wijzigen in een woonbestemming.
In paragraaf 3.2.39 zijn de wijzigingen opgenomen.
Op verschillende plaatsen in het verordeningsgebied zijn carports of bijbehorende bouwwerken gerealiseerd voor de voorgevel van de woning. In de beheersverordening is voor de voorgevel van bestaande woningen in beginsel de bestemming 'Tuin' opgenomen, waarbinnen carports of bijbehorende bouwwerken niet zijn toegestaan. In de regels binnen de bestemming is echter een uitzondering gemaakt door ter plaatse van de aanduiding 'overkapping' carports toe te staan en ter plaatse van de aanduiding 'bijbehorend bouwwerk' binnen de woonbestemming mede bijbehorende bouwwerken toe te staan. Deze aanduidingen ontbreken echter op de verbeelding. Om deze omissie te herstellen wordt daarom op de betreffende percelen waar een carport of bijbehorend bouwwerk toegestaan is is de aanduiding 'overkapping' of 'bijbehorend bouwwerk' (binnen de woonbestemming) toegevoegd.
In paragraaf 3.2.40 zijn de wijzigingen opgenomen.
In het plangebied zijn in de loop der tijd verschillende gemeentelijke snippergroenstroken verkocht aan particulieren. Deze stroken mogen worden gebruikt als Tuin en/of Wonen. De bestemming Groen of Verkeer is op die plekken gewijzigd.
In paragraaf 3.2.41 zijn de wijzigingen opgenomen.
De beheerverordening 'Woongebied Amerongen en Overberg' wordt in de hieronder genoemde artikelen gewijzigd:
'24.2.2 Bouwregels
a Voorschrift bij een omgevingsvergunning voor bouwen
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – beschermd dorpsgezicht' voorschrijven dat de aanvrager van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen nader onderzoek moet verrichten, zoals een bouwhistorisch rapport, een historisch-ruimtelijke analyse, een cultuurhistorisch onderzoek of een kleurenonderzoek.
b Uitzondering
Het bepaalde in lid a is niet van toepassing op bouwwerkzaamheden, die:
c Toetsingscriteria
'in afwijking van het bepaalde onder a mogen vrijstaande bijbehorende bouwwerken en carports buiten het bouwvlak worden gebouwd met in achtneming van de volgende regels:
Een nieuw lid 4.3, 5.3, 6.3, 8.3 en 9.3 invoegen:
'Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1/ 5.2.1/ 6.2.1/8.2.1/ 9.2.1 onder c/d voor het toelaten van aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken en carport tot 25% van de oppervlakte van het bouwperceel, met een maximum van 75 m2 en met dien verstande dat voor de bouwpercelen die zijn gelegen in het gebied ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – beschermd dorpsgezicht' advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.'
Artikel 1
Artikel 12 Wonen - S1, Artikel 13 Wonen - S2, artikel 14 Wonen - S3
In de regels artikelen 12.2.3, 13.2.3 en 14.2.3 vervangen door:
'Bouwen van bijbehorende bouwwerken
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Artikel 23 Algemene afwijkingsregels
Artikel 23.3 'Afwijking bergingen voor de voorgevel' komt volledig te vervallen.
'22.4 Kleinschalige grondgebonden zonnepaneelinstallaties
Het bouwen van grondgebonden zonnepanelen voor eigen gebruik bij een (bedrijfs)woning is toegestaan indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Grondgebonden zonnepaneelinstallaties | Maximum bouwhoogte |
Binnen het bebouwingsgebied | 2 m |
Buiten het bebouwingsgebied (het voorerf) | 1 m |
'25.5 Afwijking extra grondgebonden zonnepaneelinstallatie voor wko
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 22.4 lid b voor het gebruik van gronden voor het opwekken van energie met grondgebonden zonnepanelen voor eigen gebruik bij een (bedrijfs)woning van nogmaals maximaal 50 m2 mits:
In de regels 23.1 lid b onder 4 invoegen:
'een gebruik van bijbehorende bouwwerken die zijn gelegen buiten het bouwvlak en op meer dan 4 m afstand van het oorspronkelijk hoofdgebouw voor bewoning, tenzij het betreft huisvesting in verband met mantelzorg'.
In 'Bijlage 1 regels Staat van Activiteiten: bedrijf aan huis', Persoonlijke dienstverlening n.e.g. wijzigen in:
'Persoonlijke dienstverlening n.e.g., exclusief seksinrichtingen en prostituees'
' 26.1 Parkeergelegenheid
26.1.1 Parkeergelegenheid bij bouwen
26.1.2 Parkeergelegenheid bij functiewijziging
26.1.3 Afwijken van parkeernormen
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.1.1 en 26.1.2 en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft. De aanvrager dient in dat geval door middel van een verkeersonderzoek naar oordeel van het bevoegd gezag aan te tonen dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid.
26.2 Laad- en losruimte
26.2.1 Laad- en losruimte bij bouwen
Een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning is vereist en waarvan een behoefte aan ruimte voor laden of lossen van goederen wordt verwacht, mag niet worden gebouwd of vergroot wanneer aan, in of onder dat bouwwerk dan wel op of onder het onbebouwd terrein dat bij het bouwwerk hoort, niet wordt voorzien in die behoefte. Deze bepaling geldt niet voor herbouw van een bouwwerk zonder functiewijziging.
26.2.2 Laad- en losruimte bij functiewijziging
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend een functiewijziging waarvoor een omgevingsvergunning is vereist van bouwwerken of onbebouwde gronden in een functie met een grotere behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, zonder dat in voldoende mate ruimte aanwezig aan of in dat bouwwerk dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk. Deze bepaling geldt niet voor bestaand gebruik.
26.2.3 Afwijken van de regels voor laad- en losruimte
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.2.1 en 26.2.2 en worden toegestaan dat in minder dan voldoende laad- en losgelegenheid wordt voorzien, indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft. De aanvrager dient in dat geval door middel van een verkeersonderzoek naar oordeel van het bevoegd gezag aan te tonen dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid.'
In de regels artikel 10.2.1 lid b wijzigen in:
'in afwijking van lid a mogen erkers, toegangsportalen, luifels, balkons, trappen en bordessen vóór de voorgevel van het aangrenzend hoofdgebouw en erkers, toegangsportalen, luifels, balkons, trappen, bordessen én overkappingen aan zijgevels, welke zicht hebben op of gelegen zijn aan de zijde van een openbare weg of openbaar groen worden gebouwd, mits:
In de regels artikelen 4.2.1onder f, 5.2.1 onder f, 6.2.1 onder f, 8.2.1 onder f en 9.2.1 onder f wijzigen in:
'voor het bouwen van erkers, toegangsportalen, luifels, balkons, trappen en bordessen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en voor het bouwen van erkers, toegangsportalen, luifels, balkons, trappen, bordessen én overkappingen aan zijgevels, welke zicht hebben op of gelegen zijn aan de zijde van een openbare weg of openbaar groen, mits:
In de regels artikel 4.1 lid c wijzigen in:
'ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mede het wonen in een bedrijfswoning en wonen ten behoeve van mantelzorg'.
In de regels artikel 4.2.1 lid e, artikel 5.2.1 lid e, artikel 6.2.1 lid e, artikel 8.2.1 lid e, artikel 9.2.1 lid e, artikel 12.2.2 lid j en artikel 13.2.2 lid j wijzigen in:
'dakkapellen in het hoofdgebouw aan de voorgevel en de naar de openbare weg gekeerde zijgevels van (bedrijfs)woningen zijn toegestaan, mits:
In de regels artikel 25.6 Afwijking isoleren van een gebouw invoegen:
'Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten en bouwgrenzen ten behoeve van voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw, mits:
In de regels artikel 23.2 (21.2 oud) lid a wijzigen in:
'niet meer dan 30 % van de totale bruto vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning of bovenwoning, inclusief bijbehorende bouwwerken, voor de uitoefening van bed & breakfastvoorzieningen wordt gebruikt, met een maximum van 75 m2;'
In de regels artikelen 12.5, 13.5 en 14.3 verwijderen.
In de regels artikel 25.4 invoegen:
'Afwijking bijzondere woonvormen en kamerbewoning
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 23.1 voor het toestaan van bijzondere woonvormen en kamerbewoning, in een woning niet zijnde een bedrijfswoning, mits:
In artikel 1 de volgende begrippen toevoegen:
'1.8 archeologisch deskundige
professioneel archeoloog die volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of programma's van eisen op te stellen en te toetsen.
1.9 archeologisch onderzoek
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen.
1.10 archeologisch rapport
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de archeologische waarde van een terrein.
1.11 archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van sporen van menselijk handelen in het verleden die in de grond zijn achtergebleven, bijvoorbeeld potscherven, resten van voedselbereiding, graven, maar ook verkleuringen in de grond die duiden op bewoning of infrastructuur.
'1.21 beeldbepalend pand
een pand of object dat niet als monument is beschermd, maar dat naar het oordeel van de raad een kenmerkend onderdeel vormt van een stads- of dorpsgezicht krachtens artikel 9.1 Erfgoedwet juncto 35 van de Monumentenwet 1988 en als zodanig is aangegeven op de verbeeldingen van de beheersverordening geldend voor het beschermd dorpsgezicht Amerongen, of ingevolge de gemeentelijke monumentenverordening in de gemeente is aangewezen, of waarvoor ex artikel 9.1 Erfgoedwet juncto 35 lid 1 van de Monumentenwet 1988 een aanwijzing heeft plaatsgevonden;'
'b6. het bevoegd gezag een omgevingsvergunning voor het bouwen heeft verleend voor de bouw van een nieuw gebouw op de betreffende gronden.'
1.12 archeologisch waardevol gebied
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.'
bedrijvigheid, geheel of overwegend gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van agrarische producten door het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met inbegrip van een paardenfokkerij en met uitzondering van een paardenhouderij en manege.
niet-grondgebonden veehouderij: agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate in gebouwen plaatsvindt en gericht is op het houden van dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten- of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden veehouderij.
het bedrijfsmatig telen, kweken en verzorgen van bomen, heesters, struiken, planten en bloemen of tuinbouwzaden, al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met, als ondergeschikte nevenactiviteit, de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten.
bedrijvigheid geheel of overwegend gericht op het houden, stallen, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's, het ter zake lesgeven en de exploitatie van daarbij behorende voorzieningen.
het bedrijfsmatig, niet op de agrarische productie gericht houden en stallen van paarden en pony's met als ondergeschikte nevenactiviteit het fokken, africhten, trainen en berijden van paarden en pony's.'
'b. opslag van hooirollen, mestzakken en chemische bestrijdingsmiddelen buiten het bouwvlak.'
In artikel 4.2.1 het volgende sublid invoegen:
'e. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'bovenwoning' mag per bouwperceel niet meer dan één bedragen tenzij het bestaande aantal woningen groter is in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;'
'b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mede het wonen in een bedrijfswoning;'
'b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mede het wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep- en of bedrijf aan huis;'
'c. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' en 'bovenwoning' mag per bouwperceel niet meer dan één bedragen tenzij het bestaande aantal woningen groter is in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;'
'5.3.2 Uitoefening van een beroep- en/of bedrijf aan huis
Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is in overeenstemming met de woonfunctie, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
'a.wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep- en of bedrijf aan huis;'
'f. bedrijven tot en met categorie 2 uit de bij deze regels behorende bijlage 'Staat van bedrijfsactiviteiten Stedelijk', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' bedrijven niet zijn toegestaan'.
'c. in afwijking van het bepaalde onder a mogen vrijstaande bijbehorende bouwwerken en carports buiten het bouwvlak worden gebouwd met in achtneming van de volgende regels:
d. het aantal woningen mag per bouwperceel niet meer dan één bedragen tenzij het bestaande aantal woningen groter is in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;'
'6.4.2 Uitoefening van een beroep- en/of bedrijf aan huis
Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is in overeenstemming met de woonfunctie, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
'6.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 onder c voor het toelaten van aangebouwde en vrijstaande bijbehorende bouwwerken en carport tot 25% van de oppervlakte van het bouwperceel, met een maximum van 75 m2 en met dien verstande dat voor de bouwpercelen die zijn gelegen in het gebied ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone – beschermd dorpsgezicht' advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.'
'ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mede het wonen in een bedrijfswoning;'
'b. wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep- en of bedrijf aan huis;
c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' is wonen niet toegestaan;'
'd. het aantal woningen ter plaatse mag per bouwperceel niet meer dan één bedragen tenzij het bestaande aantal woningen groter is in welk geval het bestaande aantal als maximum geldt;'
'8.4.1 / 9.4.2 Uitoefening van een beroep- en/of bedrijf aan huis
Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is in overeenstemming met de woonfunctie, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Er worden 2 nieuwe artikelen Waarde - Archeologie 4 en 5 ingevoegd.
'a. wonen, met dien verstande dat bijzondere woonvormen uitsluitend toegestaan zijn ter plaatse van de aanduiding 'zorgwoning' met daarbij behorende gemeenschappelijke en of maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van de zorgverlenende functie, waaronder een ontmoetingsruimte, een centrale keuken, een huisartsenpraktijk en een praktijk voor fysiotherapie;'.
'1.85 zorgwoning
een woning, complex van ruimten, functioneel ingericht op het bieden van zorg, bedoeld voor de huisvesting van één of meerdere huishoudens door hulpbehoevenden op het fysieke, psychische en of sociale vlak eventueel met extra zorg en/of begeleiding, al dan niet door middel van gemeenschappelijke voorzieningen en kantoor, dan wel een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor ) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs).'
In artikel 4.1 wordt in de tabel de volgende regel toegevoegd:
Haarweg 77 te Overberg | 3.1 met dien verstande dat uitsluitend een timmerwerkfabriek is toegestaan |
In artikel 5.1 worden de volgende regels toegevoegd:
'c. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' mede dienstverlening;
d. ter plaatse van de aanduiding 'bovenwoning' mede het wonen in een bovenwoning;'
In artikel 7.2.2 wordt in de tabel de volgende regel toegevoegd:
antennemast ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' | 35 m |
In artikel 14.1 wordt een nieuw lid ingevoegd luidend:
'b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mede ondergrondse en verdiept aangelegde parkeervoorzieningen met bijbehorende in- en uitritten;'
In artikel 9.2.1 worden de volgende regels toegevoegd:
'b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen:
De verbeelding van de beheersverordening 'Woongebied Amerongen en Overberg' wordt op de volgende onderdelen aangepast.
Ter plaatse van de parkeergarage wordt de aanduiding 'parkeergarage' opgenomen.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in 'Gemengd'. Het bouwvlak blijft gehandhaafd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De woning wordt opnieuw voorzien van een bouwvlak. Dit bouwvlak komt overeen met het daarvoor geldende bestemmingsplan 'Amerongen Kom'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Ter plaatse wordt de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1' opgenomen.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Wonen - S1' wordt gewijzigd in 'Maatschappelijk'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De omgevingsvergunning wordt verwerkt door de bestemming Tuin gedeeltelijk te wijzigen in Wonen - S2.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De aanduiding 'uitbreidingsstrook' wordt verwijderd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Tuin' wordt gedeeltelijk gewijzigd in 'Wonen - S1' zonder bouwvlak.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De locatie wordt opgenomen in de beheersverordening door middel van de bestemming 'Tuin' en 'Wonen - S2'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Het bedrijfsperceel dat resteert na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Haarweg achter 17 Overberg' wordt meegenomen in de beheersverordening.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Binnen de bedrijfsbestemming wordt de aanduiding 'timmerwerkfabriek' toegevoegd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De omgevingsvergunning wordt vewerkt door het gedeeltelijk wijzigen van de bestemming Bedrijf naar Tuin en Wonen - S2.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De omgevingsvergunning voor het omzetten van de gemeentehuislocatie naar appartementen wordt verwerkt door het opnemen van de bestemmingen 'Tuin', 'Verkeer' en 'Wonen - S3' met bouwvlak en maximum goot- en bouwhoogte.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Maatschappelijk' wordt gewijzigd in 'Wonen - S2' en 'Tuin'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemmingen 'Bedrijf' en 'Maatschappelijk' worden gewijzigd in 'Wonen - S3' met de aanduiding 'zorgwoning'. Het bouwvlak blijft gehandhaafd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Wonen - S2' wordt gewijzigd in 'Wonen - S1'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Op het bouwvlak wordt de aanduiding 'bovenwoning' opgenomen.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Ter plaatse wordt de aanduiding 'dienstverlening' toegevoegd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De strook waar bebouwing is toegestaan overeenkomstig het daarvoor geldende bestemmingsplan wordt van 'Tuin' gewijzigd in 'Wonen - S1'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De antennemast wordt binnen de bestemming aangeduid met een specifieke aanduiding 'antennemast'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De parkeergarage binnen de bestemming Wonen - S3 wordt aangeduid als 'parkeergarage'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Wonen - S1' wordt gewijzigd in 'Maatschappelijk'. De aanduiding 'onbebouwd' wordt wel overgenomen.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Binnen de bestemming 'Gemengd' wordt de aanduiding 'horeca van categorie 1' opgenomen.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De omgevingsvergunning voor het bouwen van een twee-onder-een-kapwoning wordt verwerkt. door de bestemming Bedrijf te wijzigen in Wonen - S2 en Tuin.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
De bestemming 'Wonen - S1' wodt gewijzigd in 'Wonen - S2'.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Ter plaatse wordt een nieuw bouwvlak opgenomen. Het betreft een bouwmogelijkheid uit het voorgaande bestemmingsplan.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Binnen de bestemming Gemengd wordt de aanduiding 'bovenwoning' verwijderd.
![]() |
![]() |
Beheersverordening | Herziening beheersverordening |
Ter plaatse van de volgende percelen wordt de aanduiding 'hogere erfafscheiding' opgenomen:
Op meerdere percelen wordt de aanduiding 'onbebouwd' opgenomen. De begrenzing van de aanduiding komt overeen met de bestemming 'Tuin en onbebouwd erf' uit het daarvoor geldende bestemmingsplan 'Amerongen Kom'.
Op de volgende percelen wordt de aanduiding 'overige zone - afwijkende goot en bouwhoogte' opgenomen:
Op de volgende percelen wordt de aanduiding 'uitbreidingsstrook' opgenomen:
Het hoofdgebouw op het perceel Overstraat 32 wordt aangeduid als 'beeldbepalend pand'.
De aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - open landschap' wordt toegevoegd aan het agrarische perceel binnen het plangebied.
Op de volgende locaties wordt op de verbeelding de aanduiding 'bedrijf uitgesloten' opgenomen:
Amerongen:
Overberg:
Er worden 2 bestemmingen Waarde - Archeologie 4 en 5 ingevoegd conform de gemeentelijke beleidskaart Archeologie.
Op de volgende percelen wordt de bestemming 'Tuin' gewijzigd in een woonbestemming:
Op de volgende percelen of straten in Amerongen wordt de aanduiding 'overkapping' toegevoegd:
Op de volgende percelen in Amerongen wordt de bestemming 'Tuin' gewijzigd in 'Wonen - S2 met de aanduiding 'bijgebouw' ter plaatse van de bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel:
Op de volgende percelen in Amerongen wordt het verkochte snippergroen bestemd voor 'Tuin' en/of een woonbestemming:
Op de verbeelding komen de volgende aanduidingen te vervallen:
Deze beheersverordening bestaat uit geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1581.AMRwoongebiedveeg-BV03 met de bijbehorende regels (en bijlagen) en een toelichting hierop. Het GML-bestand (simpel gezegd; de kaart) en de bijbehorende regels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van de beheersverordening. Deze beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. In het GML-bestand zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels over het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van de beheersverordening. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de uitgangspunten die aan de beheersverordening ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van de beheersverordening.
Op het pdf-bestand / in het GML-bestand hebben alle gronden met hun bebouwing binnen het plangebied via besluitvlakken een bestemming gekregen. Binnen een besluitvlak kunnen middels subbesluitvlakken nadere aanduidingen zijn opgenomen. Deze aanduidingen hebben alleen een juridische betekenis als in de regels in combinatie met het pdf-bestand / GML-bestand aan de betreffende aanduiding een gevolg wordt verbonden. Een aantal aanduidingen heeft juridisch gezien geen betekenis en is uitsluitend opgenomen ten behoeve van de leesbaarheid van de verbeelding. In de legenda zijn deze als "verklaringen" aangegeven (bijvoorbeeld kadastrale gegevens).
De regels van de beheersverordening zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:
Regels in verband met de bestemmingen
De bestemmingsregels kennen allemaal dezelfde opbouw:
Bestemmingsomschrijving
De bestemmingsomschrijving is de centrale bepaling van elke bestemming. In de bestemmingsomschrijving worden de binnen een bestemming toegestane functies genoemd. Het gebruik wordt hier geregeld.
Bouwregels
De bouwregels zijn gerelateerd aan deze bestemmingsomschrijving. In de bouwregels wordt aangegeven welke bebouwingsmogelijkheden er op een perceel bestaan. Zoals bijvoorbeeld de bouw- en de goothoogtes.
Afwijken van de bouwregels
Door het opnemen van een afwijkingsregeling bestaat de mogelijkheid om middels een omgevingsvergunning af te wijken van de algemeen toegestane bouwregels. In een afwijkingsregeling wordt opgenomen waarvan afwijking wordt verleend, de maximale omvang van de afwijking die kan worden toegestaan en eventuele voorwaarden waaronder de omgevingsvergunning tot afwijken wordt verleend. Een voorbeeld is een afwijkende goot- en/of bouwhoogte in een bepaalde situatie.
Specifieke gebruiksregels
Deze regels zijn in feite een aanvulling op de bestemmingsomschrijving. Hier worden vormen van gebruik beschreven die men in strijd acht met de bestemming, maar waarvan niet direct uit de bestemmingsomschrijving blijkt dat dit zo is. Zo is in de bestemming 'Wonen - S1' en 'Wonen - S 2' mogelijk gemaakt om onder voorwaarden een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen.
Afwijken van de gebruiksregels
Onder afwijken van de gebruiksregels wordt het mogelijk gemaakt een bepaalde vorm van gebruik toch onder de bestemming te laten vallen. Een afwijking van een gebruiksregel mag echter niet leiden tot een feitelijke wijziging van de bestemming. Het betreft dus altijd gebruik dat inherent is aan de in de bestemmingsomschrijving opgenomen functies. Een voorbeeld hiervan is het toestaan van bijzondere woonvormen en kamerbewoning in de bestemming 'Wonen - S 2'.
De inleidende regels (hoofdstuk 1)) en de overgangs- en slotregel (hoofdstuk 4) worden hier verder niet toegelicht. Voor de overige bestemmingen volgt in paragraaf 4.2.5 een inhoudelijke beschrijving.
De beheersverordening voorziet in het vastleggen van de bestaande situatie. Er zijn dus geen mogelijkheden om naast de rechtstreekse gebruiks-en bouwmogelijkheden, extra mogelijkheden op te nemen.
In de beheersverordening zijn wel mogelijkheden opgenomen om een omgevingsvergunning te verlenen om af te wijken van de verordening. Het kan hierbij gaan om afwijking van de bouwregels of afwijking van de gebruiksregels. Bij de dubbelbestemming Waarde- Archeologie bijvoorbeeld geldt een bouwverbod voor de overige voor deze gronden geldende gebruiksfuncties. Van dit bouwverbod kan door middel van een omgevingsvergunning worden afgeweken.
Een gedeelte van het verordeningsgebied ligt binnen het beschermd dorpsgezicht van Amerongen. Dit beschermd dorpsgezicht bestaat uit twee gedeelten: de historische kern en het later toegevoegde westelijk deel en rand van de historische kern. Voor het besluit en de toelichting van de begrenzing beschermd dorpsgezicht Amerongen zie Bijlage Begrenzing beschermd dorpsgezicht Amerongen. Voor het beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand van historische kern Amerongen is het besluit weergegeven in Bijlage Beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand historische kern Amerongen Besluit en de toelichting in Bijlage Beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand historische kern Amerongen Toelichting.
Om nadelige effecten voor het beschermd dorpsgezicht te voorkomen is de bescherming in deze beheersverordening als volgt geregeld:
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of op andere wijze herprofileren van waterlopen, sloten en greppels |
het vellen of rooien van bos en/of verwijderen van houtopstanden en het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van bos en/of houtopstanden ten gevolge hebben of kunnen hebben |
het verwijderen van landschapselementen |
bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters |
het aanleggen en/of verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden waaronder ook begrepen het aanbrengen van oppervlakteverhardingen |
Op het moment dat zich een geval voordoet dat niet past binnen de bestaande situatie en waarvoor op grond van de beheersverordening ook geen omgevingsvergunning kan worden verleend, kan gebruik worden gemaakt van een aantal (wettelijke) instrumenten om af te wijken van de beheersverordening. Deze instrumenten worden hieronder nader beschreven.
In bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) zijn bouwactiviteiten opgenomen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen twee categorieën van vergunningvrije activiteiten:
Voor beide categorieën gelden de volgende uitzonderingen:
Voor de vergunningvrije activiteiten is geen procedure van toepassing. Deze activiteiten kunnen zonder meer worden uitgevoerd.
In bijlage II van het BOR zijn ook de zogenaamde planologische kruimelgevallen opgenomen. Het gaat om zogenaamde bijbehorende bouwwerken die groter zijn dan de vergunningvrije bouwwerken, infrastructurele en nutsvoorzieningen, antennes tot 40m, duurzame energie-installaties, evenementen en gebruiksveranderingen (van bouwwerken) tot maximaal 1. 500m2 binnen de bebouwde kom (inclusief inpandige bouwactiviteiten).
Voor de activiteiten die via de kruimelgevallenregeling mogelijk kunnen worden gemaakt geldt de reguliere voorbereidingsprocedure van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Dit betekent dat er een beslistermijn geldt van 8 weken na ontvangst van de aanvraag. Nadat de vergunning is verleend staat tegen de vergunning bezwaar en beroep open.
De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft een 'Beleid planologische afwijkingen' opgesteld. Dit betekent dat voor het toepassen van een planologische kruimelafwijking eerst aan dit beleid getoetst dient te worden of medewerking kan worden verleend.
Voor de - op dit moment- onvoorziene omstandigheden, die niet met de voorgaande instrumenten zijn in te passen, biedt de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de mogelijkheid van de beheersverordening af te wijken indien wordt aangetoond dat de beoogde ontwikkeling in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Voor het afwijken van de beheersverordening via dit instrument geldt de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure omvat een termijn waarin de ontwerpvergunning ter inzage wordt gelegd en eenieder zijn of haar zienswijze kan indienen. De wettelijke proceduretijd bedraagt 6 maanden (exclusief voorbereidingstijd, opstellen ruimtelijke onderbouwing etc.). Nadat de vergunning is verleend staat hiertegen direct beroep open.
Behalve de mogelijkheden uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), kent ook de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) nog een mogelijkheid om af te wijken van een beheersverordening. De Wro bepaalt dat voor een gebied slechts of een beheers- verordening of een bestemmingsplan kan gelden. Dat neemt niet weg dat voor een bepaald perceel, indien zich daar na vaststelling van de beheersverordening, een ontwikkeling voordoet, een postzegel-bestemmingsplan kan worden vastgesteld. Voor dat perceel komt de beheersverordening dan te vervallen.
In een beheersverordening kan niet, zoals in een bestemmingsplan, worden gewerkt met uitwerkingsplichten en wijzigingsbevoegheden.
In het plangebied zijn 16 bestemmingen weergegeven (12 enkelbestemmingen en 4 dubbelbestemmingen). Hieronder volgt een beschouwing van de enkelbestemmingen.
Algemeen
In het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost is een uitwerking gemaakt van de wijze waarop de ruimtelijke en de milieuproblematiek in dit gebied wordt aangepakt. Dit is nader uitgewerkt in paragraaf 3.3 van de oorspronkelijke beheersverordening. Het Reconstructieplan schrijft een zonering voor die gericht is op het reguleren van de ontwikkelingen rond de intensieve veehouderij. Er zijn drie zones beschreven: landbouwontwikkelingsgebieden, extensiveringsgebieden en verwevingsgebieden. In extensiveringsgebieden ligt de nadruk op wonen en natuur. In de landbouwontwikkelingsgebieden ligt de nadruk voor al op intensieve productielandbouw. De verwevingsgebieden zijn bedoeld om een combinatie mogelijk te maken van de bovengenoemde functies. Deze zones zijn in het bestemmingplan verder uitgewerkt in de bestemmingen Agrarisch en Agrarisch met waarden.
Agrarisch met waarden
In het agrarisch verwevingsgebied en het extensiveringsgebied wordt de bestemming Agrarisch met waarden toegepast. Dit zijn gebieden die hoge landschappelijke en/of natuurwaarden herbergen. Hier wordt agrarische bedrijvigheid wel toegestaan, maar de landschapswaarden worden daarbij zoveel mogelijk beschermd. Dit geldt voor extensiveringsgebied in sterkere mate dan voor het verwevingsgebied. Door deze bescherming is het een uitgebreider artikel, met diverse afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden. Op deze wijze wordt ook ander gebruik en met name minder belastend gebruik voor de omgeving, meer gestimuleerd zoals van agrarisch naar wonen.
Voor de intensieve veehouderij geldt dat deze alleen is toegestaan als er een aanduiding is opgenomen op de verbeelding.
Bouwregels
Om de bebouwing zoveel mogelijk te clusteren is het alleen toegestaan gebouwen en overkappingen te realiseren binnen het bouwvlak. Het aantal bedrijfswoningen binnen deze bouwvlakken mag maximaal één bedragen, tenzij anders is aangegeven in regels en op de verbeelding. Een bedrijfswoning mag maximaal een inhoud hebben van 600 m³, tenzij de bestaande inhoud groter is. Als er kassen aanwezig zijn op het perceel mag de gezamenlijke oppervlakte van deze kassen met een bouwhoogte van meer dan één meter niet meer dan 300 m² bedragen. Bedrijfsgebouwen ten behoeve van de intensieve veehouderij mogen niet meer dan één bouwlaag bevatten. Het bouwvlak mag voor 100% bebouwd worden door één bedrijf.
Voor het bouwen van overige bouwwerken geldt dat ze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd conform de maximum hoogten gesteld in het artikel.
Afwijken bouwregels
In verband met de ruimtelijke uitstraling is het bij recht niet toegestaan om silo's en kuilvoerplaten buiten het bouwvlak op te richten. Het bevoegd gezag kan echter besluiten om daarvan af te wijken. Deze bepaling kan slechts worden toegepast indien de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering kan worden aangetoond en er dient voldaan te worden aan de in het artikel genoemde maatvoeringen.
Er is tevens een regeling opgenomen voor het toestaan van een schuilgelegenheid voor dieren buiten het bouwvlak. Deze regeling is bedoeld voor mensen die in een burgerwoning wonen (bijvoorbeeld in de dorpskern), maar wel land in het buitengebied bezitten en hier bijvoorbeeld paarden willen laten grazen.
Tot slot is er een regeling opgenomen om af te wijken van de maximum bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot ten hoogste 12 m.
Specifieke gebruiksregels
In verband met de ruimtelijke uitstraling ervan is gebruik van gronden voor opslag van hooirollen, mestzakken en chemische bestrijdingsmiddelen buiten het bouwvlak in strijd met de bestemming.
Afwijken gebruiksregels
Binnen de bestemming Agrarisch met waarden ligt de nadruk op de landschaps- en natuurwaarden.
In het kader van de verbreding van de landbouwgebied is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen om het agrarische bedrijf optimaal te kunnen invullen. In deze bepaling kan worden afgeweken van het bepaalde in de bestemmingsomschrijving voor het toestaan van het gebruiken van gronden en gebouwen binnen een bouwvlak waar sprake is van agrarische bedrijvigheid als hoofdactiviteit, voor de in het artikel opgesomde niet-agrarische bedrijfs- en andere activiteiten, uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteiten. Hierbij kan gedacht worden aan ambachtelijke bedrijvigheid en diverse dienstverleningsconcepten. Er moet wel worden voldaan aan de in het artikel genoemde voorwaarden waarmee wordt getoetst of er inderdaad sprake is van ondergeschiktheid van de activiteiten. Hierbij geldt in ieder geval een maximumgrens van 300 m² en voor detailhandel een maximum van 50 m².
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden
Binnen de bestemming zijn gronden aanwezig met voor de gemeente belangrijke landschaps- en natuurwaarden. Om deze waarden te beschermen is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, diverse werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren. In het artikel is een heldere opsomming van dergelijke werken of werkzaamheden benoemd, waarbij het met name gaat om het verwijderen of beschadigen van landschaps- of natuurwaarden.
Binnen de bestemming Bedrijf zijn bij recht alleen bedrijven uit de lage milieucategorieën (t/m categorie 2) toegestaan. Deze categorieën zijn te vinden in de aparte bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten Stedelijk. Bestaande bedrijven in een hogere categorie zijn eveneens toegestaan. Deze zijn echter specifiek in artikel 4 lid 4.1 benoemd. Bij de bestemming 'Bedrijf' zijn ook kantoren als onderdeel van de bedrijfsfunctie toegelaten.
De bouwvlakken mogen volledig worden volgebouwd, tenzij dit met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is ingeperkt. Bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan. Daarnaast is op enkele plaatsen opslag toegelaten; dit is als zodanig aangeduid. Overigens biedt bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht nog bouw- en gebruiksmogelijkheden buiten deze beheersverordening om, onder meer door middel van 'vergunningsvrij bouwen.
Ter plaatse van de aanduiding bedrijfswoning is maximaal 1 bedrijfswoning toegestaan, waarbij regels zijn opgenomen voor het realiseren van eventuele dakkapellen en erkers bij deze woning.
Middels een specifieke gebruiksregeling wordt ondergeschikte detailhandel bij bedrijven toegestaan. Het dient daarbij te gaan om een niet zelfstandig uitgevoerde detailhandelsfunctie die duidelijk waarneembaar ondergeschikt is aan en afhankelijk is van de hoofdfunctie en deze ondersteunt zodat de kwaliteit van de hoofdfunctie vergroot of gecompleteerd wordt. Hieronder wordt mede begrepen een afhaalbalie voor een internetwinkel eventueel in combinatie met een beperkte showroom. Voor ondergeschikte detailhandel geldt een aantal voorwaarden, zo mag onder meer de verkoop vloeroppervlakte van detailhandel niet meer dan 50 m2 bedragen.
Afwijkingsmogelijkheden
In de bestemming zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen. Er kan worden toegestaan dat een ander bedrijf dan op grond van de bij de regels behorende bijlage Staat van bedrijfsactiviteiten Stedelijk wordt mogelijk gemaakt. Het dient hierbij wel om naar zijn aard en invloed op de omgeving 'gelijkwaardig' bedrijf te gaan.
De tweede afwijkingsmogelijkheid betreft de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik voor ondergeschikte detailhandel. Dit zou bijvoorbeeld toegepast kunnen worden voor een internetwinkel die een afhaalbalie zou willen realiseren. Deze detailhandelsfunctie dient duidelijk waarneembaar ondergeschikt te zijn aan de hoofdfunctie. De gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsbebouwing mag daarom niet worden vergroot en de verkoopvloeroppervlakte mag niet meer dan 50 m² bedragen. Tevens zijn aanvullende voorwaarden van toepassing.
De bestemming Detailhandel wordt gebruikt voor bestaande detailhandelsfuncties buiten het centrumgebied. Tevens is wonen toegestaan ter plaatse van de aanudiding 'wonen'. Binnen deze bestemming is ondergeschikte horeca toegestaan, hiervoor zijn specifieke gebruiksregels opgenomen.
Bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met uitzondering van vrijstaande bouwwerken en carport tot een oppervlakte van maximaal 50 m2. Overige bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan. Overigens biedt bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht nog bouw- en gebruiksmogelijkheden buiten deze beheersverordening om, onder meer door middel van 'vergunningsvrij bouwen.
Onder de bestemming Gemengd zijn gemengde functies geschaard, zoals wonen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen. Ook ondergeschikte horeca is toegestaan, hiervoor zijn specifieke gebruiksregels opgenomen. Andere functies, zoals ondergrondse en verdiept aangelegde parkeervoorzieningen of specifieke vormen van bedrijf worden zo nodig met een aanduiding weergegeven. Deze functies zijn dan slechts toegestaan ter plaatse van deze aanduiding.
Bebouwing is in principe alleen binnen het bouwvlak toegestaan met uitzondering van vrijstaande bouwwerken en carport tot een oppervlakte van maximaal 50 m2.
De bestemming Groen wordt gebruikt voor gebieden waar belangrijke structuren van bosgebied, bermen, plantsoenen, water en dergelijke zijn gesitueerd. Bouwen van gebouwen, met uitzondering van nutsgebouwen, is niet toegestaan. Wel zijn enkele bouwwerken geen gebouwen zijnde, zoals speeltoestellen, kunstobjecten, lichtmasten en dergelijke mogelijk. Overkappingen van maximaal 10 m² zijn toegestaan.
Deze bestemming Horeca wordt gebruikt voor bestaande horecafuncties buiten het centrumgebied. Binnen deze bestemming is wonen ook toegestaan.
In het stedelijk gebied wordt gewerkt met een indeling in drie mogelijke categorieën van horecagelegenheden (categorie 1 'lichte horeca', categorie 2 'middelzware horeca' en categorie 3 'zware horeca'). In de voorliggende verordening is horeca tot en met categorie 2 toegelaten. Voor de uitgebreide uitwerking hiervan wordt verwezen naar de Staat van Horeca-activiteiten die als bijlage bij de regels is gevoegd.
Bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan, met uitzondering van vrijstaande bouwwerken en carport tot een oppervlakte van maximaal 50 m2. Overige bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan. Overigens biedt bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht nog bouw- en gebruiksmogelijkheden buiten deze beheersverordening om, onder meer door middel van 'vergunningsvrij bouwen.
De bestemming Maatschappelijk is bedoeld voor maatschappelijke voorzieningen, zoals sociaal-medische instellingen en levensbeschouwelijke. Onder voorwaarden is ondergeschikte horeca toegestaan, hiervoor zijn specifieke gebruiksregels opgenomen. Ook wonen is toegestaan, met uitzondering van de locaties met de aanduiding ' wonen uitgesloten' .
Diverse bijzondere vormen van maatschappelijk worden met specifieke aanduidingen weergegeven. Te denken valt aan begraafplaatsen, crematoria, penitentiaire inrichtingen, asielzoekerscentra, etc. Deze zijn dus alleen ter plaatse van deze aanduiding binnen de bestemming maatschappelijk toegestaan.
Bebouwing is uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan met uitzondering van vrijstaande bouwwerken en carport tot een oppervlakte van maximaal 50 m2. Overige bouwwerken zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan. Overigens biedt bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht nog bouw- en gebruiksmogelijkheden buiten deze beheersverordening om, onder meer door middel van 'vergunningsvrij bouwen.
De bestemming Tuin is bedoeld voor de gronden die een groene tuinuitstraling hebben. Deze bestemming is gerelateerd aan de bestemming Wonen. Binnen deze bestemming mogen tuinen en daarbij behorende paden, waterhuishoudingsvoorzieningen en parkeren op eigen terrein worden gerealiseerd.
Slechts op plekken waar de aanduiding 'bijgebouwen' is opgenomen mogen bijbehorende bouwwerken worden gerealiseerd. Daarnaast zijn carports mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping'.
Gebouwen en overkappingen mogen niet worden gebouwd binnen deze bestemming. In afwijking hiervan mogen wel erkers, toegangsportalen, luifels, balkons, trappen en bordessen vóór de voorgevel van het aangrenzend hoofdgebouw en op zijgevels, welke zicht hebben op of gelegen zijn aan de zijde van een openbare weg of openbaar groen worden gebouwd, mits wordt voldaan aan de in het artikel genoemde vereisten.
Voor het bouwen van overige bouwwerken (niet zijnde overkappingen) geldt dat zoveel mogelijk is aangesloten bij het omgevingsvergunningvrij bouwen.
De bestemming Verkeer is bedoeld voor gebieden waar wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden, pleinen, verkeersbegeleiders en dergelijke gesitueerd zijn. Dit zijn dus gebieden met een brede verkeers- en verblijfsfunctie. Bijzondere verkeerskundige objecten als garageboxen en dergelijke worden specifiek aangeduid binnen deze bestemming. Tevens zijn in de voorliggende beheersverordening plein en parkeergarages aangeduid. tevens is een bestaande brug aangeduid. Deze objecten zijn niet overal binnen de bestemming toegestaan. De bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en parkeervoorzieningen zijn toegestaan. De bestemming heeft dus niet enkel het karakter van verharding, ook groen en water zijn hier toegestaan. Het gebruik van gronden voor onoverdekte terrassen is toegestaan.
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan, met uitzondering van garageboxen ter plaatse van de hiervoor bedoelde aanduiding. Overkappingen zijn mogelijk met een oppervlakte van maximaal 10 m². Voor het bouwen van overige bouwwerken (niet zijnde overkappingen) gelden de bouwhoogten zoals in de tabel in de regels is weergegeven.
Wonen algemeen
In het plangebied komen diverse typen woningen voor. Dit onderscheid in woningtype komt tot uiting in verschillende woonbestemmingen.
Voor het stedelijk gebied worden drie woonbestemmingen gebruikt. Er wordt onderscheid gemaakt in:
Dit onderscheid in woonbestemmingen zorgt ervoor dat woningtypen niet kunnen worden uitgewisseld en dat de gewenste stedenbouwkundige opbouw van straten en wijken wordt gehandhaafd.
De bestemming Tuin is toegekend aan de naastgelegen gronden van de bestemming 'Wonen'. Het gaat dan veelal om de tuinen gelegen aan de voorzijde van de woningen.
Hieronder worden de woonbestemmingen uitgelegd. Om in de uitleg niet in herhaling te vallen wordt eerste woonbestemming (Wonen - S1) volledig besproken. Bij de opvolgende bestemmingen wordt aangegeven waar de verschillen zitten.
Wonen - S1
Binnen de bestemming Wonen - S 1 is wonen toegestaan. Tevens mag een beroep of bedrijf aan huis worden uitgeoefend. Het is daarnaast toegestaan om op de gronden met deze bestemming tuinen, erven en paden aan te leggen. Ook zijn waterhuishoudingsvoorzieningen toegestaan en mag er geparkeerd worden op eigen terrein.
In voorkomende gevallen zijn zorgwoningen met daarbij behorende functies toegestaan. Deze zijn aangeduid door middel van de aanduiding 'zorgwoning'.
Bouwmogelijkheden
De Bouwregels maken onderscheid in regels voor:
Algemeen
In algemene zin wordt bepaald dat het bebouwingsgebied voor niet meer dan 50% mag worden bebouwd.
Hoofdgebouwen
Binnen de bestemming Wonen - S 1 mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd. De woningen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd.
Er mag niet meer dan één woning per bouwvlak worden gebouwd, waarbij het hoofdgebouw in het bouwvlak moet worden gebouwd. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, tenzij er op het bouwvlak een maximaal bebouwingspercentage staat aangegeven. Met dit percentage wordt de maximale oppervlakte van het hoofdgebouw begrensd. Voor de goot- en bouwhoogte is in de regels een standaard hoogte gegeven. Gemeente breed geldt daarbij in beginsel een goothoogte van maximaal 6 meter en een bouwhoogte van maximaal 10 meter. Als een woning een bijzondere en beschermingswaardige kap vorm heeft, of waar stedenbouwkundige redenen zijn gegeven om de standaard hoogten niet te hanteren, zijn op de verbeelding afwijkende hoogten opgenomen danwel de aanduiding 'overige zone - afwijkende goot- en bouwhoogte' opgenomen.
Als hoofdgebouwen afgedekt worden met een kap, dan moet worden voldaan aan de in de regels voorgeschreven dakhelling.
Als een hoofdgebouw op een hoekperceel wordt gesloopt, moet de voorgevel van het vervangende hoofdgebouw aan dezelfde zijde van het bouwvlak worden gebouwd als het geval was bij het bestaande hoofdgebouw.
Dakkapellen zijn toegestaan op hoofdgebouwen. Als een dakkapel in het dakvlak van de voorgevel of in een dakvlak van een naar de openbare weg gekeerde zijgevel wordt gebouwd, is de breedte gemaximeerd. In die gevallen mag de breedte van een dakkapel niet meer dan de helft van de breedte van het betreffende dakvlak bedragen. De breedte van het dakvlak moet gerekend worden ter hoogte van de bovenkant van de dakkapel.
In voorkomende gevallen zijn dakkapellen niet toegestaan, deze zijn dan als zodanig aangeduid.
Bijbehorende bouwwerken
Uitbreidingen van het hoofdgebouw met bijbehorende bouwwerken aan- of uitbouwen en al dan niet aangebouwde bijgebouwen en overkappingen worden onder de noemer 'bijbehorend bouwwerk' geschaard. Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken is zoveel mogelijk aangesloten op de regeling 'vergunningsvrij bouwen' uit de bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht.
De regeling die het bestemmingsplan omvat is echter op een aantal punten ruimer of beperkender:
Overige bouwwerken
Met het begrip 'overige bouwwerken' wordt bedoeld: een bouwwerk dat geen gebouw is en ook geen overkapping. Concreet zijn maximale hoogtematen voorgeschreven voor erf- en terreinafscheidingen, vlaggenmasten, antennemasten en andere overige bouwwerken.
Specifieke gebruiksregels
Zoals in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, is beroep of bedrijf aan huis toegestaan binnen de woonbestemming. Wel worden er enige voorwaarden aan dit gebruik gesteld. Zo mag 40 % van de brutovloeroppervlakte van het hoofdgebouw, inclusief de bijbehorende bouwwerken, worden gebruikt voor een beroep of bedrijf aan huis. Bij deze oppervlakte wordt ook de oppervlakte van het hoofdgebouw op de verdieping meegerekend.
Het is alleen toegestaan om beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten te verrichten aan huis die opgenomen zijn in de staat van bedrijfsactiviteiten Bedrijf aan huis. De beroeps- of bedrijfsmatige activiteit mag geen horeca of detailhandel inhouden, behalve als het gaat om verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van het beroep of bedrijf.
De beroeps- of bedrijfsmatige activiteit aan huis mag alleen worden uitgeoefend door de bewoners van de woning waar de activiteit plaatsvindt.
Door de uitoefening van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit mogen de verkeersbewegingen niet onevenredig toenemen in de directe omgeving. Daarbij moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Dit dient in de eerste plaats op eigen terrein te worden gerealiseerd. In gevallen waar dit niet mogelijk is dient voldoende parkeergelegenheid in de directe nabijheid aanwezig te zijn. Voor de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit mag geen buitenopslag plaatsvinden.
Afwijken van de gebruiksregels
Het gebruik van een woning voor kamerbewoning of bijzondere woonvormen is een verboden gebruik. Het bevoegd gezag heeft de bevoegdheid om dit gebruik toch toe te staan. Dit mag alleen als het hoofdgebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt. Het gebruik moet qua uitstraling en ruimtelijke werking overeenstemmen met die van de woonfunctie. Het gebruik voor kamerbewoning of bijzondere woonvormen mag de belangen niet onevenredig schaden van eigenaren en gebruikers van de gronden waarop dit veranderde gebruik plaatsvindt of die in de nabijheid daarvan liggen.
Waar de bestemming Wonen - S 1 is bedoeld voor vrijstaande woningen, is de bestemming Wonen - S 2 bedoeld voor aaneengebouwde woningen. Met aaneengebouwde woningen worden rijwoningen en twee onder een kap woningen bedoeld. Het aantal woningen dat aaneen mag worden gebouwd staat aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'. De overige bouwbepalingen komen veelal overeen met de bouwbepalingen van de bestemming Wonen - S 1. Hieronder worden alleen de verschillen besproken.
Op de verbeelding zijn de bouwvlakken direct gekoppeld en gebaseerd op de bestaande hoofdbebouwing, dat wil zeggen dat de hoofdgebouwen geheel in deze bouwvlakken liggen. Deze bouwvlakken hebben standaard de diepte van de bestaande bebouwing. Een grotere diepte is vanwege de doorgaans krappere verkaveling, in principe niet wenselijk. Ook voor wat betreft de breedte van het bouwvlak geldt dat in beginsel de breedte van de bestaande hoofdbebouwing wordt aangehouden.
Gestapelde woningen zijn vervat in de bestemming Wonen - S 3. Een deel van de gestapelde woningen betreffen zorgwoningen. De zorgwoningen zijn aangeduid met de aanduiding 'zorgwoning'. Bij deze zorgwoningen zijn gemeenschappelijke en maatschappelijke voorzieningen toegestaan die verband houden met de zorg die in de woningen wordt verleend. Bij deze voorzieningen moet gedacht worden aan ruimte voor een huisartsenpraktijk of fysiotherapeut, maar ook voor een gemeenschappelijke keuken of ontmoetingsruimte.
De bestaande bouwmassa's zijn opgenomen in bouwvlakken.
De bestemming wijkt qua opzet enigszins af van de andere twee stedelijke woonbestemmingen. Het voornaamste verschil is dat bij Wonen - S 3 het aantal woningen niet is begrenst. De regeling voor bijbehorende bouwwerken komt wel geheel met die van de andere twee stedelijke woonbestemmingen overeen.
De bestemmingsplanregeling bevat naast de bovengenoemde bestemmingen ook dubbelbestemmingen. Dubbelbestemmingen vallen als het ware over 'onderliggende' (enkel)bestemmingen heen en houden beperkingen en aanvullingen in voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van die bestemmingen. Dubbelbestemmingen dienen een specifiek ruimtelijk belang dat middels de dubbelbestemming beschermt wordt.
De dubbelbestemming Leiding - Gas is bedoeld voor gebieden waar naast de daar voorkomende (enkel)bestemming(en) transport van gas, plaatsvindt met de daarbij behorende voorzieningen en belemmeringenstrook. Deze belemmeringenstrook is opgenomen uit veiligheidsoverwegingen. Daarom mogen binnen deze bestemming uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming Leiding - Gas worden gebouwd. De toegestane oppervlakte en bouwhoogte zijn strikt opgenomen in het artikel. Hiervan kan het bevoegd gezag afwijken en een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van bovenstaande ten behoeve van het bouwen ten dienste van de onderliggende (enkel) bestemming(en).
Om de veiligheid binnen de belemmeringenstrook te waarborgen is het tevens verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, diverse werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden (zoals graafwerkzaamheden) uit te voeren of te laten uitvoeren.
Volgens de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart bestaat het gemeentelijk grondgebied uit zones met verschillende archeologische verwachting. Binnen de gemeente bestaan gebieden met een zeer hoge, hoge, middelhoge en lage archeologische verwachting. Voor elke categorie verwachtingswaarde is bepaald vanaf welke planomvang rekening gehouden moet worden met het (laten) uitvoeren van archeologisch onderzoek. Dit geldt voor bodem verstorende activiteiten die plaats zullen vinden in het kader van 'plannen' waarvoor het vereist is een reguliere omgevingsvergunning voor het bouwen dan wel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan te vragen. De op de aanvraag om een omgevingsvergunning aangegeven oppervlakte die de bodem (nagenoeg) raakt is het oppervlak dat gehanteerd moet worden voor de beoordeling voor de noodzaak van een archeologisch onderzoek.
Terreinen met een bepaalde archeologische verwachting zullen door middel van het stellen van voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden beschermd met de volgende dubbelbestemmingen:
Dubbelbestemming |
Archeologisch waardevol gebied | Regime |
Waarde - Archeologie 1 | Zones met een zeer hoge archeologische verwachting - (vroeg) middeleeuwse wegen en paden en grafheuvelbufferzones verwachting | Bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 50 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. |
Waarde - Archeologie 2 | Zones met een zeer hoge archeologische verwachting (Bufferzone) | Bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 100 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. |
Waarde - Archeologie 3 | Zones met een hoge archeologische verwachting | Bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 150 m2 en dieper dan 30 cm - onder maaiveld dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. |
Waarde - Archeologie 4 | Zones met een middelhoge en middelhoge/lage archeologische verwachting | Bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 1000 m2 en dieper dan 30 cm onder maaiveld dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. |
Waarde - Archeologie 5 | Zones met een lage archeologische verwachting | Bij plannen waarbij bodemverstorende activiteiten plaatsvinden van meer dan 10 hectare en dieper dan 30 cm onder maaiveld dient archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. |
In het artikel zijn uitzonderingen opgenomen voor situaties waarbij geen omgevingsvergunning hoeft te worden aangevraagd en archeologisch onderzoek niet nodig is. Deze uitzonderingen zijn opgesomd in het artikel en hieronder vallen onder andere 'zaken die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen'. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
Om te voorkomen dat grond dubbel wordt meegeteld, is hier geregeld dat grond die eenmaal bij een bouwplan is meegenomen, bij andere aanvragen buiten beschouwing moet blijven.
In de eerste plaats is hier opgenomen dat bij afwijking van de in de vorige hoofdstukken opgenomen regels/bestemmingen de bestaande situatie of de onherroepelijk vergunde situatie bij in werking treding van deze beheersverordening als maximaal toegestane situatie geldt.
Bij toepassing van alle bouwregels in deze beheersverordening mogen de in dit artikel genoemde ondergeschikte bouwdelen maximaal 1 meter afwijken van de gegeven bouw-, aanduidings- en maatvoeringsregels.
Dit artikel is opgenomen indien in een ruimtelijk plan (bestemmingsplan, beheersverordening) een maximum toegestane bouwhoogte ontbreekt, waardoor onbeperkt in de hoogte gebouwd zou mogen worden.
Dit artikel maakt mogelijk om zowel op het voorerf als het achtererf zonnepanelen te plaatsen voor het opwekken van energie voor eigen gebruik bij een (bedrijfs)woning, mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden.
In deze bepaling is aangegeven dat het verboden is om de in het plan vallende gronden en bouwwerken in strijd met de bestemming(en) te gebruiken. Er is ook een opsomming gemaakt van gebruik dat in ieder geval onder verboden gebruik valt. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning of het gebruik van gronden voor opslag en/of storten van grond en/of afval.
In dit artikel is geregeld dat het uitoefenen van een bed & breakfast in een (bedrijfs)woning is toegestaan, mits wordt voldaan aan de genoemde voorwaarden.
Binnen de aanduiding veiligheidszone - lpg zijn geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
De gronden met de aanduiding wetgevingszone - beschermd dorpsgezicht zijn mede bedoeld voor het behoud en herstel van het beschermd dorpsgezicht. Er mag alleen worden gebouwd als het beschermd dorpsgezicht niet wezenlijk wordt aangetast of indien de mogelijkheden tot herstel ervan niet onevenredig worden verkleind. Voor het besluit en de toelichting van de begrenzing beschermd dorpsgezicht Amerongen zie Bijlage Begrenzing beschermd dorpsgezicht Amerongen.
Voor het beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand van historische kern Amerongen is het besluit weergegeven in Bijlage Beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand historische kern Amerongen Besluit en de toelichting in Bijlage Beschermd dorpsgezicht Westelijk deel en rand historische kern Amerongen Toelichting.
Om nadelige effecten voor het beschermd dorpsgezicht te voorkomen is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, diverse werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden (zoals afgraven of het verwijderen van landschapselementen) uit te voeren of te laten uitvoeren. Voor bouwen is opgenomen dat een onderzoek kan worden geëist (bijvoorbeeld een bouwhistorisch onderzoek).
Onder de in dit artikel genoemde voorwaarden kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken van de regels inzake bouwgrenzen, bouwhoogte van specifieke overige bouwwerken.
Er kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken van de in de beheersverordening genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen. De maximale afwijking is 10% en alleen mogelijk indien voldaan wordt aan de in het artikel gestelde voorwaarden.
Er kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het afwijken voor het bouwen van vrijstaande bergingen en fietsenstallingen buiten het bouwvlak op minder dan 1 m achter de voorgevel of voor de voorgevel.
Het gebruik van een woning voor kamerbewoning of bijzondere woonvormen is een verboden gebruik. Het bevoegd gezag heeft de bevoegdheid om dit gebruik toch toe te staan. Dit mag alleen als het gebruik als woning in de bestemmingsomschrijving van de ter plaatse geldende bestemming is opgenomen. Deze regeling is echter niet van toepassing op bedrijfswoningen. Het gebruik moet qua uitstraling en ruimtelijke werking overeenstemmen met die van de woonfunctie. Het gebruik voor kamerbewoning of bijzondere woonvormen mag de belangen niet onevenredig schaden van eigenaren en gebruikers van de gronden waarop dit veranderde gebruik plaatsvindt of die in de nabijheid daarvan liggen. Het gebruik dient binnen het bouwvlak plaats te vinden.
In dit lid is bepaald dat een omgevingsvergunning kan worden verleend voor het gebruik van gronden voor het opwekken van energie met grondgebonden zonnepanelen voor eigen gebruik bij een (bedrijfs)woning van nogmaals maximaal 50 m2 mits is aangetoond is dat deze nodig is in verband met de energiebehoefte van een warmte koude opslaginstallatie (wko)en warmtepompinstallatie.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten en bouwgrenzen ten behoeve van voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw.
Binnen de gemeente gelden parkeernormen waaraan voldaan moet worden. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het toestaan en/of veranderen van functies moet met deze parkeernormen rekening worden gehouden. De regeling is overgenomen uit recent vastgestelde 'Paraplubestemmingsplan Stedenbouwkundige bepalingen bouwverordening'.
In het tweede lid is een regeling opgenomen voor het borgen van voldoende laad- en losruimte. Net als bij de parkeerbepaling is een onderscheid gemaakt tussen bouwplannen en functiewijzigingen.
Bij een aanvraag omgevingsvergunning waarbij een behoefte aan ruimte voor laden of lossen van goederen wordt verwacht dient te worden voorzien in deze ruimte. Dit kan aan of in het bouwwerk zijn, maar bijvoorbeeld ook op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk. De regeling geldt uitdrukkelijk niet voor bestaand gebruik en voor herbouw van gebouwen zonder functiewijziging.
Van de verplichting om te voorzien in voldoende laad- en losruimte kan worden afgeweken indien de structuur van de omgeving daartoe aanleiding geeft. In dat geval dient de aanvrager van een omgevingsvergunning door middel van een verkeersonderzoek aan te tonen dat - gelet op de bijzondere omstandigheden - geen afbreuk wordt gedaan aan de bereikbaarheid en verkeersveiligheid.
In artikel 27 van de regels is het overgangsrecht opgenomen. Daarbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij overgangsrecht dat is voorgeschreven voor bestemmingsplannen in de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.
In artikel 28 van de regels is de slotregel opgenomen.
De herziening van de beheersverordening heeft uitsluitend betrekking op het vastleggen van de bestaande juridische-planologische situatie. Onderzoek en afwegingen ten aanzien van de uitvoering is in deze verordening dan ook niet aan de orde.
De concept beheersverordening is vanaf 23 november 2018 gedurende zes weken (tot en met 3 januari 2019) ter inzage gelegd. Op deze wijze is aan een ieder de gelegenheid gegeven om reacties in te dienen bij de gemeenteraad. De ingekomen reacties alsmede enkele ambtshalve wijzigingen zijn opgenomen in de Nota inspraak, zie bijlage 5.