Plan: | Teylingen, NS-station Sassenheim |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1525.BP2009TEY01001-0402 |
Beleid en normstelling
Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de nieuwe Monumentenwet, stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reƫle verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Onderzoek
Het plangebied staat op de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van Zuid-Holland aangegeven als een gebied met een middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Op basis hiervan dienen de archeologische waarden te worden beschreven en dient nader archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd.
Door het archeologisch onderzoeks- en adviesbureau Becker & Van de Graaf13 is een inventariserend archeologisch onderzoek uitgevoerd bestaande uit een bureauonderzoek en een verkennend onderzoek. Bij het bureauonderzoek is geconstateerd dat voor het plangebied een hoge verwachting gold voor resten vanaf het neolithicum en, gezien de nabijheid van een laatmiddeleeuws kasteel, in het bijzonder voor resten vanaf de late middeleeuwen. Er bleek echter ook dat het plangebied al sinds het begin van de 20e eeuw in gebruik is geweest als bollenland en dat dit mogelijk voor een verstoring van het bodemprofiel zou kunnen hebben gezorgd.
Deze verwachting werd tijdens het veldonderzoek bevestigd. Het bodemprofiel in het plangebied is omgekeerd ten opzichte van de normale situatie. Dit heeft waarschijnlijk te maken met omspuiten, een grondverbetertechniek die veel wordt toegepast in de bollenteelt. Bij dit omspuiten zullen eventuele archeologische resten verstoord zijn geraakt.
Op basis van de resultaten van het onderzoek is geadviseerd om in het plangebied geen vervolgonderzoek uit te laten voeren. De archeologische waarden worden niet bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden. Het onderzoek en de adviezen zijn gecontroleerd en goedgekeurd door de provincie Zuid-Holland.
Conclusie
Voor het plangebied wordt geconcludeerd dat het aspect archeologie de uitvoering van het project niet in de weg staat.