Plan: | Supermarkt Veldstraat, Ulft |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000109-VA01 |
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport. Het doel van het veiligheidsbe- leid is zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en op termijn ook het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) gemeenten en provincies bij besluitvorming in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet op de ruimtelijke ordening afstand te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen) en risicovolle activiteiten. Geregeld is hoe gemeenten moeten omgaan met risico's voor mensen in de omgeving van een risicobron als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in de risicobron. Afstanden die aangehouden moeten worden, worden bepaald door het plaatsgebonden risico van een risicovolle activiteit. Het ijkpunt voor het groepsrisico wordt bepaald door een oriëntatiewaarde. De externe veiligheid van risicobronnen wordt uitgedrukt in het plaatsgebonden risico en het groepsrisico van de risicobron.
Plaatsgebonden Risico (PR)
Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die zich gedurende een jaar onafgebroken en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Dit risico wordt per risicobron vastgelegd in contouren. Er geldt een contour waarbinnen deze kans 10-6 (één op 1.000.000) per jaar bedraagt. Deze contour is wettelijk vastgesteld als grens- of richtwaarde. Kwetsbare objecten zoals bijvoorbeeld woningen, ziekenhuizen, verpleeghuizen, grote (kantoor)gebouwen en grotere recreatieterreinen zijn niet toegestaan binnen deze 10-6 contour.
Groepsrisico
Het groepsrisico is een berekening van de kans dat een groep personen binnen een bepaald gebied overlijdt tengevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. De oriëntatiewaarde geeft hierbij de indicatie van een aanvaardbaar groepsrisico.
Het groepsrisico is gedefinieerd als de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting, transportroute gevaarlijke stoffen of buisleiding en als gevolg van een ongewoon voorval in dit invloedsgebied waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
Het invloedsgebied is het gebied waarin personen nog worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico. Het groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Het groepsrisico geeft aan hoe groot de kans is dat bij een ongeval bij een risicolocatie 10, 100 of 1000 slachtoffers tegelijk vallen. Bij transportrisico’s geldt dat de oriëntatie waarde voor het groepsrisico overeen komt met de kans op 10 slachtoffers gelijk aan één op de tienduizend (10-4). De kans op 100 slachtoffers gelijk aan één op de miljoen (10-6) enzovoorts. Voor stationaire bronnen geldt dat de oriëntatiewaarde een factor 10 lager ligt.
De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico is geen wettelijke norm, het is bedoeld als een ijkpunt. Er kunnen redenen zijn dat een gemeente meer of juist minder risico’s accepteert. De gemeente is verplicht om bij risicovolle situatie een belangenafweging te maken (verantwoording groepsrisico).
Daarbij spelen onder anderen de zelfredzaamheid van bewoners, vluchtwegen, economische en maatschappelijke belangen een rol.
Indien een ontwikkeling is gepland in de nabijheid van een risicobron geldt in principe een verantwoordingsplicht voor de gemeente voor de toename van het groepsrisico ten gevolge van een verhoogde personendichtheid.
Transportroutes
Momenteel is het toetsingskader voor transportroutes vastgelegd in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen 2009. Er wordt gewerkt aan nieuwe wet- en regelgeving (Besluit transportroutes externe veiligheid, Btev), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet, voor de beoordeling van de risico’s vanwege transport van gevaarlijke stoffen over rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen.
Beleidsvisie externe veiligheid
Gemeente Oude IJsselstreek heeft op 18 februari 2010 een beleidsnotitie externe veiligheid vastgesteld. Hierin is een aanvullend toetsingskader opgenomen. Daarbij is gekozen voor een benadering van drie gebiedstypen. Dit vanwege de afweging tussen twee belangrijke uitgangspunten:
Er is geprobeerd een optimale mix te vinden in normen, maatregelen en hulpmiddelen, die passen bij het betreffende gebiedstype. Dit heeft geleid tot de keus voor de volgende gebiedstypen:
De beleidskeuzes laten zich als volgt samenvatten:
Overschrijding grenswaarde plaatsgebonden risico voor kwetsbare objecten | Overschrijding richtwaarde plaatsgebonden risico voor beperkt kwetsbare objecten | Overschrijding oriënterende waarde groepsrisico | Toename groepsrisico |
|
Wonen en Landelijk gebied | Niet acceptabel | Niet acceptabel (m.u.v.bestaande situaties) | Niet acceptabel (m.u.v. bestaande situaties) | Acceptabel onder voorwaarden |
Ruimte voor industrie | Niet acceptabel | Acceptabel onder voorwaarden | Acceptabel onder voorwaarden | Acceptabel onder voorwaarden |
Ruimte wonen én werken | Niet acceptabel | Acceptabel onder voorwaarden | Niet acceptabel (m.u.v. bestaande situaties) |
Acceptabel onder voorwaarden |
Deze beleidskeuzes zijn alleen van toepassing voor nieuwe situaties. Voor bestaande situaties zijn overschrijdingen van de richtwaarde en de oriënterende waarde acceptabel. In het gebiedstype "wonen en landelijk gebied", waartoe ook centrumgebieden worden gerekend, moet bij overschrijding van de richtwaarde worden nagegaan of maatregelen nodig zijn. Dit uitgangspunt levert geen bovenwettelijke saneringssituaties op. De gevaarsaspecten van de huidige situaties zijn zodanig dat overschrijdingen acceptabel zijn.
Om in beeld te brengen of er in het plangebied of in de nabijheid daarvan stationaire bronnen aanwezig zijn, is de provinciale risicokaart geraadpleegd. Een uitsnede daarvan is op de navolgende afbeelding weergegeven. In het plangebied zelf zijn, volgens de Risicokaart van de provincie Gelderland, geen stationaire bronnen aanwezig. Wel bevinden zich in de nabijheid van het plangebied twee stationaire bronnen, zoals in het Bevi bedoeld. Eén van de stationaire bronnen bevindt zich op circa 225 meter ten oosten van het plangebied aan de Oversluis. Hier bevindt zich een LPG-vulpunt van het aan de overzijde gelegen LPG tankstation Oversluis 5, met een 10-6 plaatsgebonden risicocontour van 45 meter. De risicocontour van het reservoir bedraagt 25 m, terwijl die van de LPG-afleverinstallatie 15 m bedraagt. In onderstaande afbeelding is het LPG-vulpunt weergegeven met een rode driehoek. Ten westen van het plangebied bevindt zich aan de Debbeshoek 11 zwembad "De Blenk". Door de opslag van chloorbleeklook en zwavelzuur ligt er om de opslag een 10-6 plaatsgebonden risicocontour van 110 meter heen. Het zwembad is hemelsbreed op circa 340 meter van het plangebied gelegen. In de afbeelding is het plangebied geel gearceerd. De 10-6 plaatsgebonden risicocontouren zijn aangegeven met een zwarte stippellijn. Het zwembad is weergegeven met een rode stip.
Fig. 6: Fragment provinciale risicokaart Gelderland
Zoals de uitsnede aangeeft bevinden zich binnen het plangebied geen risicobronnen. De buiten het plangebied gelegen risicobronnen liggen op een zodanige afstand, dat geen extra maatregelen dienen te worden getroffen om calamitieten te voorkomen.
Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het plan.