Plan: | Kom Sinderen, locatie Kromkamp e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1509.BP000060-DE01 |
Sinds 2007 is in Nederland de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht, die de volledige implementatie van het Verdrag van Malta (1992) in de Monumentenwet (1988) betekent. De Nederlandse overheid heeft zich er met de ondertekening van het Verdrag van Malta toe verplicht bij ruimtelijke plannen rekening te houden met het archeologische 'bodemarchief'. De Monumentenwet heeft derhalve als doel de bescherming van het 'bodemarchief'. Het is daarom van belang om in beeld te krijgen welke archeologische waarden in het plangebied aanwezig zijn.
Bij grondwerkzaamheden in verband met de voorgenomen sloop en nieuwbouw in het plangebied ter hoogte van de Aaltenseweg en Kapelweg in Sinderen, worden mogelijk archeologische waarden verstoord.
Daarom is door Econsultancy in samenwerking met ARC BV, in opdracht van de gemeente Oude IJsselstreek, een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd om de archeologische verwachting van het plangebied vast te stellen. Het archeologisch vooronderzoek is uitgevoerd in de vorm van een bureauonderzoek (Archeologisch bureauonderzoek plangebied Kromkamp te Sinderen gemeente Oude IJsselstreek; project: OUD.G09. ARC; rapportnr: 10035330; 1 juni 2010; zie bijlage 6) en booronderzoek (Verkennend archeologisch inventariserend veldonderzoek d.m.v. boringen voor plangebied Kromkamp te Sinderen, gemeente Oude IJsselstreek (Gld); ARC-Rapporten 2010-154; ARC-Projectcode 2010/359; 1 juli 2010; zie eveneens bijlage 6).
Op basis van het archeologisch bureauonderzoek is gebleken dat het oorspronkelijke bodemprofiel van het oostelijke deel in sterke mate verstoord is door de aanleg van de duiker voor de Ziegenbeek en de bouw van de bedrijfspanden.
Het westelijke deel van het plangebied is voor zover bekend altijd in agrarisch gebruik geweest. Hier mag verwacht worden dat de bodem, afgezien van de bouwvoor, minimaal verstoord is.
Zowel volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) van Nederland als volgens de CultuurHistorische Waardenkaart (CHW) van de provincie Gelderland bevinden het westelijke en het centrale deel van het plangebied zich binnen een gebied met een lage (indicatieve) archeologische waarde. Het oostelijke deel, waar de enkeerdgronden voorkomen, ligt binnen een gebied met een hoge indicatieve archeologische waarde.
Uit zowel wel het bureauonderzoek als het booronderzoek is gebleken dat het plangebied op een dekzandrug met een eerddek ligt.
Uit het bureauonderzoek is naar voren gekomen dat het plangebied archeologische resten kunnen voorkomen uit alle archeologische perioden vanaf het Laat-Paleolithicum. Het booronderzoek heeft echter aangetoond dat er waarschijnlijk geen (intacte) archeologische waarden aanwezig zijn binnen het plangebied, gezien de mate van verstoring van het bodemprofiel binnen een groot deel van het plangebied.
Conclusies
Gezien de geringe kans op intacte archeologische resten, zijn er geen bezwaren tegen de voorgenomen ontwikkeling binnen het plangebied en wordt archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht.
De meldingsplicht blijft echter bestaan. Bij het afgeven van een aanleg-/bouwvergunning dient te allentijde de wettelijke meldingsplicht (artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, zodat documentatie van eventuele toevalsvondsten mogelijk blijft.
Mochten tijdens toekomstige graafwerkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen, dan dient dit zonder uitstelling aan het bevoegd gezag, de gemeente Oude IJsselstreek, te worden gemeld. Het bevoegd gezag beslist of de locatie definitief kan worden vrijgegeven.
Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling.